nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2004
In uw brief van 29 januari jl. verzoekt u mij u in verband met de verdere
behandeling van de nota naar aanleiding van het verslag van de wijziging op
de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het tot stand
brengen van een recht op langdurend zorgverlof (28 467) voor 6 februari
a.s. te informeren wanneer het kabinetsstandpunt inzake de levensloopregeling
aan de Kamer wordt gezonden. Tevens vraagt u mij aan te geven of bij dit kabinetsstandpunt
ook de samenhang met de Wet arbeid en zorg wordt betrokken.
In deze brief ga ik op uw verzoek in.
Het kabinet heeft naar aanleiding van het op 14 oktober jl. bereikte Sociaal
Akkoord de Tweede Kamer bij brief van 17 oktober jl. aangegeven dat de voorstellen
in het fiscaal pakket 2004, waaronder het wetsvoorstel levensloopregeling,
worden aangehouden. Dit in afwachting van nader overleg tussen het kabinet
en de Stichting van de Arbeid over de invulling van het gehele stelsel van
fiscale faciliëring voor VUT/prepensioen en levensloop met als doel het
bereiken van overeenstemming in april 2004 over het per 1 januari 2006 in
te voeren stelsel, alsmede eventuele overgangsregelingen. Daarmee kan duidelijkheid
van de zijde van het kabinet over de vormgeving van de levensloopregeling
niet vóór april 2004 worden verwacht.
De te introduceren levensloopregeling beoogt een nieuwe algemene financieringsregeling
te zijn voor langer durend onbetaald verlof. Daarmee kunnen een aantal bestaande
specifieke financieringsregelingen voor langer durend (zorg-)verlof vervallen.
De levensloopregeling biedt geen recht op verlof c.q. tijd. Voor het opnemen
van langer durend verlof moeten werknemers (met uitzondering van ouderschapsverlof)
overeenstemming met hun werkgever bereiken.
De Wet arbeid en zorg biedt wel een recht op verlof c.q. tijd voor verschillende
situaties. Voor sommige vormen van verlof is dit recht gekoppeld aan het recht
op een uitkering (bv. zwangerschaps- en bevallingsverlof) of op
loondoorbetaling (bv. calamiteitenverlof), maar voor het recht op een langere
periode van verlof (het ouderschapsverlof) regelt de wet geen financiering.
Gezien het voorgaande zullen de levensloopregeling en de Wet arbeid en
zorg elkaar aanvullen. De eerste ziet op de financiering van langer durend
verlof en zal derhalve ook voor de financiering
van ouderschapsverlof en eventueel voor langdurend zorgverlof kunnen worden
ingezet. De Wet arbeid en zorg regelt het recht op verlof/tijd en daarin zal dan ook een eventueel recht op langdurend zorgverlof
worden opgenomen.
Het voorgestelde recht op langdurend zorgverlof
wordt niet in de levensloopregeling ingebed.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus