nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 augustus 2003
In uw bovenvermelde brief vraagt U mij nader in te gaan op de vertraging
die is ontstaan in de uitwerking van het Programma Intensive Care, zoals vermeld
in de beantwoording van vraag 33 bij brief van 19 mei 2003 (kamerstuk 28 605,
nr. 10, blz. 9–10).
In mijn brief van 11 maart jl. (kamerstuk 28 605, nr. 6) heb ik uiteengezet
dat het Programma IC op hoofdlijnen door alle partijen wordt gedragen. Gelet
echter op de autonome verantwoordelijkheid van partijen bij de verdere uitwerking
is gebleken dat over een aantal onderdelen slechts op bestuurlijk niveau afspraken
kunnen worden gemaakt.
Ik heb u tevens uiteengezet dat in de laatste vergadering van de Stuurgroep
IC van 6 februari jl. is besloten dat de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
(NVZ) en de Vereniging Academische Ziekenhuizen (VAZ) het voorzitterschap
van VWS overnemen. Hiermee wordt recht gedaan aan de afronding van de eerste
fase, waarin veldpartijen onder voorzitterschap van VWS met het Programma
IC een voorstel hebben gedaan tot een samenhangende en gecoördineerde
aanpak van de IC-problematiek. Het voorzitterschap van de NVZ en de VAZ weerspiegelt
de verdeling van verantwoordelijkheden zoals die zich voordoet in de verdere
uitvoering van de voorgestelde oplossingsrichtingen op lokaal en regionaal
niveau. Dat betekent dat deze koepels ook de organisatie van genoemd bestuurlijk
overleg op zich hebben genomen.
In eerste instantie leek het bestuurlijk overleg binnen een zodanige termijn
plaats te vinden, dat ik meende vóór 15 juni gerapporteerd te
kunnen worden over de uitkomsten. Agendatechnische overwegingen liggen er
aan ten grondslag dat het overleg eerst 25 juni jl. heeft plaatsgevonden.
VWS heeft als waarnemer de vergadering bijgewoond. Geconstateerd werd
dat partijen zowel individueel als in samenwerking met elkaar aan de slag
zijn met de aanbevelingen uit het Programma. Voor wat betreft de bemensing
van de reeds bouwkundig aanwezige capaciteit wordt een betere
spreiding van het beschikbare verpleegkundig personeel bevorderd. Voorts wordt
gekeken op welke wijze de opleiding tot intensiviteit kan worden gefaciliteerd
door o.a. een stroomlijning van de opleidingsroute. Door de Nederlandse Vereniging
voor Intensive Care (NVIC) en de NVICV (IC-verpleegkundigen) wordt intensief
gewerkt aan een nieuwe CBO-richtlijn. Verder zijn inmiddels bijna alle ziekenhuizen
en meldkamers aangesloten bij de landelijke website IC-capaciteit. Partijen
hebben het voornemen om op termijn registratie van capaciteitsgegevens op
de website te koppelen aan de financiering van beademingsdagen. Daartoe zullen
zij het CTG verzoeken de beleidsregel aan te passen.
De stuurgroep zal mij over alle activiteiten half september nader rapporteren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst