28 600 XI
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2003

nr. 50
MOTIE VAN DE LEDEN VAN GENT EN VAN DER HAM

Voorgesteld in het Nota-overleg van 25 november 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat natuurgebieden en waardevolle landschappen beschikbaar dienen te blijven voor de dag- en verblijfsrecreatie;

overwegende, dat grootschalige legalisering van permanente bewoning in het landelijk gebied, zoals voorgesteld in de brief van 15 november 2002 (27 867, nr. 4), kan leiden tot het ontstaan van complete woonwijken in kwetsbare landschappen en tot een aantasting van het karakter van recreatieterreinen;

overwegende, dat «schrijnende gevallen», waarbij individuele bewoners reeds gedurende een lange reeks van jaren worden gedoogd door hun gemeentebesturen, gelegaliseerd moeten kunnen worden;

verzoekt de regering een regeling aan de Kamer voor te leggen waarmee bedoelde «schrijnende gevallen» gelegaliseerd kunnen worden;

en verzoekt de regering voor het overige onverkort vast te houden aan het staand beleid waarbij permanente bewoning wordt voorkomen en bestreden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gent

Van der Ham

Naar boven