nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID WOLFSEN
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt voor onderdeel aA een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
aA0
In artikel 14b wordt het tweede lid vervangen door:
2. De proeftijd bedraagt ten hoogste twee jaren. De proeftijd bedraagt
ten hoogste tien jaren in die gevallen waarin de officier van justitie dit
heeft gevorderd en de kans op recidive aanzienlijk wordt geacht. In het laatste
geval geeft het vonnis de redenen die hiertoe hebben geleid.
Toelichting
Met het opleggen van een straf door de rechter wordt onder meer beoogd
herhaling te voorkomen. Een belangrijk en veelgebruikt instrument hierbij
is de voorwaardelijke gevangenisstraf.
De bijzondere voorwaarden, die bij een voorwaardelijke veroordeling kunnen
worden opgelegd, bestaan veelal uit een op de persoon van de dader toegesneden
vorm van onderricht, toezicht of behandeling in een verplicht kader. Na ommekomst
van de proeftijd zijn er geen mogelijkheden meer om de veroordeelde in een
min of meer verplicht kader te begeleiden of behandelen. De maximale proeft
tijd bedraagt, afhankelijk van het delict, twee of drie jaar en kan met maximaal
een jaar worden verlengd.
In een klein maar belangrijk aantal gevallen is het wenselijk om een langere
periode «greep» te houden op de veroordeelde. Zo kan toezicht
in een verplicht kader door de reclassering op sommige ontuchtplegers wenselijk
zijn.
Evenzeer kan het wenselijk zijn om te controleren of daders die vanuit
een psychotische stoornis een strafbaar feit hebben gepleegd hun medicijnen
blijven innemen. In die gevallen kan een langere proeftijd, afhankelijk van
de ingeschatte ernst, tot maximaal 10 jaar door de rechter worden opgelegd.
Zo kan, meer dan thans het geval is, een straf op maat worden gerealiseerd
waardoor de kans op herhaling wordt verkleind. Het belang van
een langdurige proeftijd weegt in die gevallen waarin aantoonbaar een groot
gevaar voor herhaling aanwezig is, zwaarder dan de strafverzwaring die een
langdurige proeftijd met zich brengt.
De rechter kan bovendien bij het opleggen van de totale straf rekening
houden met de duur van de proeftijd. Evenzo kan de rechter bij een mogelijke
tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke veroordeling na overtreding van de
voorwaarde, rekening houden met het tijdsverloop. Op deze wijze kan de langdurige
inperking van een deel van de vrijheid als gevolg van een lange proeftijd
(deels) worden gecompenseerd.
Om te voorkomen dat de verlengde proeftijd lichtvaardig wordt opgelegd,
dient deze door de officier van justitie te worden gevorderd en in het vonnis
te worden gemotiveerd. Als onderbouwing kan worden gedacht aan een gedragskundige-
of reclasseringsrapportage, maar ook statistische gegevens kunnen hiertoe
dienen.
Het huidige artikel 14b WbSr stelt de proeftijd op 3 jaar. Afhankelijk
van voorwaarden genoemd in art. 14 c kan de maximumduur worden beperkt tot
2 jaar. De praktijk is dat vrijwel standaard een proeftijd van twee jaar bij
een voorwaardelijke veroordeling wordt opgelegd. Dit amendement heeft eveneens
tot gevolg dat de wet aan de praktijk wordt aangepast door in beginsel een
proeftijd van twee jaar op te leggen, tenzij bijzondere omstandigheden een
langere proeftijd rechtvaardigen.
De verlengde proeftijd blijft beperkt tot meerderjarigen.
De mogelijkheid om de proeftijd te verlengen met maximaal een jaar dan
wel te verkorten ingevolge artikel 14f Sr blijft onverkort van kracht. Onvoorziene
omstandigheden kunnen aldus tot een correctie leiden.
Wolfsen