28 619
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften

nr. 106
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN E.R. STROLENBERG TE AMSTERDAM BETREFFENDE KWIJTSCHELDING VAN DAN WEL EEN BETALINGSREGELING VOOR EEN BELASTINGAANSLAG

Vastgesteld 24 april 2003

De commissie2, gelet op de door de staatssecretaris van Financiën verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressant zich erover beklaagt dat hem geen kwijtschelding wordt verleend van een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2000 en dat zijn voorstel om die aanslag te voldoen in maandelijkse termijnen van een zeker bedrag is afgewezen en hogere maandelijkse termijnen worden geëist,

dat de ontvanger der belastingen kwijtschelding heeft geweigerd omdat adressant, naar de vaste normen die daarvoor gelden, over voldoende betalingscapaciteit beschikt en voorts omdat de aanslag het gevolg is van een door adressant ontvangen nabetaling over drie jaren en hij daaruit had dienen te reserveren voor de verschuldigde belasting,

dat adressant aanvoert dat hij in verwarring was gebracht, omdat hij na de ontvangst van de onderhavige aanslag nóg een aanslag over 2000 ontving, die tot een teruggave leidde en waaruit hij de conclusie trok dat de onderhavige (eerdere) aanslag was vervallen,

dat de teruggave echter het gevolg was van de inwilliging van adressants verzoek om naar aanleiding van de nabetaling de middelingsregeling toe te passen over de jaren 1998 tot en met 2000 en dat in de berekening daarvan de onderhavige aanslag verdisconteerd was,

dat, afgezien daarvan dat adressant ook die teruggave had kunnen reserveren voor de betaling van de aanslag, de teruggave adressant juist eraan had dienen te herinneren dat hij de aanslag nog moest voldoen, omdat het immers ondenkbaar is dat een nabetaling uitsluitend leidt tot een belastingteruggave,

dat de ontvanger het betalingsvoorstel van adressant heeft verworpen, omdat dit tot een te langdurige regeling zou leiden en voorts omdat dat voorstel te zeer afweek van de vastgestelde betalingscapaciteit,

dat adressant voor het overige geen omstandigheden heeft aangvoerd die het zouden kunnen rechtvaardigen om in zijn geval van vast beleid en vaste normen af te wijken;

van oordeel,

dat niet is gebleken dat ten aanzien van adressant een onjuist fiscaal beleid is gevoerd,

stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie,

Mosterd

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

De commissie bestaat uit de leden: Kalsbeek (PvdA), Giskes (D66), Mosterd (CDA) (Voorzitter), Van Gent (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Blok (VVD), De Wit (SP) en Kraneveldt (LPF) en de plaatsvervangende leden Van Heemst (PvdA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Vietsch (CDA), Tonkens (GroenLinks), Slob (ChristenUnie) en Varela (LPF).

Naar boven