nr. 24
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2003
In het Algemeen Overleg van 20 maart 2003 met de vaste Commissies voor
Financiën, voor Economische Zaken en voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
(kamerstuk 28 600-IXB, nr. 23) uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal
is gesproken over de evaluatie van het experiment met het verlaagde BTW-tarief
voor arbeidsintensieve diensten door Research voor Beleid. Naar aanleiding
van dit overleg heeft mijn ambtsvoorganger het CPB om een contra-expertise
verzocht.
Hierbij ontvangt u de integrale rapportage van het CPB.1 Research voor Beleid heeft inmiddels gereageerd op de contra-expertise.
Deze reactie voeg ik bij.
Research voor Beleid concludeerde dat de BTW-verlaging geen aantoonbaar
effect heeft gehad op het aantal werknemers in in ieder geval drie van de
vijf branches waarvoor de BTW-maatregel geldt. Over de andere twee branches
kon Research voor Beleid geen uitsluitsel geven, vanwege niet aansluitende
data.
Het CPB constateert dat het moeilijk is aan te geven in hoeverre de evaluatie
door Research voor Beleid een antwoord kan geven op de vraag hoe groot de
effecten zijn geweest van de BTW-maatregel. Het beschikbare datamateriaal
levert volgens het CPB drie positieve indicaties op, maar het CPB heeft twijfels
over de kwaliteit van de beschikbare data.
De beide rapportages overziend blijkt dat het wetenschappelijk en statistisch
uitermate lastig is om een gefundeerde uitspraak te doen over het effect van
de maatregel.
Voor de volledigheid meld ik dat de Europese Commissie op 2 juni
haar evaluatierapport van het experiment heeft gepubliceerd (COM(2003)309).
Volledigheidshalve voeg ik deze publicatie bij.1
De Europese Commissie concludeert dat de door de lidstaten verstrekte informatie
en de beperkingen die inherent zijn aan de gebruikte analysemethoden leiden
tot de conclusie dat het experiment met de arbeidsintensieve diensten
niet op overtuigende wijze heeft aangetoond dat een BTW-verlaging een gunstig
effect heeft op de werkgelegenheid.
Het experiment heeft een tijdelijk karakter en loopt, tenzij anders wordt
besloten, aan het einde van dit jaar af. Naar verwachting zal de Europese
Commissie hierover binnenkort met nadere voorstellen komen.
De Staatssecretaris van Financiën,
J. G. Wijn