28 484
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima

nr. 35
AMENDEMENT VAN HET LID EERDMANS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 301

Ontvangen 9 juni 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel IV wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IVA

Artikel 55, eerste lid, van de Wet wapens en munitie wordt vervangen door:

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die handelt in strijd met de artikelen 9, eerste lid, 13, eerste lid, 22, eerste lid, 26, eerste lid, of 31, eerste lid.

Toelichting

De straf op het bezit van illegale vuurwapens is bij de laatste wetswijziging in 2000 aanzienlijk verhoogd, namelijk van negen maanden tot vier jaar. Een verhoging van de strafmaat voor het bezit van steekwapens van de 1e categorie, zoals stiletto's, werpsterren, boksbeugels en vlindermessen is toen uitgebleven. Het amendement beoogt onder andere dit te corrigeren. De indiener acht het om meerdere redenen wenselijk om alsnog te komen tot een verhoging van de strafmaat voor het bezit van wapens van de 1e categorie.

In het algemeen geeft het strafmaximum uitdrukking aan de ernst die door de wetgever aan een delict wordt toegekend. Zoals ook de regering in de memorie van toelichting aangeeft zijn in onze samenleving de rechtsbelangen van het leven en de lichamelijke integriteit steeds zwaarder gaan wegen. Nu vormen verboden messen van de 1e categorie een belangrijke bedreiging van het leven en de lichamelijke integriteit: een illegaal vlindermes hoeft wat betreft dodelijkheid niet onder te doen voor een illegaal vuurwapen.

In het licht van deze constatering geven de onderzoeken naar messenbezit en het grote aantal illegale messen dat bij acties in het kader van preventief fouilleren in beslag wordt genomen aanleiding tot grote verontrusting. Uit deze situatie moet geconcludeerd worden dat de huidige maximumstraf onvoldoende afschrikwekkende werking heeft, hetgeen wel een belangrijk doel van strafwetgeving hoort te zijn. Daarnaast wordt met de huidige maximumstraf van drie maanden ook een andere doel van de strafwet, de mate van vergelding, onvoldoende gediend. Zelfs als de huidige maximumstraf voor het bezit van wapens van de eerste categorie wordt toegepast, hetgeen volgens de memorie van toelichting zelden het geval is, zal in de praktijk een overtreder van de wet feitelijk nooit langer dan twee maanden gevangenisstraf hoeven ondergaan, dankzij de mogelijkheid tot vervroegde invrijheidsstelling. Het amendement beoogt zowel de afschrikwekkende werking te herstellen door alsook het vergeldingsaspect beter tot uitdrukking te laten komen.

Het amendement heeft verder als oogmerk het verband tussen zware delicten als moord en doodslag en het bezit van een verboden mes beter tot uitdrukking te brengen. Het in bezit hebben van een wapen van de 1e categorie kan duiden op een, al dan niet onbewust bij de bezitter aanwezige, bereidheid tot het begaan van een zeer zwaar delict zoals zware mishandeling, doodslag of moord. In de huidige maximumstraf van drie maanden komt de relatie van het bezit van verboden messen tot deze delicten, die ook met zeer hoge straffen worden bedreigd, niet duidelijk genoeg tot uitdrukking.

Met het amendement wordt ook beoogd meer internationale aansluiting te vinden. Zo staat volgens de Duitse wapenwet een maximumstraf van 3 jaar op het bezit van wapens, vergelijkbaar met wapens die vallen onder de 1e categorie van artikel 2 van de Wet Wapens en Munitie. In België wordt het bezit van onder meer vlindermessen bedreigd met een minimumstraf van een maand tot aan een maximumstraf van drie jaar.

Eerdmans


XNoot
1

Vervanging in verband met wijziging inde toelichting.

Naar boven