Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28600-V nr. 69 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28600-V nr. 69 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 september 2003
Van 7–11 juli 2003 vond in New York de eerste tweejaarlijkse bijeenkomst plaats over de implementatie van het Actieprogramma van de Verenigde Naties over de bestrijding van de illegale handel in kleine en lichte wapens, dat tijdens de VN-conferentie in juli 2001 is aangenomen. Hierbij bied ik u, mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, een verslag aan van deze VN-conferentie.
Tweejaarlijkse bijeenkomst 2003
In het Actieprogramma van juli 2001 is overeengekomen dat in 2006 een tweede conferentie over de bestrijding van de illegale handel in kleine- en lichte wapens zal worden gehouden, waarin opnieuw over de inhoud van het Actieprogramma kan worden onderhandeld. Verder werd overeengekomen dat in 2003 en in 2005 bijeenkomsten plaats zullen hebben waarin tussentijds kan worden bezien in hoeverre de in 2001 in het Actieprogramma vastgelegde afspraken zijn gerealiseerd. Voorzitter van de eerste tweejaarlijkse bijeenkomst was de Japanse Ambassadeur bij de Ontwapeningsconferentie te Geneve, Mw. Kuniko Inoguchu. Nederland maakte deel uit van het bureau van de Conferentie.
In deze eerste tweejaarlijkse bijeenkomst deden 101 landen verslag van hun nationale en/of regionale implementatie van het VN-Actieprogramma. Ook NGO's die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de uitvoering van het actieprogramma, kwamen tijdens de conferentie aan het woord. Verder was er een thematische discussie waarin onder andere is gesproken over zaken die nog niet in het VN-Actieprogramma zijn geregeld, waaronder instrumenten voor exportcontrole, het merken en registreren, tussenhandel in kleine wapens, een betere controle op particulier wapenbezit en leverantie van kleine en lichte wapens aan niet-overheidsorganisaties.
Uit de inbreng van de deelnemende landen kwam naar voren dat over het algemeen aan de bestrijding van illegale handel in deze wapens veelbelang wordt gehecht, juist vanwege de relatie met ontwikkeling en criminaliteit. Dit bleek onder andere uit de grote hoeveelheid activiteiten die de afgelopen twee jaar hebben plaatsgevonden. De resultaten zijn echter per regio verschillend. De OVSE en de EU lopen voorop in dit proces, met name op het gebied van exportcontrole. Zoals bekend heeft de EU in 1998 een gedragscode aangenomen voor wapenexportcontrole. Op 26 juni jl. is een gedragscode aangenomen over de controle op de tussenhandel (brokering). In een groot aantal landen in Azië en in het Midden-Oosten moeten echter nog veel inspanningen worden verricht. In Afrika wordt de aanpak van illegale handel in kleine wapens bemoeilijkt door een gebrek aan capaciteit, maar met hulp van donorlanden, waaronder Nederland, wordt veel gedaan om dit te verhelpen.
De Japanse voorzitter van de conferentie heeft de discussies samengevat in een zogenaamde Chairman's Summary. De status van dit document is beperkt, omdat het onder volledige verantwoordelijkheid van Japan is geschreven en uitsluitend de visie van de voorzitter weergeeft. Dat betekent dat de inhoud niet door alle landen zal worden onderschreven, hoewel de Voorzitter heeft geprobeerd om in haar rapport alle controversiële kwesties te vermijden.
Een aantal NGO's heeft aangekondigd de nationale verklaringen en de implementatierapporten te zullen analyseren om te bezien waar vooruitgang is geboekt en waar nog extra inspanningen nodig zijn. Dit zal naar verwachting een duidelijker beeld geven van de situatie twee jaar na de aanname van het VN-Actieprogramma.
Hieronder wordt kort ingegaan op de onderwerpen die tijdens of en marge van de conferentie aan de orde zijn gekomen.
Rapportage implementatie Actieprogramma
Ruim 80 landen hebben voorafgaand aan de conferentie een nationaal implementatierapport ingediend bij het UN Department for Disarmament Affairs (UNDDA). Deze rapportages geven een redelijk beeld van wat inmiddels op nationaal en regionaal niveau uit het Actieprogramma (UNPoA) is gerealiseerd. Veel landen hebben aangegeven een regelmatige rapportage over de implementatie van het UNPoA van belang te vinden. Dit verschaft duidelijkheid over wat nog niet is bereikt en waar mogelijk assistentie nodig is. Bovendien worden landen hierdoor gedwongen aandacht te blijven besteden aan de uitvoering van de verplichtingen die in dit programma zijn opgenomen. Ruim 90 landen moeten nog een implementatierapport inleveren. Nederland steunt, samen met Noorwegen, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk een programma van UNDP, dat landen ondersteuning biedt bij het opstellen van de implementatierapporten.
Merken en registreren (marking and tracing)
De Indiase voorzitter van de VN-expertgroep die de mogelijkheden voor internationale afspraken over «marking and tracing» heeft onderzocht en waarin ook een Nederlandse expert zitting had, heeft de aanbevelingen in het rapport van de expertgroep tijdens de VN-conferentie toegelicht. In het rapport is een aantal minimumeisen opgenomen voor nationale regelgeving over «marking and tracing» en zijn aanbevelingen gedaan voor verbeterde internationale samenwerking bij de opsporing van kleine wapens. Anders dan in het al bestaande Vuurwapenprotocol, richt dit instrument zich ook op de wapens die naar conflictgebieden «verdwijnen» en niet alleen op de wapens die in het criminele circuit zijn aangetroffen. Het rapport zal worden besproken in de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in oktober 2003. Naar verwachting zal er een resolutie worden aangenomen met de aanbeveling dat in 2004 met de onderhandelingen over een juridisch/politiek bindend instrument kan worden begonnen. Tijdens de conferentie in New York heeft een aantal landen aangegeven een juridisch bindend instrument te willen, waaronder de EU-landen, India, Mexico en Brazilië.
Tussenhandel in kleine wapens (brokering)
Veel landen gaven in hun interventies aan het Noors-Nederlandse initiatief, dat er op is gericht illegale tussenhandel (brokering) in wapens tegen te gaan, te ondersteunen. Het Noors-Nederlandse initiatief is gestart met een door Nederland en Noorwegen georganiseerde conferentie over «brokering» in kleine- en lichte wapens op 22–24 april 2003. Het doel van deze conferentie was zoveel mogelijk overeenstemming te bereiken over een aantal elementen die de basis kunnen vormen voor nationale wetgeving op het gebied van tussenhandel in kleine wapens, waaronder de definiëring, vergunningverlening, sancties, extra-territoriale werking, registratie en informatie-uitwisseling.
In een goed bezochte bijeenkomst en marge van de conferentie, die werd voorgezeten door Nederland, zijn de resultaten van de conferentie over «brokering» in Oslo gepresenteerd. En marge van de conferentie in New York is door de Nederlandse en de Noorse delegaties uitvoerig overlegd over mogelijkheden voor verder overleg met de OAS (die binnenkort «model regulations» voor brokering zal aannemen), SADC, ECOWAS, ASEAN, het Pacific Forum en de Arabische Liga. De regionale organisaties zullen het verzoek van Noorwegen en Nederland tot nadere dialoog over dit onderwerp intern bespreken. Vervolgens wordt een geschikt tijdstip gezocht om de besprekingen voort te zetten in de betreffende regio en te bezien op welke wijze kan worden samengewerkt bij het nemen van volgende stappen in de richting van een betere controle op tussenhandel in kleine wapens.
Assistentie en donorcoördinatie
Naast technische assistentie bij de rapportage steunt Nederland een groot aantal andere projecten die zijn gericht op de implementatie van het VN-Actieprogramma. Ook andere donorlanden zijn op dit gebied actief. Een goede donorcoördinatie bij projectfinanciering is dus van belang. En marge van de conferentie hebben Nederland en onder andere het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Zwitserland, Duitsland, Canada en de VS met de VN afgesproken dat UNDP een systeem zal ontwikkelen waarin landen hun informatie over projectondersteuning efficiënter kunnen uitwisselen. Nederland streeft er overigens naar projecten vooral in samenwerking met andere landen te financieren.
Organisatie voor Vrede en Samenwerking in Europa (OVSE)
Als vertegenwoordiger van het huidige voorzitterschap van de OVSE, heeft de Nederlandse delegatie de conferentie geïnformeerd over de implementatie van het Actieprogramma door de OVSE, en het implementatierapport van de OVSE aan de VN aangeboden. Een aantal OVSE-landen, waaronder Nederland, heeft meegewerkt aan de samenstelling van een «Best Practices Handbook» dat tot doel heeft de implementatie van het OVSE-document inzake kleine wapens te ondersteunen. Voor landen buiten de OVSE biedt dit handboek een waardevolle bijdrage bij de implementatie van de verplichtingen in het VN-Actieprogramma. In het handboek zijn «best practices» opgenomen over o.a. voorraadbeheer, vernietiging van surplus, de controle op tussenhandel in wapens, op wapenexport en op productie van kleine wapens. In een door de OVSE georganiseerde bijeenkomst en marge van de conferentie, die door het hoofd van de Nederlandse delegatie is geopend, is dit handboek aan de VN aangeboden.
Hoewel deze conferentie vooral was bedoeld om een tussentijdse balans op te maken van de tenuitvoerlegging van het VN-actieprogramma, kwamen toch weer grotendeels bekende tegenstellingen over verdere stappen aan de oppervlakte. Er blijft verdeeldheid bestaan over de wenselijkheid van internationale juridisch bindende afspraken op dit terrein. Tijdens de aanstaande Algemene Vergadering van de VN zal al moeten blijken hoeveel steun er bestaat voor juridisch bindende maatregelen op het gebied van «marking en tracing». Nederland is zoals hierboven aangegeven voorstander van dergelijke maatregelen. Ook de bekende verschillen van opvatting over bezit van en handel in kleine en lichte wapens door particulieren kwamen in New York weer naar voren. Ook ten aanzien van de wenselijkheid van maatregelen om de tussenhandel in wapens internationaal te reguleren bestaan verschillen van mening tussen de VN-lidstaten. Nederland is van plan om samen met Noorwegen in de komende tijd steun verdere steun te verwerven voor actie op dit terrein. Dit zou moeten resulteren in overeenstemming over maatregelen tijdens de herzieningsconferentie in 2006.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28600-V-69.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.