nr. 13
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SLOB TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 12
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 13a vervangen door:
Artikel 13a. Bijdragen van derden
1. Materiële of geldelijke bijdragen van derden, niet zijnde ouderbijdragen
of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen, worden slechts aanvaard
indien zij verenigbaar zijn met:
a. de pedagogische en onderwijskundige taak van de school, en
b. de objectiviteit, de onafhankelijkheid en de kwaliteit van het onderwijs.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften gegeven
over de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen, bedoeld in
het eerste lid.
II
In artikel II, onderdeel C, wordt artikel 22a vervangen door:
Artikel 22a. Bijdragen van derden
1. Materiële of geldelijke bijdragen van derden, niet zijnde ouderbijdragen
of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen, worden slechts aanvaard
indien zij verenigbaar zijn met:
a. de pedagogische en onderwijskundige taak van de school, en
b. de objectiviteit, de onafhankelijkheid en de kwaliteit van het onderwijs.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften gegeven
over de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen, bedoeld in
het eerste lid.
III
In artikel III, onderdeel C, wordt artikel 24a1 vervangen door:
Artikel 24a1. Bijdragen van derden
1. Materiële of geldelijke bijdragen van derden, niet zijnde ouderbijdragen
of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen, worden slechts aanvaard
indien zij verenigbaar zijn met:
a. de pedagogische en onderwijskundige taak van de school, en
b. de objectiviteit, de onafhankelijkheid en de kwaliteit van het onderwijs.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften gegeven
over de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen, bedoeld in
het eerste lid.
IV
Artikel IV vervalt.
Toelichting
Conform aanwijzing 22 van de Aanwijzingen voor de regelgeving verdient
het aanbeveling de verhouding tussen wet en lagere regelgeving zo vorm te
geven dat de wet tenminste de hoofdelementen van de regeling bevat; daaronder
begrepen de (duurzame) normstelling. Het voorgestelde amendement voorziet
er daarom in de normstelling waaraan sponsoring dient te voldoen in de wet
op te nemen en de uitwerking daarvan mogelijk te maken via een amvb.
Ondergetekende gaat er daarbij van uit dat bij de opstelling van de amvb
het in de onderwijssector afgesloten convenant leidend zal zijn voor wat betreft
de inhoud van de amvb.
Slob