28 484
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima

nr. 27
AMENDEMENT VAN HET LID EERDMANS

Ontvangen 1 juni 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel IV wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IVA

Artikel 122, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt vervangen door:

1. Gedragingen in strijd met de voorschriften vastgesteld bij of krachtens de artikelen 36, eerste lid, 37 , 40, 43, 61, eerste lid, en 73, tweede lid, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of een geldboete van de vierde categorie.

Toelichting

De straf op dierenmishandeling is 1992 in de «Gezondheids- en welzijnswet voor dieren» (Gwwd) is nu vastgelegd op een maximum van twee jaar of een geldboete van de vierde categorie (€ 11 250). Zelfs indien de strafrechter de schuldige de hoogste straf oplegt voor meervoudige mishandeling o.b.v. art. 57 Sr, dan kan deze ten hoogste 2 1/3 jaar cel tegemoet zien.

Gezien de ernst van de feiten is een hogere bestraffing op zijn plaats ter vergelding van het aangerichte dierenleed. Dieren kunnen zich in de regel niet of nauwelijks verdedigen tegen geweld door mensen aangericht: zij verdienen daarom de extra bescherming door de wetgever. Dit amendement heeft tot doel de maximumstraf op dierenmishandeling te verhogen van twee naar vijf jaar. Geregeld schrikt de samenleving op van gevallen van ernstige dierenmishandeling. Zo is in Twente sinds oktober 2000 een (groep) dierenbeul(en) actief, die meerdere paarden, veulens en schapen op gruwelijke wijze met scherpe voorwerpen heeft toegetakeld. De meeste van deze dieren overleefden de mishandelingen niet.

Een bijkomend voordeel is dat bij dit strafmaximum het opleggen van de maatregel TBS door de rechter kan plaatsvinden. Met een verhoging van de maximumstraf naar 5 jaren behoort bovendien voorlopige hechtenis tot de mogelijkheden.

Naast mishandeling beoogt dit amendement ook een verzwaring van de straf op de verwaarlozing van dieren, hetgeen binnen de reikwijdte van art. 37 Gwwd valt. Regelmatig stuit de inspectie van de dierenbescherming op gevallen van ernstige verwaarlozing van vee en huisdieren. Het frustreert de dierenbescherming en andere gemoeide organisaties dat de wegens verwaarlozing geverbaliseerde eigenaren na een relatief korte vrijheidsstraf wederom (huis-)dieren in bezit krijgen en wederom de fout in gaan. Dit amendement tracht ook aan deze situatie een einde te maken.

Eerdmans

Naar boven