nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
a
Onder verlettering van de onderdelen A en Aa tot respectievelijk Aa en
Ab wordt voor deze onderdelen een nieuw onderdeel A ingevoegd, luidende:
A
In artikel 9 wordt voor het woord «werk» telkens ingevoegd:
exemplaar van het.
b
In onderdeel I wordt artikel 16c als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap
of kunst wordt niet beschouwd het reproduceren van het werk of een gedeelte
ervan, mits het reproduceren geschiedt zonder direct of indirect commercieel
oogmerk en uitsluitend dient tot eigen oefening, studie of gebruik van de
natuurlijke persoon die de reproductie vervaardigt.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Voor het reproduceren, bedoeld in het eerste lid, is de fabrikant of
de importeur van een voorwerp dat bestemd is om een werk ten gehore te brengen, te vertonen of weer te geven ten behoeve van de maker of diens
rechtverkrijgenden een billijke vergoeding verschuldigd.
3. Het derde en achtste lid vervallen.
4. Het vierde tot en met zevende lid worden vernummerd tot het derde tot
en met zesde lid en het negende en tiende lid worden vernummerd tot het zevende
en achtste lid.
5. In het derde tot en met vijfde lid (aanvankelijk vierde tot en met
zesde lid) wordt «tegemoetkoming» telkens vervangen door: vergoeding.
B
In artikel II, onderdeel G, komt artikel 10, onderdeel e, te luiden:
e. het reproduceren van op grond van deze wet beschermd materiaal, mits
het reproduceren geschiedt zonder direct of indirect commercieel oogmerk en
uitsluitend dient tot eigen oefening, studie of gebruik van een natuurlijke
persoon die de reproductie vervaardigt; de artikelen 16c, tweede tot en met
zevende lid, 16d tot en met 16g, 17d en 35c van de Auteurswet 1912 zijn van
overeenkomstige toepassing;
C
Na artikel III wordt een nieuw artikel IIIa ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIA
Voor zover uitvoerende kunstenaars of fonogrammenproducenten als bedoeld
in het op 20 december 1996 te Genève gesloten Verdrag van de Wereldorganisatie
voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen (Trb. 1998,
248) rechten kunnen ontlenen aan dat verdrag, kunnen zij aanspraak maken op
de daarmee corresponderende rechten uit de Wet op de naburige rechten.
D
Na artikel V wordt een nieuw artikel Va ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VA
De nog niet genummerde leden van artikelen van de Auteurswet 1912 worden
genummerd.
E
Artikel VI komt te luiden:
ARTIKEL VI
De tekst van de Auteurswet 1912 wordt in het Staatsblad geplaatst.