28 479
Rechtspositie van politieke ambtsdragers

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2004

De ministerraad heeft op 25 juni jl. het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het rapport van de tijdelijke Adviescommissie beloning en rechtspositie ambtelijke en politieke topstructuur («commissie Dijkstal») vastgesteld1. Een van de adviespunten betreft het uitbrengen van een vervolgadvies over de bezoldiging van politieke ambtsdragers in brede zin en een advies over het pensioenstelsel in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Alvorens deze tijdelijke adviescommissie opnieuw kan worden ingesteld, dient dit op grond van artikel 6, lid II van de Kaderwet adviescolleges aan beide kamers der Staten-Generaal te worden medegedeeld. De taakopdracht van de commissie is als volgt:

Bezoldiging politieke ambtsdragers

In overeenstemming met het advies van de commissie Dijkstal kiest het kabinet voor het ministersalaris als top van het salarisgebouw van de publieke sector. Dit uitgangspunt onderstreept de gedachte om het ministersalaris weer als normsalaris te beschouwen, waarvan de overige bezoldigingen vervolgens kunnen worden afgeleid. De relatie tussen de salariëring van ministers en staatssecretarissen en de overige categorieën politieke ambtsdragers (Eerste- en Tweede-Kamerleden, Hoge Colleges van Staat, commissarissen van de Koningin, gedeputeerden, statenleden, burgemeesters, wethouders, raadsleden en waterschapsbestuurders) dient dan ook op basis van deze systematiek te worden herijkt. De onderlinge verhoudingen binnen het nieuwe loongebouw dienen eigenstandig te worden beoordeeld en opnieuw vastgesteld aan de hand van een onafhankelijk vervolgadvies.

Modernisering pensioenstelsel in de Appa

Het kabinet heeft in de oorspronkelijke adviesopdracht2 de commissie Dijkstal gevraagd om tevens advies uit te brengen over een modernisering van het pensioenstelsel van de Appa als zodanig en de financiering van deze pensioenvoorziening in de zin van kapitaaldekking en fondsvorming in het bijzonder. De commissie heeft in reactie hierop geconstateerd dat een advies over het pensioenstelsel in de Appa nader onderzoek vergt. Om deze reden acht het kabinet een vervolgadvies op dit punt wenselijk.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XNoot
1

Kamerstukken II, 28 479, nr. 7.

XNoot
2

Kamerstukken II, 28 479, nr. 3.

Naar boven