nr. 42
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID EERDMANS TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 27
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel III komt te luiden:
ARTIKEL III
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 67, eerste lid, onderdeel b, vervallen «318,»,
«326,» en «326a,» en wordt «326c» vervangen
door: 326c, tweede lid.
B
In artikel 67, eerste lid onder c, wordt na de aanhef ingevoegd: artikel
122, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;.
II
Na artikel IV wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IVA
Artikel 122, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
wordt vervangen door:
1. Gedragingen in strijd met de voorschriften vastgesteld bij of krachtens
de artikelen 36, eerste lid, 37, 40, 43, 61, eerste lid, en 73, tweede lid,
worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete
van de vierde categorie.
Toelichting
De straf op dierenmishandeling is in 1992 in de «Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren» (Gwwd) vastgelegd op een maximum van twee jaar
of een geldboete van de vierde categorie (€ 11 250). Zelfs
indien de strafrechter de schuldige de hoogste straf oplegt voor meervoudige
mishandeling o.g.v. art. 57 Sr, dan kan deze ten hoogste 2⅓ jaar cel
tegemoet zien.
Gezien de ernst van de feiten is een hogere bestraffing op zijn plaats
ter vergelding van het aangerichte dierenleed. Dieren kunnen zich in de regel
niet of nauwelijks verdedigen tegen geweld door mensen aangericht: zij verdienen
daarom de extra bescherming door de wetgever. Dit amendement heeft tot doel
de maximumstraf op dierenmishandeling te verhogen van twee naar drie jaar.
De extra bescherming van dieren door de wetgever wordt in het tweede onderdeel
van dit amendement nog extra versterkt door voorlopige hechtenis mogelijk
te maken voor verdachten van dierenmishandeling.
Geregeld schrikt de samenleving op van gevallen van ernstige dierenmishandeling.
Zo is in Twente sinds oktober 2000 een (groep) dierenbeul(en) actief, die
meerdere paarden, veulens en schapen op gruwelijke wijze met scherpe voorwerpen
heeft toegetakeld. De meeste van deze dieren overleefden de mishandelingen
niet. Naast mishandeling beoogt dit amendement ook een verzwaring van de straf
op de verwaarlozing van dieren, hetgeen binnen de reikwijdte van art. 37 Gwwd
valt. Regelmatig stuit de inspectie van de dierenbescherming op gevallen van
ernstige verwaarlozing van vee en huisdieren. Het frustreert de dierenbescherming
en andere gemoeide organisaties dat de wegens verwaarlozing geverbaliseerde
eigenaren na een relatief korte vrijheidsstraf wederom (huis)dieren in bezit
krijgen en wederom de fout in gaan. Dit amendement tracht ook aan deze situatie
een einde te maken.
Eerdmans