28 498 Het Internationaal Strafhof

Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2013

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 18 maart 2013 inzake uw verzoek om informatie over enkele actuele kwesties m.b.t. het Internationale Strafhof.

De regering benadrukt de steun van Nederland voor het Internationaal Strafhof. Nederland is er trots op gastland te zijn en komt de verplichtingen die het ten aanzien van het Internationaal Strafhof heeft nauwgezet na. Het Internationaal Strafhof is een uniek fenomeen in de internationale rechtsorde. Nederland onderhoudt intensief contact met het Internationaal Strafhof om te zorgen dat het zijn werk goed kan uitvoeren. Zo zal Nederland, in samenwerking met het Internationaal Strafhof de komende tijd de procedures rond aankomst, verblijf en vertrek van verdachten en getuigen verder uitwerken.

Daarnaast gaat de regering graag kort in op de overbrenging van Internationaal Strafhof-verdachte Bosco Ntaganda naar Den Haag, naar aanleiding van het verzoek van de Kamer om geïnformeerd te worden. Op 18 maart 2013 maakten Rwanda en de Verenigde Staten bekend dat Ntaganda zich had gemeld bij de Amerikaanse Ambassade in Kigali met het verzoek om te worden overgedragen aan het Internationaal Strafhof. Op vrijdag 22 maart is Ntaganda door het Internationaal Strafhof in hechtenis genomen en overgebracht naar Den Haag. Op dinsdag 26 maart is Ntaganda voor het eerst verschenen voor de rechters van het Internationaal Strafhof. De regering wil graag haar waardering uitspreken voor de rol van Rwanda en de Verenigde Staten, twee landen die niet zijn toegetreden tot het Internationaal Strafhof, bij de overbrenging van Ntaganda naar Nederland.

Bevordering van toetreding tot het Statuut van Rome

Op 9 november 2012 werd de Kamer geïnformeerd over de voorlopige agenda van de elfde bijeenkomst van de Vergadering van Verdragsstaten van het Internationaal Strafhof (28 498, nr.27). In deze brief bevestigde de regering dat Nederland de universaliteit van het Statuut van Rome actief zal blijven bevorderen, zowel bilateraal als in het kader van de Europese Unie. Het Internationaal Strafhof fungeert als sluitsteen van een (inter)nationaal handhavingssysteem voor de berechting van internationale misdrijven. Uitgangspunt voor dit systeem is dat staten primair verantwoordelijk zijn voor strafrechtelijk optreden tegen verdachten van deze misdrijven (het complementariteitsbeginsel).

Het beleid van de regering ten aanzien van de bevordering van de universaliteit van het Statuut van Rome is in lijn met de Kamermoties over dit onderwerp. Op 19 december 2012 diende het lid Sjoerdsma een motie in (33 000V Nr. 69) die de regering oproept: «zich in bilateraal en multilateraal verband actief in te zetten voor de aansluiting van zoveel mogelijk landen bij het Statuut van Rome en het Internationaal Strafhof». Op 12 maart 2013 dienden de leden Bonis en Sjoerdsma een motie in (21 501-02 Nr. 1231) die de regering oproept: «bilateraal en in Europees verband aan te dringen op Egyptische aansluiting bij het Internationaal Strafhof». De Kamer heeft beide moties aangenomen en de regering heeft ze omarmd als ondersteuning van bestaand regeringsbeleid.

Nederland zet zich, zowel in bilateraal als multilateraal verband, in om universaliteit van het Statuut van Rome te bevorderen. Dit gebeurt onder andere via gerichte contacten, uitnodigingen en bezoeken. In dit verband bezocht de Maleisische Minister van Justitie Den Haag in december 2012. In maart 2013 bracht de Indonesische viceminister van Justitie en Mensenrechten een vergelijkbaar bezoek. Deze delegaties werden onder meer ontvangen door de Minister van Buitenlandse Zaken, de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, het Internationaal Strafhof, het Internationaal Gerechtshof en verschillende andere juridische instellingen in Den Haag. De voornaamste reden om beide delegaties in Nederland te verwelkomen was om toetreding van Indonesië en Maleisië tot het Statuut van Rome te bevorderen. Ook na de bezoeken blijft Nederland met beide landen in gesprek over toetreding.

De Egyptische Minister van Justitie heeft in februari 2013 het belang van toetreding tot het Internationaal Strafhof onderstreept. In reactie op deze uitspraak zal Nederland de Egyptische regering benaderen en steun aanbieden bij toetreding. Ook in EU-verband zal Nederland zich inzetten voor Egyptische toetreding tot het Internationaal Strafhof.

Situatie met betrekking tot de Keniaanse Internationaal Strafhof-verdachten

In december 2007 vonden in Kenia algemene verkiezingen plaats waarvan de uitkomst werd betwist. Dit leidde tot ongeregeldheden en geweld met ruim 1.100 doden en grote aantallen ontheemden tot gevolg. Naar aanleiding van het verkiezingsgeweld heeft de Kamer van Vooronderzoek van het Internationaal Strafhof aanklachten bevestigd tegen vier individuen in twee zaken: William Ruto en Joshua Sang (Kenia 1) en Uhuru Kenyatta en Francis Muthaura (Kenia 2). Op 11 maart 2013 heeft de aanklager laten weten de aanklacht tegen Francis Muthaura te willen laten vallen wegens gebrek aan bewijs. De rechters hebben hier op 18 maart mee ingestemd. Het proces tegen Ruto en Sang begint op 28 mei 2013. Het proces tegen Kenyatta begint op 9 juli 2013. Op 4 maart 2013 vonden in Kenia presidentsverkiezingen plaats die zijn gewonnen door verdachten Kenyatta en Ruto. Naar aanleiding van vermeende onrechtmatigheden bij het tellen van de stemmen is er bezwaar ingediend tegen de uitslag van de presidentsverkiezing bij de Keniaanse Hoge Raad. De Hoge Raad verklaarde op 30 maart dat de verkiezingen eerlijk en transparant zijn verlopen en bevestigde daarmee de verkiezingsuitslag. Verliezer Raila Odinga heeft de uitspraak geaccepteerd.

Het Internationaal Strafhof heeft geen aanhoudingsbevelen uitgevaardigd tegen de Keniaanse verdachten. In plaats daarvan vindt het proces plaats onder het regime van de vrijwillige verschijning. De rechters hebben bepaalde voorwaarden opgelegd waar verdachten zich aan dienen te houden. Twee van deze voorwaarden zijn dat de verdachten naar het Internationaal Strafhof komen als de rechters daarom vragen en dat de verdachten geen pogingen mogen doen om de getuigen te beïnvloeden. De Nederlandse regering houdt er rekening mee dat betrokkenen gedurende hun proces langere tijd in Nederland zullen verblijven.

In EU-verband heeft Nederland besloten het contact met de verdachten in de Kenia-zaken te beperken. De mate waarin dit contact wordt beperkt hangt voor een belangrijk deel samen met de mate waarin verdachten samenwerken met het Internationaal Strafhof. De regering wil benadrukken dat verdachten als onschuldig dienen te worden beschouwd tot het moment waarop hun schuld door de rechters is bevestigd. De reden waarom Nederland niettemin besluit tot een beperking van de contacten is omdat de Kamer van Vooronderzoek van het Internationaal Strafhof heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is, om vast te stellen dat er substantiële gronden zijn om aan te nemen dat de verdachten misdrijven tegen de menselijkheid hebben gepleegd.

Niet alleen de verdachten zelf, maar ook de Keniaanse staat dient samen te werken met het Internationaal Strafhof. Kenia is partij bij het Statuut van Rome en is daarom verplicht om volledig samen te werken. Aanklager Bensouda heeft op 11 maart 2013 publiekelijk laten weten dat Kenia slechts in beperkte mate samenwerkt met de aanklager van het Internationaal Strafhof en haar zorgen geuit over de situatie rondom de getuigen in de Kenia-zaken. Nederland is hierover bezorgd en roept de Keniaanse autoriteiten en de verdachten, zowel in EU-verband als bilateraal, op om volledig met het Internationaal Strafhof samen te werken en te zorgen voor een adequate bescherming van de getuigen in de Kenia-zaken.

Aanhoudingsbevel tegen president Bashir

In 2009 en 2010 heeft het Internationaal Strafhof twee aanhoudingsbevelen uitgevaardigd tegen president Bashir wegens genocide, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Helaas heeft het aanhoudingsbevel tegen president Bashir nog niet geleid tot zijn arrestatie. Nederland oefent waar nodig, bilateraal en via de EU, druk uit op landen die geen uitvoering geven aan de aanhoudingsbevelen van het Strafhof tegen president Bashir. In het kader van het vredesproces tussen Sudan en Zuid-Sudan is overigens enige terughoudendheid geboden om het overleg tussen beide landen niet te verstoren. Op 15 en 16 februari 2013 bracht president Bashir een bezoek aan Tsjaad. Tsjaad is statenpartij bij het Internationaal Strafhof en dus verplicht om volledig samen te werken. Nederland heeft er in EU-verband bij Tsjaad op aangedrongen om alle verplichtingen onder het Statuut van Rome na te leven.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven