28 600 VI
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2003

nr. 136
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2003

Naar aanleiding van het debat rond de regeringsverklaring is toegezegd u nader te informeren over de personele problematiek binnen de rechtspraak in 2003.

Om tijdig de benodigde capaciteit voor met name de uitvoering van het veiligheidsprogramma inzetbaar te hebben heeft de Raad voor de rechtspraak de afgelopen jaren de opleidingscapaciteit ten volle benut. Dit heeft al in 2002 geresulteerd in een uitbreiding van de capaciteit en een stijging van de (gewogen) productie van 9%. Voor de structurele financiering van deze capaciteitsuitbreiding is bij de algemene politieke beschouwingen vanaf 2003 € 17 miljoen extra beschikbaar gesteld vooruitlopend op de uitdeling van de veiligheidsenvelop. Ongeveer € 5 miljoen hiervan is door de gerechten aangewend voor de intensivering van het opleiden van kandidaat-rechters met het oog op de verwachting dat het aantal zaken toeneemt. Naast deze aanvullende middelen zijn echter ook budgettaire taakstellingen uit het strategisch akkoord (t.b.v. te behalen efficiency en beperking inzet externen) op het budget van de Raad voor de rechtspraak toegepast. Met deze taakstellingen heeft de Raad in zijn jaarplan 2003, dat ik aan uw kamer heb doorgezonden, rekening gehouden en waar mogelijk aangegeven hoe deze worden verwerkt. Door de Raad voor de rechtspraak is een deel van de taakstelling doorvertaald aan de gerechten. Gezien het hoofdzakelijk personele budget van de gerechten en het niet op korte termijn kunnen bijsturen van de aantallen in opleiding zijnde rechters, blijkt er in 2003 een knelpunt te zijn ontstaan t.a.v. de bekostiging van de reeds in opleiding zijnde rechters. Naar aanleiding van de berichten van de gerechten hierover heeft de Raad een inventarisatie uitgevoerd waaruit blijkt dat er op dit moment ca. 87 rechterlijke ambtenaren (rio's en raio's) niet zouden kunnen worden benoemd bij het gerecht waar ze in opleiding zijn. Daarnaast zouden circa 48 tijdelijke aanstellingen van gerechtsambtenaren niet kunnen worden verlengd. Het totale budgettaire knelpunt dat hiermee in 2003 samenhangt is door de Raad becijferd op maximaal € 4,7 mln. De Raad constateert dat het om aanzienlijke aantallen gaat, maar is van mening dat de budgettaire problematiek om verschillende redenen niet mag leiden tot ingrijpende personele gevolgen. Naar aanleiding van de uitkomsten van deze inventarisatie wordt er door de gerechten een aantal maatregelen getroffen, die door de Raad zullen worden gefaciliteerd. Per gerecht zullen financiële afspraken worden gemaakt tijdens het eerstvolgende bestuurlijk overleg. Het uitgangspunt hierbij is dat alle rechterlijk ambtenaren die momenteel in opleiding zijn, na het positief afsluiten van de opleidingsperiode daadwerkelijk kunnen worden benoemd tot rechter. Voorts zal geen enkele aanstelling van een gerechtsambtenaar om budgettaire reden niet worden verlengd. De Raad heeft zich garant gesteld voor de overschrijding van het gerechtsbudget van 2003 ter hoogte van deze personele problematiek. Dit met dien verstande dat deze overschrijding zonodig gepaard gaat met een inperking van de instroom in vacatures in het komende jaar. Tevens zal worden gezocht naar plaatsingsmogelijkheden in de regio. De Raad zal, in overleg met de gerechten, bezien in hoeverre de nu in kaart gebrachte problematiek met behulp van deze maatregelen nog kan worden gemitigeerd. De verwachting van de Raad is dat in ieder geval een deel van de financiële problematiek door de genomen maatregelen kan worden opgelost in 2003 en het resterende deel in 2004. Daarnaast zal de Raad voor de Rechtspraak in 2003 nog aanvullende middelen verkrijgen in het kader van de uitvoering van het veiligheidsprogramma. Deze aanvullende middelen kunnen worden ingezet voor de dekking van de dan nog resterende problematiek.

Bij het Openbaar Ministerie, is gegeven de financiële tekorten bij een aantal arrondissementsparketten, door het College van procureurs-generaal in 2003 besloten de werving van zogenaamde «buitenstaanders» en officieren enkelvoudige zittingen tijdelijk te staken. Dit hangt samen met de verplichting van het College om rechterlijke ambtenaren in opleiding (raio's) die hun opleiding hebben afgerond bij een arrondissementsparket te plaatsen en te benoemen. De 14 raio's die de opleiding tussen 1 januari en 1 juli 2003 hebben beëindigd en voor het OM hebben gekozen zijn inmiddels geplaatst en benoemd. In het najaar 2003 zullen nog 3 raio's worden geplaatst, welke plaatsing geen probleem zal zijn. Daarnaast wachten 8 zogenaamde portefeuillekandidaten op benoeming, die door de selectiecommissie van het OM daartoe geschikt zijn bevonden maar die nog geplaatst moeten worden. Het betreft personen die tot het moment van plaatsing elders werkzaam zijn, als parketsecretaris, beleidsmedewerker OM of advocaat. Zodra hun plaatsing een feit is zal de wervingsstop kunnen worden opgeheven.

De bezuinigingen bij het OM zullen niet leiden tot het ontslaan van officieren of overige medewerkers bij het OM. Onder verwijzing naar mijn antwoord op de kamervragen van het lid Dittrich, (Tweede Kamer Vergaderjaar 2002–2003, Aanhangsel Handelingen, nummer 1177) merk ik nog op dat het OM een groot aantal parketten en diensten omvat, die ieder op eigen wijze invulling geven aan de justitiebrede taakstellingen voor 2003. Ten gevolge hiervan zal het aantal medewerkers per saldo kunnen gaan afnemen.

Voor de jaren 2004–2007 geldt dat het in het Hoofdlijnenakkoord is vastgelegd dat extra middelen beschikbaar zullen worden gesteld voor het oplossen van de knelpunten in de justitiële keten. Bij de verdeling van dit geld hecht het kabinet evenwel aan een evenwichtige ketenbenadering. Daarom worden momenteel alle knelpunten in de justitiële keten in kaart gebracht. Bij het uitbrengen van de begroting voor 2004 van het Ministerie van Justitie zal uw Kamer worden bericht over de verdeling van deze extra gelden. Dan zal ook duidelijk worden welke bedragen beschikbaar zijn voor het oplossen van de financiële knelpunten bij de zittende magistratuur en het OM.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven