28 482
Aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (Uitvoering richtlijn auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 maart 2003

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

a

Onder verlettering van onderdeel A tot Aa wordt voor dat onderdeel een nieuw onderdeel A ingevoegd dat luidt:

A

In de artikelen 12, eerste lid, onder 3°, en 15c, eerste lid, wordt «het werk» telkens vervangen door: een exemplaar van het werk.

b

In onderdeel Aa (oorspronkelijk onderdeel A) komt artikel 12b te luiden:

Artikel 12b

Indien een exemplaar van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst door of met toestemming van de maker of zijn rechtverkrijgende voor de eerste maal in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in het verkeer is gebracht door eigendomsoverdracht, dan vormt het anderszins in het verkeer brengen van dat exemplaar, met uitzondering van verhuur en uitlening, geen inbreuk op het auteursrecht.

c

In onderdeel B komt artikel 13a te luiden:

Artikel 13a

Onder de verveelvoudiging van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet verstaan de tijdelijke reproductie die van voorbijgaande of incidentele aard is, en die een integraal en essentieel onderdeel vormt van een technisch procédé dat wordt toegepast met als enig doel

a) de doorgifte in een netwerk tussen derden door een tussenpersoon of

b) een rechtmatig gebruik van een werk mogelijk te maken, en die geen zelfstandige economische waarde bezit.

d

In onderdeel C wordt aan artikel 15 onder vernummering van het tweede tot het derde lid een nieuw tweede lid ingevoegd, dat luidt:

2. Ten aanzien van nieuwsberichten en gemengde berichten kan een voorbehoud als bedoeld in het eerste lid, onder 4° niet worden gemaakt.

e

In onderdeel D wordt artikel 15a als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «een soortgelijk doeleinde» vervangen door: een uiting met een vergelijkbaar doel.

2. In het eerste lid, onder 4°, vervalt het woord «indien,».

f

In onderdeel E komt artikel 15h te luiden:

Artikel 15h

Tenzij anders overeengekomen, wordt niet als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst beschouwd het door middel van een besloten netwerk beschikbaar stellen van een werk dat onderdeel uitmaakt van verzamelingen van voor het publiek toegankelijke bibliotheken en musea of archieven die niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven, door middel van daarvoor bestemde terminals in de gebouwen van die instellingen aan individuele leden van het publiek voor onderzoek of privé-studie.

g

In onderdeel F wordt in artikel 16, eerste lid, na het woord «openbaarmaking» ingevoegd: van gedeelten ervan.

h

In onderdeel G wordt in artikel 16a «noodzakelijk» vervangen door: gerechtvaardigd.

i

In onderdeel H wordt artikel 16b als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «zonder commercieel oogmerk» vervangen door: zonder direct of indirect commercieel oogmerk.

2. In het zesde lid wordt «art.» vervangen door: artikel.

j

In onderdeel I wordt artikel 16c als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet beschouwd de reproductie van dat werk of een gedeelte ervan op een voorwerp dat bestemd is om een werk ten gehore te brengen, te vertonen of weer te geven, mits deze reproductie beperkt blijft tot enkele exemplaren, geschiedt zonder direct of indirect commercieel oogmerk en uitsluitend dient tot eigen oefening, studie of gebruik van de natuurlijke persoon die de reproductie vervaardigt of tot het reproduceren uitsluitend ten behoeve van zichzelf opdracht geeft.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Voor de reproductie, bedoeld in het eerste lid, is ten behoeve van de maker of diens rechtverkrijgenden een billijke vergoeding verschuldigd.

3. Het zevende lid komt te luiden:

7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regelen worden gegeven met betrekking tot de voorwerpen ten aanzien waarvan de vergoeding, bedoeld in het tweede lid, verschuldigd is. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorts nadere regelen worden gegeven en voorwaarden worden gesteld ter uitvoering van het bepaalde in dit artikel met betrekking tot de hoogte, verschuldigdheid en vorm van de billijke vergoeding.

4. Onder vernummering van het achtste en negende lid tot het negende en tiende lid wordt na het zevende lid een nieuw achtste lid ingevoegd, dat luidt:

8. De bepalingen van het eerste lid met betrekking tot een in opdracht vervaardigde reproductie zijn beperkt tot opdracht aan personen uit de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen kring.

5. Het tiende lid (oorspronkelijk negende lid) komt te luiden:

10. Dit artikel is niet van toepassing op het verveelvoudigen van een met elektronische middelen toegankelijke verzameling als bedoeld in artikel 10, derde lid.

k

Onderdeel J vervalt.

l

Onderdeel K komt als volgt te luiden:

K

Het tweede lid van artikel 16e vervalt.

m

Onderdeel L komt als volgt te luiden:

L

In artikel 16f vervalt de zinsnede «en de speelduur».

n

In onderdeel M komt artikel 16g als volgt te luiden:

Artikel 16g

Geschillen met betrekking tot de vergoeding, bedoeld in de artikelen 16b en 16c, worden in eerste aanleg bij uitsluiting beslist door de rechtbank te 's-Gravenhage.

o

In onderdeel O komt artikel 16n te luiden:

Artikel 16n

1. Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet beschouwd de verveelvoudiging door voor het publiek toegankelijke bibliotheken en musea of archieven die niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven, indien die verveelvoudiging geschiedt met als enig doel:

1°. het exemplaar van het werk te restaureren;

2°. bij dreiging van verval van het exemplaar van het werk een verveelvoudiging daarvan te behouden voor de instelling;

3°. het werk raadpleegbaar te houden als de technologie waarmee het toegankelijk gemaakt kan worden in onbruik raakt.

2. De in het eerste lid bedoelde verveelvoudigingen zijn slechts geoorloofd indien:

1°. de exemplaren van het werk deel uitmaken van de verzameling van de voor het publiek toegankelijke bibliotheken en musea of archieven die een beroep op deze beperking doen; en

2°. artikel 25 in acht wordt genomen.

p

In onderdeel P wordt artikel 17a als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1 vervalt in het voorgestelde eerste lid de aanduiding «1» voor de tekst, wordt «deeerste» vervangen door: «de eerste», en wordt aan het slot een zin toegevoegd die luidt:

Het hiervoor bepaalde is niet van toepassing op het uitzenden van een in een radio- of televisieprogramma opgenomen werk door middel van een satelliet.

2. Onderdeel 2 komt te luiden:

2. Het tweede en derde lid vervallen.

q

Na onderdeel Q wordt een onderdeel ingevoegd, dat luidt:

Qa

Artikel 17d komt te luiden:

Artikel 17d

Een krachtens artikel 16b, vijfde lid, artikel 16c, zevende lid, artikel 16h, derde lid, artikel 16m, tweede lid, artikel 17a of artikel 29a, vierde lid, vastgestelde algemene maatregel van bestuur of een wijziging daarvan treedt niet eerder in werking dan acht weken na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

r

In onderdeel R komt artikel 18 te luiden:

Artikel 18

Als inbreuk op het auteursrecht op een werk als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 6°, of op een werk, betrekkelijk tot de bouwkunde als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 8°, dat is gemaakt om permanent in openbare plaatsen te worden geplaatst, wordt niet beschouwd de verveelvoudiging of openbaarmaking van afbeeldingen van het werk zoals het zich aldaar bevindt. Waar het betreft het overnemen in een compilatiewerk, mag van dezelfde maker niet meer worden overgenomen dan enkele van zijn werken.

s

Onderdeel S wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 18a wordt «de verwerking» vervangen door: de incidentele verwerking.

2. Artikel 18b komt te luiden:

Artikel 18b

Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet beschouwd de openbaarmaking of verveelvoudiging ervan in het kader van een karikatuur, parodie of pastiche mits het gebruik in overeenstemming is met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is.

t

In onderdeel U komt artikel 23 te luiden:

Artikel 23

Tenzij anders overeengekomen, is de eigenaar, bezitter of houder van een teken-, schilder-, bouw- of beeldhouwwerk of een werk van toegepaste kunst bevoegd dat werk te verveelvoudigen of openbaar te maken voor zover dat noodzakelijk is voor reclamedoeleinden, openbare tentoonstelling of openbare verkopen van dat werk, een en ander met uitsluiting van enig ander commercieel gebruik.

u

In onderdeel W wordt in artikel 29a, derde lid, onderdeel a, de woorden «worden gebracht» vervangen door: gebracht worden.

B

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

a

In onderdeel A wordt artikel 1 als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel f worden de woorden «op grond van deze wet beschermd materiaal» vervangen door: een opname of een reproductie daarvan.

2. In onderdeel f wordt het woord «betekenis» vervangen door: waarde.

3. In onderdeel n wordt het woord «filmproducent» telkens vervangen door: producent van eerste vastleggingen van films.

4. In onderdeel o worden de woorden «producent van films» vervangen door: producent van eerste vastleggingen van films.

b

In onderdeel B wordt in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, voor de woorden «op een andere wijze openbaar maken» ingevoegd: het.

c

In onderdeel C wordt in artikel 6, eerste lid, onderdeel c, voor de woorden «op een andere wijze openbaar maken» ingevoegd: het.

d

In onderdeel F wordt in artikel 8, eerste lid, onderdeel e, het woord «Het» vervangen door: het.

e

Na onderdeel F wordt een nieuw onderdeel Fa ingevoegd dat luidt:

Fa

In de artikelen 2, tweede lid, 6, tweede lid, 7a, tweede lid, en 8, tweede lid, wordt na de woorden «in het verkeer gebracht» telkens ingevoegd: door eigendomsoverdracht.

f

In onderdeel G komt artikel 10 te luiden:

Artikel 10

Als inbreuk op de rechten, bedoeld in de artikelen 2, 6, 7a en 8, wordt niet beschouwd:

a. het overnemen van op grond van deze wet beschermd materiaal over actuele economische, politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke onderwerpen, die in een radio- of televisieprogramma of ander medium dat eenzelfde functie vervult, zijn openbaar gemaakt of in het verkeer gebracht, indien het overnemen geschiedt in een radio- of televisieprogramma of ander medium dat eenzelfde functie vervult; artikel 15, eerste lid, onder 3° en 4°, van de Auteurswet 1912 is van overeenkomstige toepassing; ten aanzien van een uitvoering dient artikel 5 in acht te worden genomen;

b. het citeren in een aankondiging, beoordeling, polemiek of wetenschappelijke verhandeling of een uiting met een vergelijkbaar doel; artikel 15a, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, van de Auteurswet 1912 is van overeenkomstige toepassing; ten aanzien van een uitvoering dient artikel 5 in acht te worden genomen;

c. het door middel van een besloten netwerk beschikbaar stellen van een opname van een uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van een film of opname van een programma, of een reproductie daarvan, dat onderdeel uitmaakt van verzamelingen van voor het publiek toegankelijke bibliotheken en musea of archieven die niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven, door middel van daarvoor bestemde terminals in de gebouwen van die instellingen aan individuele leden van het publiek voor onderzoek of privé-studie, tenzij anders is overeengekomen;

d. de verslaggeving in het openbaar in een film-, radio- of televisiereportage over actuele gebeurtenissen, voorzover zulks voor het behoorlijk weergeven van de actuele gebeurtenis die het onderwerp van de reportage uitmaakt gerechtvaardigd is en mits slechts gebruik wordt gemaakt van korte fragmenten; artikel 16a van de Auteurswet 1912 is van overeenkomstige toepassing;

e. de reproductie van op grond van deze wet beschermd materiaal of een gedeelte daarvan op een voorwerp dat bestemd is om op grond van deze wet beschermd materiaal ten gehore te brengen of te vertonen, mits deze reproductie beperkt blijft tot enkele exemplaren, geschiedt zonder direct of indirect commercieel oogmerk en uitsluitend dient tot eigen oefening, studie of gebruik van de natuurlijke persoon die de reproductie vervaardigt of tot het reproduceren uitsluitend ten behoeve van zichzelf opdracht geeft; de artikelen 16c, tweede tot en met negende lid, 16d tot en met 16g, 17d en 35c van de Auteurswet 1912 zijn van overeenkomstige toepassing;

f. de reproductie van een opname van een uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van een film of opname van een programma, of een reproductie daarvan, door voor het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen of musea of door archieven die niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven, indien het reproduceren geschiedt met als enig doel een opname van een uitvoering, fonogram, eerste vastlegging van een film of opname van een programma, of een reproductie daarvan, voor de instelling te behouden bij aantoonbare dreiging van verval dan wel raadpleegbaar te houden als de technologie waarmee het toegankelijk kan worden gemaakt in onbruik raakt; artikel 16n, tweede lid, onder 1° en 2°, van de Auteurswet 1912 is van overeenkomstige toepassing; ten aanzien van een uitvoering dient artikel 5 in acht te worden genomen;

g. een tijdelijke vastlegging door of in opdracht van een omroeporganisatie, die bevoegd is tot uitzenden of doen uitzenden, ten behoeve van het eigen programma; artikel 17b, derde lid, van de Auteurswet 1912 is van overeenkomstige toepassing; ten aanzien van een uitvoering dient artikel 5 in acht genomen te worden;

h. de incidentele verwerking van op grond van deze wet beschermd materiaal als onderdeel van ondergeschikte betekenis in ander materiaal;

i. een karikatuur, parodie of pastiche mits het gebruik in overeenstemming is met hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is; en

j. het overnemen van op grond van deze wet beschermd materiaal ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten, de openbare veiligheid of om het goede verloop van een bestuurlijke, parlementaire of gerechtelijke procedure of de berichtgeving daarover te waarborgen.

g

Na onderdeel H, wordt een onderdeel ingevoegd, dat luidt:

Ha

Artikel 12, tweede lid, komt te luiden:

2. De rechten van producenten van fonogrammen vervallen door verloop van 50 jaren te rekenen van de 1e januari van het jaar, volgend op dat waarin het fonogram is vervaardigd. Indien binnen deze termijn het fonogram op rechtmatige wijze in het verkeer is gebracht, vervallen de rechten door verloop van 50 jaren te rekenen van de 1e januari van het jaar, volgende op dat waarin het fonogram voor het eerst op rechtmatige wijze in het verkeer is gebracht. Indien het fonogram binnen de in de vorige zin bedoelde termijn niet op rechtmatige wijze in het verkeer is gebracht maar wel openbaar is gemaakt, vervallen de rechten 50 jaar na de datum waarop het fonogram voor het eerst is openbaar gemaakt.

h

Onderdeel J wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 19, tweede lid, onderdeel a, wordt «worden gebracht» vervangen door: gebracht worden.

2. Aan het slot van artikel 19, derde lid, wordt een zin ingevoegd, die luidt: Artikel 17d van de Auteurswet 1912 is van overeenkomstige toepassing.

C

Artikel III wordt als volgt gewijzigd:

a

Na onderdeel A wordt een nieuw onderdeel Aa ingevoegd dat luidt:

Aa

In artikel 2, derde lid, wordt na de woorden «in het verkeer gebracht» ingevoegd: door eigendomsoverdracht.

b

Onderdeel B wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 5a, tweede lid, onderdeel a, worden de woorden «worden gebracht» vervangen door: gebracht worden.

2. Aan het slot van artikel 5a, derde lid, wordt een zin ingevoegd, die luidt: Artikel 17d van de Auteurswet 1912 is van overeenkomstige toepassing.

D

Artikel VI komt te luiden:

Artikel VI

Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister van Justitie de nummering van de artikelen van de Auteurswet 1912 opnieuw vast, nummert hij de leden en brengt hij de in die wet voorkomende aanhalingen van artikelen van die wet met de nieuwe nummering in overeenstemming.

Naar boven