nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 26 februari 2003
Artikel I, onder A, van het voorstel van wet komt te luiden:
A
Artikel 14 komt te luiden:
Artikel 14
1. De in artikel 2, onder a en b, bedoelde personen mogen geen gebruik
maken van hun bevoegdheid tot uitoefening van de artsenijbereidkunst zolang
de inspecteur binnen wiens ambtsgebied zij zich ter uitoefening van hun beroep
vestigen, hen niet, met het oog op het toezicht op de uitvoering van deze
wet, op hun verzoek heeft ingeschreven in het register van gevestigde apothekers,
van apotheekhoudende artsen of van tweede apothekers.
2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor apothekers en
apotheekhoudende artsen in dienstbetrekking bij de zeemacht of de landmacht.
Het verbod geldt evenmin voor apothekers in dienstbetrekking bij de in artikel
2, eerste lid, onder d, bedoelde personen, binnen de grenzen van de aan deze
personen verleende vergunningen.
3. De inschrijving in het register van gevestigde apotheker, van apotheekhoudende
artsen of van tweede apothekers geschiedt voor elke apotheek waarin door of
in opdracht van de ingeschreven de artsenijbereidkunst wordt uitgeoefend.
Toelichting
Op grond van artikel 14 van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG)
ontleent een apotheker (dat wil zeggen: degene die staat ingeschreven in het
krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
ingestelde register van apothekers) de bevoegdheid tot uitoefening van de
artsenijbereidkunst aan de inschrijving van de in dat artikel bedoelde registers
van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Het gaat daarbij optisch om drie
categorieën van apothekers: de gevestigde, de tweede en de waarnemende
apothekers. Waarnemende apothekers zijn in de praktijk altijd hetzij gevestigde apothekers hetzij tweede apothekers en dus als zodanig al geregistreerd
door de Inspectie.
Ook apothekersassistenten (dat wil zeggen: degenen die krachtens de Wet
BIG bevoegd zijn die titel te voeren) kunnen hun beroep in een apotheek eerst
uitoefenen nadat zij zijn ingeschreven in het register van apothekersassistenten
van de Inspectie. Daarbij controleert de Inspectie aan de hand van hun diploma
of zij bevoegd zijn de titel van apothekersassistent te voeren. Apothekersassistenten
die in een apotheek werken, zijn altijd in dienst van een apotheker, een apotheekhoudende
arts of een apotheekhoudende rechtspersoon. Het is de verantwoordelijkheid
van de werkgever om vooraf te controleren of de betrokkenen in het bezit zijn
van het diploma op grond waarvan zij bevoegd zijn tot het voeren van de titel
van apothekersassistent. Het ligt niet in de rede dit ook nog eens door de
Inspectie te laten doen.
Aangezien zowel de registratie als waarnemend apotheker als de registratie
als apothekersassistent door de Inspectie veel administratieve handelingen
met zich brengen, maar in het licht van het toezicht op de kwaliteit van de
beroepsbeoefening geen meerwaarde heeft, wordt voorgesteld deze registraties
uit de wet te schrappen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. J. de Geus