28 484
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima

nr. 50
WIJZIGING VOORGESTELD DOOR DE COMMISSIE

Ontvangen 8 februari 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel aAO (betreffende artikel 14b, tweede lid), komt te luiden:

Aao

Artikel 14b, tweede lid komt te luiden:

2. De proeftijd bedraagt in de gevallen bedoeld in artikel 14c, eerste lid, en tweede lid, onder 3e en 4e, ten hoogste twee jaren en in de overige gevallen ten hoogste drie jaren. De proeftijd kan ten hoogste tien jaren bedragen indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

Toelichting

Deze wijziging strekt ertoe in het wetsvoorstel zoals het is komen te luiden na de stemmingen van 1 juli 2004, dat thans voor eindstemming in de Tweede Kamer gereed ligt, een correctie aan te brengen in verband met het aangenomen amendement op stuknummer 15. De tekst van artikel 14b, tweede lid, zoals die er na de stemming over de amendementen ligt is vervangen door een tekst die meer recht doet aan de wetsystematiek alsmede de bedoeling van de indieners van het amendement en de uitkomst van de discussie daarover in de Tweede Kamer. De proeftijd van 10 jaar wordt in de formulering van deze wijziging explicieter beperkt tot misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

De Pater-van der Meer

Naar boven