28 466
Wijziging van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek ter uitvoering van de in het Wetenschapsbudget 2000 opgenomen voornemens en tot het aanbrengen van een aantal technische wijzigingen

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 4 december 2002

In het wetsvoorstel worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel I, onderdeel R, wordt in artikel 16a, tweede lid, de zinsnede «Onze Ministers agenderen» vervangen door: Onze Minister agendeert, in overeenstemming met het gevoelen van de raad van ministers,.

B

Artikel II, onderdeel E, wordt vervangen door:

E

Artikel 2.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tweede volzin van het eerste lid wordt het woord «Het» vervangen door: Het instellingsbestuur.

2. In het tweede lid wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: In de begroting van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en die van de Koninklijke Bibliotheek is een allocatie van middelen opgenomen die in overeenstemming is met het instellingsplan, bedoeld in artikel 2.2a.

C

In artikel II wordt na onderdeel G een nieuw onderdeel Ga ingevoegd, luidende:

Ga

Na hoofdstuk 17c wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 17D. OVERGANGSBEPALINGEN VAN DE WET TER UITVOERING VAN DE IN HET WETENSCHAPSBUDGET 2000 OPGENOMEN VOORNEMENS EN TOT HET AANBRENGEN VAN EEN AANTAL TECHNISCHE WIJZIGINGEN

Artikel 17d.1. Eerste toepassing artikel 2.2a op het instellingsplan van de KNAW en de KB

Artikel 2.2a wordt voor het eerst toegepast op het instellingsplan dat het instellingsbestuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen onderscheidenlijk het instellingsbestuur van de Koninklijke Bibliotheek vaststelt in het jaar 2006.

Artikel 17d.2. Overgangsregeling geschillen

Op geschillen betreffende de vaststelling van de rijksbijdrage op grond van artikel 16.26, vierde lid, die tijdig aanhangig zijn of worden gemaakt, blijven de op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende voorschriften van toepassing.

D

Artikel II, onderdeel H, wordt als volgt gewijzigd:

1. In punt 2 wordt de zinsnede «Het opschrift van artikel 2.6» vervangen door: Het opschrift van artikel 2.5.

2. Aan het slot wordt een punt 5 toegevoegd, luidende:

5. Na hoofdstuk 17c wordt ingevoegd:

Hoofdstuk 17d. Overgangsbepalingen van de wet ter uitvoering van de in het wetenschapsbudget 2000 opgenomen voornemens en tot het aanbrengen van een aantal technische wijzigingen

Artikel 17d.1. Eerste toepassing artikel 2.2a op het instellingsplan van de KNAW en de KB

Artikel 17d.2. Overgangsregeling geschillen.

E

De artikelen III en IV vervallen.

Toelichting

Onderdeel A

De leden van de CDA-fractie hebben er in het verslag (Kamerstukken II, 2002/03, 28 466, nr. 4) terecht op gewezen dat de terminologie «Onze Ministers» in het tweede lid van het voorgestelde artikel 16a verwarring wekt gelet op het eerste lid waarin «Onze Minister» in enkelvoud aan bod komt en de omschrijving van «Onze Minister» in artikel 1 onder a van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek. De voorgestelde wijziging dient om verdere verwarring te voorkomen en tevens tot uitdrukking te blijven brengen dat de inhoud van het wetenschapsbudget binnen de regering een breder draagvlak vraagt dan alleen dat van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Onderdeel B

Het betreft hier een correctie van een misstelling.

Onderdeel C

In de nieuwe systematiek van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) worden alle overgangsbepalingen in hoofdstuk 17 bij elkaar geplaatst. Bij de opzet van dit wetsvoorstel was met deze systematiek nog geen rekening gehouden. Omwille van de eenduidigheid is dit wetsvoorstel daaraan nu ook aangepast.

Onderdeel D

Het eerste deel van deze wijziging betreft de correctie van een misstelling; het tweede deel vloeit voort uit de wijziging toegelicht bij onderdeel C.

Onderdeel E

De verplaatsing van de oorspronkelijke artikelen III en IV naar hoofdstuk 17d van de WHW leidt ertoe dat zij op deze plaats vervallen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven