nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 januari 2004
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel houdende aanvulling
van de Auteurswet 1912 inzake de thuiskopie tot invoering van verlengde aansprakelijkheid
voor verkopers (28 486) d.d. 25 september 2003 heb ik Uw Kamer toegezegd
in te gaan op het aanschrijven door Buma van basisscholen die geen of onvoldoende
auteursrechten betalen voor het gebruik van muziek tijdens verjaardagen, feesten
en pauzes. In deze brief wordt aan die toezegging gevolg gegeven.
De Auteurswet regelt de bescherming van werken, waaronder muziek, en kent
daartoe aan de makers of hun rechtverkrijgenden de exclusieve rechten toe
van openbaarmaking en verveelvoudiging. De Auteurswet houdt ook rekening met
de belangen van gebruikers van werken en voorziet daartoe in de nodige beperkingen
op de exclusieve rechten. Zo is op grond van artikel 12, vijfde lid, van de
Auteurswet geen toestemming vereist voor een voordracht, op- of uitvoering
of voorstelling in het openbaar die uitsluitend dient tot het onderwijs dat
vanwege de overheid of vanwege een rechtspersoon zonder winstoogmerk wordt
gegeven voor zover de voordracht, op- of uitvoering of voorstelling deel uitmaakt
van het schoolwerkplan of leerplan voor zover van toepassing, of tot een wetenschappelijk
doel.
De belangen van componisten, tekstdichters en muziekuitgevers bij het
openbaar maken van muziek worden in Nederland behartigd door Buma. Buma heeft
als enige een vergunning van de minister van Justitie gekregen ingevolge artikel
30a van de Auteurswet om als bedrijf te bemiddelen in muziekauteursrechten
terzake van uitvoering in het openbaar en uitzenden.
Het gebruik van muziek op basisscholen voor educatieve doeleinden is toegestaan
zonder dat daarvoor een regeling met Buma behoeft te worden getroffen, mits
de voorwaarden van artikel 12, vijfde lid, van de Auteurswet in acht worden
genomen. Voor het overige gebruik, zoals het draaien van muziek tijdens verjaardagen,
feesten en pauzes, moet een regeling met Buma worden getroffen. In 1993 is
hiervoor in samenwerking met de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten en de
besturenbonden een speciaal tarief voor basisscholen tot stand gekomen. Destijds zijn 8000 basisscholen aangeschreven. Met 2500 basisscholen daarvan
is een regeling getroffen. Sindsdien is Buma in dit marktsegment niet meer
actief geweest.
Kort geleden is aan Buma gebleken dat duizenden basisscholen muziek gebruiken
zonder dat daarvoor een regeling is getroffen en betaling plaatsvindt. Buma
heeft vervolgens de 5500 basisscholen waarmee nog geen regeling is getroffen
aangeschreven. Deze basisscholen is verzocht eventueel gebruik van muziek
voor niet-educatieve doeleinden op te geven en de naar aanleiding daarvan
op stellen factuur te voldoen. Op dat verzoek hebben 5000 basisscholen gereageerd.
Daarvan hebben 1500 basisscholen verklaard geen muziek ten gehore te brengen.
De overige 3500 basisscholen hebben aangegeven hoeveel muziek zij gebruiken
en hebben de op dat gebruik toegesneden factuur betaald. De 500 basisscholen
die niet hadden gereageerd op het verzoek van Buma zijn voor het maximale
bedrag uit het speciale tarief voor basisscholen aangeslagen.
Over het laatstgenoemde aspect van de handelswijze van Buma is enige commotie
ontstaan. Begin september heeft Buma daarom tekst en uitleg gegeven aan de
besturenbonden. In het overleg tussen Buma en de besturenbonden is besloten
de inmiddels ten aanzien van die 500 basisscholen in gang gezette incasso-procedure
tijdelijk stop te zetten. De scholen hebben tot 1 oktober jl. respijt
gekregen om alsnog op het verzoek van Buma te reageren en – zo nodig –
te betalen. Honderd scholen hebben niet gereageerd en de daaruit voortvloeiende
factuur niet betaald. Ten aanzien van die scholen is de incasso-procedure
hervat.
Volledigheidshalve zij er nog op gewezen dat er sinds 15 juli 2003
een College van Toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige
rechten bestaat dat onder meer tot taak heeft toezicht uit te oefenen op de
inning en de verdeling van vergoedingen door Buma.
De Minister van Justitie a.i.,
M. C. F. Verdonk