28 499
Evaluatie Regeling legionellapreventie en Waterleidingsbesluit

nr. 2
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2005

Na de legionella-epidemie in 1999 tijdens de Wesfriese Flora te Bovenkarspel is er veel gebeurd op het gebied van wetgeving en toezicht inzake legionellapreventie. Met de recente publicatie van de wijziging van het Waterleidingbesluit (Stb. 2004, 576) waarmee de «Tijdelijke regeling legionellapreventie in leidingwater» een definitief vervolg heeft gekregen, is voor de eerstkomende tijd de ontwikkeling van wetgeving op het gebied van legionellapreventie afgerond.

Dit lijkt dan ook een geschikt moment om u, mede namens de andere betrokken ministers (van VWS, SZW, V&W, LNV en EZ), een notitie te zenden1 over de toezichtstructuur op het gebied van legionellapreventie. Omdat een legionellabesmetting veroorzaakt kan worden door diverse bronnen die op uiteenlopende locaties aanwezig kunnen zijn, zijn er in het preventieve vlak verschillende wettelijke kaders te onderscheiden met de daarbij behorende toezichthouders.

In de notitie wordt uiteengezet in welke situatie welke regelgeving van toepassing is en wie toezicht houdt op de naleving daarvan. Ook is aangegeven hoe de verschillende toezichthoudende instanties hun activiteiten zo optimaal mogelijk op elkaar afstemmen.

Het legionellatoezicht op fonteinen in openbare ruimten is nog niet geregeld. De betrokken ministeries van SZW, VROM en VWS zullen nog nader overleggen onder welke wetgeving en toezichthouder dit toezicht moet plaatsvinden.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven