28 484
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima

nr. 37
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VOS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 20

Ontvangen 11 juni 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel S een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Sa

Artikel 295 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.

2. Toegevoegd wordt een tweede lid, luidende:

2. Indien de schuldige aan een der misdrijven in de artikelen 287 tot en met 289 omschreven, het misdrijf in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Toelichting

Anders dan het geval is bij overtreding van misdrijven tegen de zeden (artikelen 242–247 en 248ter–250ter), kan ontzetting in de uitoefening van bepaalde beroepen niet worden uitgesproken bij veroordeling wegens ernstige misdrijven tegen het leven gericht. Omdat denkbaar is dat dat in bepaalde gevallen maatschappelijk wel gewenst is, biedt dit amendement die mogelijkheid.

Vos

Naar boven