28 479
Rechtspositie van politieke ambtsdragers

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2002

In de brief van 12 september jl. vraagt de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar mijn opvattingen over de voorstellen verwoord in de Notitie rechtspositie politieke ambtsdragers. Deze notitie is aan de Kamer aangeboden door mijn ambtsvoorganger, de heer K.G. de Vries (kamerstuk 28 479 nr. 1).

In genoemde notitie wordt een integrale visie gegeven op het beleid ten aanzien van de diverse categorieën politieke ambtsdragers en worden de financiële rechtspositieregelingen in samenhang bezien en op consistentie beoordeeld. Voorstellen worden gedaan tot aanpassing en modernisering van de regelingen, variërend van de beloning, de nevenfuncties, de pensioenaanspraken en de wachtgeldregelingen. Ik acht het wenselijk om over de voorstellen een advies te vragen van de in te stellen beloningscommissie. In de notitie was reeds aangegeven dat de door beloningscommissie te verrichten ijking van de beloningspositie van de ambtelijke en politieke top in de sector Rijk aanknopingspunten zou kunnen bieden voor een overeenkomstige herijking van de beloningsposities van de politieke ambtsdragers (blz. 15). Daarbij zou bezien kunnen worden hoe conclusies ten aanzien van de ambtelijke en politieke top bij het Rijk zich verhouden tot de politieke topfuncties bij gemeenten en provincies.

Ik hecht eraan over het geheel van de voorstellen ten aanzien van politieke ambtsdragers een samenhangend en geobjectiveerd advies van de beloningscommissie te verkrijgen. De commissie wil ik om een spoedig advies verzoeken, bij voorkeur in het eerste kwartaal van 2003. Vervolgens wil ik uw Kamer informeren over het advies en mijn nadere standpuntbepaling. Met het oog hierop zou ik u ook willen verzoeken de agendering van het overleg met uw Kamer over dit onderwerp bij te stellen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Naar boven