28 600 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2003

nr. 54
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2003

Aanleiding

In het algemeen overleg1 op 17 december jl. over de evaluatie van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 (Wet KvK) heb ik toegezegd u rond Pasen 2003 te zullen informeren over de voortgang van de verbeterpunten bij de Kamers van Koophandel (de kamers) en over enkele andere zaken die in het overleg aan de orde zijn geweest. Deze brief bevat de toegezegde informatie.

De actiepunten

Bij brief2 van 27 maart 2002 aan u aangaande de evaluatie van de Wet KvK is een dertiental actiepunten beschreven teneinde de geconstateerde knelpunten aan te pakken. Ik heb daar twee actiepunten aan toegevoegd. Het overgrote deel van de actiepunten is nu afgerond of zal in de loop van dit kalenderjaar worden voltooid. Met de kamers heb ik daarover afspraken gemaakt. Een tweetal actiepunten die de volgende evaluatie van de wet betreffen zullen conform plan op een later tijdstip worden gestart. Ik zal de voortgang van de in gang gezette acties goed monitoren.

Over de bereikte voortgang ben ik tevreden behoudens twee lopende actiepunten: het betreft het opzetten van het centraal Handelsregister en het verder doorvoeren van het profijtbeginsel. Beide zullen niet voor het einde van dit jaar tot concrete resultaten leiden en zullen daarom mijn bijzondere aandacht krijgen.

Voortgang en gemaakte afspraken m.b.t. actiepunten

Hieronder volgt een overzicht van de met de kamers gemaakte afspraken over het tijdpad, de resultaten en de huidige stand van zaken van deze 15 actiepunten.

1. Eventuele AMvB om onderscheid tussen Loket en Voorlichting te verduidelijken

Er is inmiddels overeenstemming met de kamers over de wijze waarop de producten en diensten van de kamers tot respectievelijk de taak loket dan wel de taak voorlichting worden gerekend. Met ingang van begrotingsjaar 2004 zullen de kamers de nieuwe indeling gaan volgen. Het maken van een AMvB ter verduidelijking is vooralsnog niet nodig.

2. De beleidsregel Regiostimulering bespreken en zonodig aanpassen

De kamers hebben mij meegedeeld dat de beleidsregel van 26 maart 2001, die verduidelijkt welke activiteiten een kamer in het kader van Regiostimulering kan uitvoeren, bij nader inzien duidelijk is en niet hoeft te worden aangepast. Het actiepunt is daarmee afgehandeld.

3. Centraal beheer van het Handelsregister met kamers bespreken. Zonodig bij AMvB regels stellen.

De kamers hebben een plan van aanpak tot concretisering van een centraal Handelsregister uitgewerkt en geaccordeerd. Zij verzekeren een optimale inrichting van een centraal en digitaal Handelsregister per 1 januari 2005. De voortgang van dit actiepunt zal mijn bijzondere aandacht krijgen.

4. Bij AMvB nadere regels stellen over niet-concurreren met de markt als door de kamers voorgestelde concurrentietoets niet tot gewenste resultaten leidt.

De kamers werken aan de ontwikkeling van een door de kamers zelf toe te passen concurrentietoets. De kamers verwachten dat de toets over één maand gereed zal zijn en zullen mij deze dan aanbieden. Zij zijn voornemens de toets m.i.v. de begroting 2004 te gaan toepassen. Als de toets het concurreren met de markt lijkt te voorkomen is een AMvB met concurrentieregels vooralsnog niet nodig. Ik zal de toets beoordelen en vervolgens de waarde ervan in de praktijk monitoren.

5. De Regeling «Inrichting begroting en jaarrekening Kamers van Koophandel» verduidelijken en accountantsprotocol opstellen.

Ik streef naar publicatie van een in overleg met de kamer aangepaste Regeling per medio 2003. De Regeling wordt verduidelijkt en wordt met een accountantsprotocol uitgebreid. Met ingang van begrotingsjaar 2004 zal de nieuwe Regeling dan van toepassing kunnen zijn. Het actiepunt zal daarmee zijn afgehandeld.

6. Onderzoek instellen naar verdere toepassing van het profijtbeginsel bij Wetsuitvoering, Voorlichting en Beleidsadvisering.

Voor de taak Wetsuitvoering is door de kamers onderzocht welke tariefswijzigingen nodig en mogelijk zijn om zover als mogelijk kostendekkendheid te realiseren bij de dienstverlening in het kader van de taak Wetsuitvoering. Deze zijn door mij doorgevoerd: ik verwijs naar punt 7.

Kamers hebben bij de taken voorlichting en beleidsadvisering de bevoegdheid zelf de tarieven voor dienstverlening vast te stellen en daarmee te beslissen over de mate waarin zij de kosten doorbereken in hun tarieven dan wel in de hoogte van de collectieve heffingen. De kamers hebben aangegeven bij de voorbereiding van de jaarlijkse begrotingen op het gebied van de taak voorlichting de tariefstelling en markteffecten kritisch te zullen bezien om kostendekkendheid verder op te voeren. Ik heb de kamers uitgenodigd tot een meer tastbare aanpak.

De toepassing van het profijtbeginsel door de kamers zal mijn bijzondere aandacht krijgen.

7. Naar aanleiding daarvan (punt 6) in overleg met kamers retributies aanpassen

In overleg met de kamers heb ik een wijziging van de AMvB opgesteld om de retributies voor uitvoering van de Handelsregisterwet en de Vestigingswet Bedrijven 1954 te verhogen zover als de wet dit toelaat. De AMvB zal zeer binnenkort in werking treden. Het actiepunt is daarmee afgehandeld.

8. Het «Besluit heffingen Kamers van Koophandel en fabrieken» aanpassen

In overleg met de kamers wordt op dit moment een wijziging van de AMvB voorbereid om de heffingen voor enkele typen kleine BV's in een lagere klasse te plaatsen. Ik zal het voorstel binnen enkele maanden voor advies aan de Raad van State voorleggen, zodat de aangepaste heffingen met ingang van begrotingsjaar 2004 van toepassing kunnen zijn. Het actiepunt zal daarmee zijn afgehandeld.

9. Algemene Besturen van kamers wijzen op hun beleidsbepalende verantwoordelijkheid

Mijn voorganger heeft 10 juni 2002 de leden van de algemene besturen van de 21 kamers individueel in een brief hun beleidsbepalende verantwoordelijkheden bij de verschillende taken van de kamers uiteengezet en hen verzocht o.m. beter toe te zien op de invulling van de taken binnen de wettelijke kaders. Het actiepunt is daarmee afgehandeld.

10. Onderzoek door BZK van toezichtarrangement voor de kamers

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een kaderstellende visie op toezicht op zelfstandige bestuursorganen (ZBO's) ontwikkeld. Als vervolgstap worden in een meerjarig onderzoeksprogramma vele toezichtrelaties tussen ministers en ZBO's onderzocht. In het eerste onderzoeksjaar 2002/2003 is het EZ-toezicht op de kamers onderzocht. BZK zal deze door EZ uitgevoerde zelfevaluatie toetsen aan de hand van de door haar ontwikkelde kaderstellende visie op toezicht en zal mij daarover een advies uitbrengen. Ik zal dit advies betrekken bij de volgende evaluatie van de Wet KvK.

11. Kamers uitnodigen mogelijkheden van samengaan van kamergebieden te onderzoeken.

Mijn voorganger heeft 10 juni 2002 de besturen van de 21 kamers in een brief een toekomstige mogelijk integrale herziening van de gebiedsindeling in het vooruitzicht gesteld. Hij heeft de kamers verzocht zich te bezinnen op de vraag of vrijwillige fusie of vergaande samenwerking op dit moment al gewenst is om de schaal van hun kamergebied meer in overeenstemming te brengen met de schaalvergrotingstendensen in openbaar bestuur en economische regio's. Geen enkele kamer heeft gereageerd. De gebiedsindeling zal daarom bij de volgende evaluatie in 2005 worden bezien. Het actiepunt is daarmee afgehandeld.

12. Onderzoek instellen naar overhevelen taken naar het private domein/aanverwante organisaties

Om bij de volgende evaluatie een standpunt te kunnen innemen over overheveling van taken naar het private domein of naar aanverwante (regionale) organisaties zal ik de (on)mogelijkheden en de voor- en nadelen daarvan laten onderzoeken. Dit onderzoek wordt over enige tijd gestart en zal begin 2005 zijn afgerond.

13. Evaluatie van nieuwe werkwijzen (taakafbakening, concurrentietoets, meer kostendekkendheid)

De volgende evaluatie van de Wet KvK dient zich al weer aan. Speciale aandacht zal daarbij uitgaan naar de effecten in de praktijk van de doorgevoerde veranderingen als gevolg van bovengenoemde actiepunten. Doel is om de evaluatie begin 2005 af te ronden om vervolgens medio 2005 conclusies te kunnen trekken over de toekomst van de Wet KvK. Zodoende is de evaluatie tijdig afgerond voor de wisseling van de besturen van de kamers per 1 januari 2006.

14 Taakafbakening met private belangenorganisaties

Kamers hebben met ondernemersorganisaties afgesproken dat in de regio per kamer jaarlijks de activiteitenplannen van regionale ondernemers- en werknemersorganisaties en die van de kamer vergeleken zullen worden en dat afspraken gemaakt zullen worden over samenwerking. In de meeste regio's vindt de samenwerking met VNO-NCW plaats op basis van een convenant. MKB-NL ontwikkelt voor de samenwerking een landelijk kader dat zeer binnenkort tot stand zal komen.

Ik hoop dat hiermee de samenwerking tussen kamers en ondernemersorganisaties zal verbeteren.

15 Verplichte publicatie handelsregistergegevens

Op dit moment moeten opgaven en wijzigingen in het Handelsregister en de deponering van jaarstukken m.b.t. NV's op kosten van de betrokkene in de Staatscourant worden bekendgemaakt. Deze verplichting bestaat op grond van de Eerste Europese richtlijn inzake het vennootschapsrecht. De Eerste richtlijn wordt naar verwachting op korte termijn gewijzigd. Daarbij wordt beoogd dat de openbaarmaking van gegevens eenvoudiger en goedkoper kan plaatsvinden doordat informatie langs elektronische weg kan worden aangeleverd bij het handelsregister. Bovendien biedt de gewijzigde richtlijn expliciet de mogelijkheid aan lidstaten om te bepalen dat de verplichte bekendmaking plaatsvindt via een elektronisch medium. Verwacht wordt dat de richtlijn medio 2003 van kracht zal worden. Omdat de wijziging tot een aanzienlijke kostenbesparing voor het bedrijfsleven kan leiden, wordt gestreefd naar een snelle implementatie daarvan. Een daartoe strekkend wetsvoorstel is in voorbereiding. Dit wetsvoorstel zal zo snel mogelijk bij de Ministerraad worden ingediend nadat de richtlijn is vastgesteld.

Mogelijkheden van kamers om in de regio op vrijwillige basis fondsen te werven

In het algemeen overleg is gevraagd naar de betekenis die kamers kunnen hebben in de regio voor het oplossen van problemen waar de overheid geen geld voor heeft. Kamers en bedrijfsleven zouden met elkaar in staat zijn daarvoor veel geld op tafel te leggen.

Indien kamers bestedingen doen binnen de kaders van de Wet KvK bestaat er uiteraard geen probleem. Ingevolge de Wet KvK mogen kamers echter niet investeren in infrastructurele voorzieningen, geen bijdragen verlenen aan de exploitatie van onroerend goed, geen risicodragend kapitaal verschaffen of zich garant stellen voor exploitatietekorten. Ik verwijs naar art. 27 Wet KvK en de hierboven bij punt 2 genoemde beleidsregel. Kamers kunnen wel onder ondernemers op geheel vrijwillige basis fondsen verwerven ten behoeve van de financiering van bijvoorbeeld een infrastructureel project dat bijdraagt aan de stimulering van de regionale economische ontwikkeling. Omdat bij deze fondswerving geen beslag wordt gelegd op de eigen middelen van de kamer is er geen limiet aan het langs deze weg in te zetten bedrag.

Mogelijkheden van grensoverschrijdende samenwerking van kamers

In het algemeen overleg is mij tevens gevraagd de mogelijkheden voor grensoverschrijdende samenwerking aan te geven.

Zoals hierboven aangegeven zou schaalvergroting van economische regio's ook moeten leiden tot schaalvergroting van de activiteiten van de kamers en dus tot meer onderlinge samenwerking tussen kamers. Ik wil dit laatste graag bevorderen. Landsgrenzen zouden daarvoor geen belemmering moeten vormen. Ik merk op dat door deelname in bijvoorbeeld een samenwerkingsverband de taken en de bestedingsmogelijkheden van een kamer niet veranderen. Een kamer kan immers activiteiten slechts uitvoeren binnen de kaders van de Wet KvK, ook als de kamer die activiteiten uitvoert door deelname in een grensoverschrijdend samenwerkingsverband. Anders gezegd: indien een kamer activiteiten via een andere rechtspersoon uitvoert, is deze aan dezelfde wettelijke kaders gebonden als wanneer een kamer die activiteit zelf zou uitvoeren.

Nieuwe taken

Ik heb in het algemeen overleg aangegeven geen extra structurele taken aan de kamers toe te kennen, zolang ik er niet van overtuigd ben dat de kamers de organisatie en de automatisering op orde hebben. De kamers hebben mij inmiddels duidelijk gemaakt dat zij hard bezig zijn de structuur van hun onderlinge samenwerking en de kwaliteit van hun ICT te verbeteren. De gemaakte afspraken en gedane toezeggingen scheppen voor mij een voldoende basis om verder te praten over een eventuele toedeling van nieuwe taken aan de kamers en in het bijzonder aan de Vereniging van Kamers van Koophandel.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

J. G. Wijn


XNoot
1

Tweede Kamer 2002–2003, 28 600 XIII, nr. 52.

XNoot
2

EZ-02-215.

Naar boven