28 498 Het Internationaal Strafhof

Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2020

Van 2 tot en met 7 december jl. vond in Den Haag de jaarlijkse Vergadering van verdragspartijen van het Internationaal Strafhof plaats. Over de Nederlandse inzet tijdens deze Vergadering werd u geïnformeerd via de Kamerbrief van 2 december jl. (Kamerstuk 28 498, nr. 45).

Versterking Strafhof

De Vergadering stond dit jaar voornamelijk in het teken van de review van het Hof, teneinde het functioneren van het Hof te versterken. Het kabinet is verheugd dat er tijdens de Vergadering een resolutie is aangenomen waarmee deze review van start kan gaan.Nederland vindt dat het Hof en de verdragspartijen meer kunnen en moeten doen om het Hof zo effectief mogelijk te maken in de strijd tegen straffeloosheid.

Negen experts zullen zich voor de review focussen op drie thema’s: 1. De governance van het Hof 2. De organisatie en het verloop van de rechtspraak en 3. De organisatie van het werk van de aanklager. De kosten van de review zijn conform Nederlandse wens opgenomen in de begroting van 2020 van het Hof. Nadat de experts hun aanbevelingen hebben gegeven in september 2020 zullen de verdragspartijen in korte tijd de aanbevelingen van de experts omzetten naar voorstellen en resoluties, zodat er concrete maatregelen genomen kunnen worden tijdens de Vergadering in december 2020.

Tijdens het algemene debat van de Vergadering benadrukten verdragspartijen dat – naast de onafhankelijke experts – het vooral de verdragspartijen zelf zijn die een belangrijke rol spelen bij de review: door kritisch naar het eigen functioneren te kijken, en door ervoor te zorgen dat er maatregelen doorgevoerd kunnen worden. De review is enkel de eerste stap. Verdragspartijen gaven aan uit te kijken naar een inclusief, transparant proces met concrete, actiegerichte aanbevelingen.

Verkiezing nieuwe aanklager en rechters in 2020

Er was tevens veel aandacht voor de aankomende verkiezingen van zes nieuwe rechters, waarna ook een nieuwe president zal worden verkozen, en de verkiezing van de nieuwe aanklager voor een termijn van negen jaar tijdens de Vergadering van december 2020. Het mandaat van de huidige aanklager, Fatou Bensouda, loopt af in juni 2021. Het Hof is gediend bij een sterke opvolger. Nederland zet zich hier actief voor in.

Veel verdragspartijen, waaronder Nederland, hadden voorafgaand aan de Vergadering opgeroepen om het proces rond de verkiezingen van rechters te versterken. Staten benadrukten dat kennis en ervaring van de kandidaten de doorslaggevende factoren moeten zijn en dat politisering moet worden vermeden. De kwaliteit van de rechters raakt aan kritiek op het functioneren van het Hof en is een voorbeeld waar verdragspartijen zelf hun verantwoordelijkheid moeten nemen. De verdragspartijen dragen immers in sommige gevallen niet of minder geschikte kandidaten voor en kiezen rechters veelal op basis van steunruil. Het is in dat kader een positieve stap dat de Vergadering een resolutie aan heeft genomen die de onafhankelijke beoordeling van kandidaat-rechters dient te versterken.

Rechters-salarissen

Naast de verkiezingen van de rechters, kwamen ook hun salarissen aan de orde tijdens deze Vergadering. In zijn speech benoemde Minister Blok het feit dat een aantal rechters een zaak is gestart bij het administratief tribunaal van de ILO (ILOAT) over de hoogte van hun salaris terwijl veel belangrijke besluiten blijven liggen, hetgeen moeilijk uit te leggen is. De president greep het debat over de review aan om nogmaals de redenen uiteen te zetten waarom zij de procedure voor een verhoging van hun salaris hebben aangespannen, wat tot verschillende negatieve reacties leidde. Ten aanzien van de zaak voor het ILOAT is het goed dat de Vergadering een compromis heeft weten te bereiken door een panel in het leven te roepen dat aanbevelingen kan doen aan de Vergadering over de hoogte van de salarissen van de rechters. Na jaren van uitstel van de verdragspartijen over een beslissing rond de herziening van de salarissen van rechters kan de Griffier (als verdediger in de zaak) nu in zijn verweer laten zien dat er maatregelen zijn genomen voor de herziening van de salarissen in de toekomst.

Uithongering als oorlogsmisdrijf

Een belangrijk resultaat werd behaald met de aanname van het amendement van het Statuut van Rome waarmee strafbaarstelling van uithongering van de burgerbevolking als oorlogsmisdrijf in niet-internationale gewapende conflicten wordt toegevoegd aan het Statuut. Nederland organiseerde voorafgaand aan de aanname een evenement over «conflict and hunger», voortbouwend op de door Nederland in 2018 geïnitieerde en door de VN-Veiligheidsraad unaniem aangenomen resolutie 2417 over de verbanden tussen conflict en honger en over het belang van het amendement voor de strijd tegen straffeloosheid.

Begroting

De begroting van het Hof blijft een splijtzwam en belangrijke bron van hoogoplopende discussies over de manier waarop het Hof gesteund dient te worden. Nederland heeft in 2019 opnieuw een belangrijke rol gespeeld in de onderhandelingen, omdat het van belang is dat het Hof voldoende financiering ontvangt om zijn mandaat uit te voeren. Hoewel niet alle onderdelen uit het advies van de Committee on budget and finance in de begroting zullen worden opgenomen, is het kabinet tevreden met het eindresultaat, waarmee de aanklager en het Independent Oversight Mechanism van het Hof extra middelen krijgen. Nederland bevond zich in de onderhandelingen over het budget tegenover een groep landen die aanstuurde op zero nominal growth van de begroting. Naar de mening van het kabinet zou het Hof daardoor niet efficiënter, maar juist verzwakt worden. Om dit te onderschrijven heeft de Nederlandse delegatie net als vorig jaar, samen met een groep gelijkgezinde landen, een verklaring uitgesproken waarin voor de negatieve gevolgen van onder-financiering wordt gewaarschuwd.

Overig

Tijdens de Vergadering vond een groot aantal inhoudelijke bijeenkomsten plaats over de volle breedte van onderwerpen die aan het Hof gelieerd zijn. Nederland organiseerde onder andere, als co-facilitator van de werkgroep universaliteit, een bijeenkomst waar werd gesproken over de obstakels voor toetreding van landen bij het Statuut van Rome, maar waar ook veel aandacht was voor de nieuwe verdragspartij Kiribati en mogelijke andere toetredingen. Positief nieuws kwam tevens van een parlementariër uit Oekraïne die aankondigde dat er een «critical mass» van voorstanders bereikt is in het Oekraïens parlement, en dat mogelijk al in mei of juni over toetreding tot het Statuut zou kunnen worden gestemd.

Ook organiseerde Nederland twee bijeenkomsten rond samenwerking met het Hof waar aandacht werd gevraagd voor een sterker engagement van verdragspartijen na de vrijlating van vrijgesproken personen naar aanleiding van de Blé Goudé kwestie, voor wie het Hof nog altijd een land zoekt dat hem wil overnemen, en het ondersteunen van familiebezoeken van gedetineerde verdachten. Nederland organiseerde daarnaast een bijeenkomst samen met de bewijzenbank voor Syrië (het IIIM), het IIMM voor Myanmar en de griffie van het Hof over samenwerking tussen accountability mechanismen en het maatschappelijk middenveld. Ook was Nederland medeorganisator van evenementen over de duur en timing van onderzoeken van het Hof, van een event ter promotie van het Nederlandse initiatief voor een multilateraal verdrag inzake rechtshulp en uitlevering bij internationale misdrijven en van een bijeenkomst waarbij de mensenrechtencommissie van de Democratische Republiek Congo «ethical guidelines» presenteerde om onderzoekers te trainen en bewustwording te versterken voor mensenrechtenstandaarden bij het vergaren van bewijs.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven