A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN
TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD
I. Wijzigingen in de tekst van de Wet
In artikel I, onderdeel a, vervalt in artikel 1, eerste lid, het onderdeel
b niet.
In artikel I, onderdeel a wordt in artikel 1, eerste lid, «onderdeel
d» vervangen door: onderdeel b en wordt in het derde lid «onderdeel
e» vervangen door: onderdeel c. De onderdelen b tot en met e zijn geletterd
a tot en met d.
In artikel I, onderdeel C, is in artikel 3 een derde lid toegevoegd, luidende:
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in afwijking van het eerste lid
regels gesteld worden met betrekking tot bepaalde categorieën werkzoekenden
of werkgevers. In artikel I, onderdeel G, is artikel 20 geschrapt.
Het oorspronkelijke artikel II is vervallen.
II. Wijzigingen in de Memorie van toelichting
De eerste zin van de vierde alinea van paragraaf 2 is als volgt gewijzigd:
Verder is het gewenst, zo kwam uit de consultatie van sociale partners naar
voren, om het begrip arbeidsbemiddeling toe te lichten in het licht van nieuwe
ontwikkelingen, zoals elektronische vacaturebanken (internet) en ook de regeling
van het toezicht aan te passen c.q. te harmoniseren met de regeling van het
toezicht bij TBA. Onderdeel d van paragraaf 2 is als volgt gewijzigd:
d. Het verlenen van vergunningen door het Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening
(thans de Centrale organisatie werk en inkomen) kan verstorend werken op de
concurrentieverhoudingen ten opzichte van particuliere intermediairs. In de
eerste zin van de laatste alinea van paragraaf 2 vervalt de passage:
die de «algemene» aspecten van het wetsvoorstel behandelt.
Paragraaf 3.1 is als volgt gewijzigd: 3.1. Het betaalverbod Voor
het verlenen van arbeidsbemiddeling mag geen tegenprestatie van de werkzoekende
worden bedongen. Voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten geldt
eenzelfde verbod (artikel 9). In 1998 is deze regel herbevestigd in de Waadi,
in artikel 3, eerste lid.
In het onderhavige wetsvoorstel wordt deze situatie gecontinueerd, zij
het dat een derde lid is toegevoegd dat afwijking van het eerste lid bij algemene
maatregel van bestuur mogelijk maakt. Het kabinet heeft de vraag bezien, of
de hoofdregel moet worden aangepast, mede in het licht van IAO-verdrag 181.
Verdrag 181 biedt immers de mogelijkheid om na raadpleging van werkgevers-
en werknemersorganisaties uitzonderingen op de hoofdregel van het betaalverbod
toe te staan, mits deze uitzonderingen in het belang van de werkzoekenden
zijn. Ter wille van de flexibiliteit lijkt het gewenst de mogelijkheid die
het IAO-verdrag biedt te benutten. Hoewel er op dit moment weinig aanwijzingen
zijn voor het bestaan van een behoefte aan het maken van uitzonderingen op
de hoofdregel, kan niet op voorhand worden uitgesloten dat er zich situaties
zullen voordoen waarin het maken van een uitzondering redelijk is, zonder
dat de belangen van werkzoekenden in het geding zijn. Mocht dit het geval
(lijken te) zijn, dan biedt het derde lid soelaas voor het treffen van een
gerichte maatregel, waarbij de procedure die de IAO voorschrijft zal worden
gevolgd.
De eerste alinea van paragraaf 3.2 wordt als volgt gewijzigd: 3.2
Het betaalverbod en het begrip arbeidsbemiddeling in relatie tot elektronische
dienstverlening. In het kader van de consultatie met sociale partners is aan
de orde geweest of het betaalverbod of het begrip arbeidsbemiddeling aanpassing
behoeft in relatie tot elektronische dienstverlening.
Met name is van belang hoe het in rekening brengen van kosten beoordeeld
moet worden gelet op enerzijds het betaalverbod bij arbeidsbemiddeling en
anderzijds gelet op het feit, dat het openbaar maken van gegevens over vacatures
en werkzoekenden via de media volgens de Waadi geen arbeidsbemiddeling is.
De laatste alinea van paragraaf 3.2 wordt als volgt gewijzigd:
Op basis van bovenstaande uiteenzetting komt het kabinet tot de conclusie
dat er op dit moment geen aanleiding is om nadere maatregelen te treffen of
de definitie van arbeidsbemiddeling te wijzigen. Het is wel belangrijk de
ontwikkelingen met betrekking tot de electronische dienstverlening goed te
volgen.
De tweede zin van Ad a. van paragraaf 5 wordt als volgt gewijzigd:
Gezien het geringe aantal signalen van het Centraal Bestuur Arbeidsvoorziening
(thans de CWI) en derden heeft dit geleid tot realtief weinig onderzoeken
door de Arbeidsinspectie (AI) heeft de regels voor arbeidsbemiddeling door
impresario's tot nu toe dan ook alleen reactief gehandhaafd.
In de eerste alinea van paragraaf 7 zijn achter de tweede zin de
woorden: en op de arbeidsallocatie gevoegd.
De laatste alinea van paragraaf 7 is als volgt gewijzigd:
Daarnaast zal er een administratieve lastenverlichting optreden bij de
aanvragers van een vergunning. Op advies van het Adviescollege toetsing administratieve
lasten is een schatting gemaakt van de omvang van dit effect. In de jaren
1998, 1999 en 2000 zijn er gemiddeld 318 vergunningen aangevraagd. Het aanvragen
van een vergunning bestaat uit het invullen van een aanvraagformulier, een
(kopie van een) recent uittreksel uit het Handelsregister en (in het geval
van de Kas-sector) modellen van af te sluiten bemiddelingscontracten. Dit
kost de aanvrager gemiddeld naar schatting circa anderhalf uur werk. Bij een
uurloon van € 68,– wordt er dus jaarlijks (318 x 1,5 x € 68)
= € 32.436 minder aan administratieve lasten uitgegeven.
III. Artikelsgewijze toelichting
In de toelichting op artikel I, onderdeel C (onderdeel b oud) is achter
de derde zin van boven de volgende zin toegevoegd: Bij algemene maatregel
van bestuur kunnen in afwijking van het eerste lid regels gesteld worden met
betrekking tot bepaalde categorieën werkzoekenden of werkgevers. Deze
mogelijkheid is opgenomen om ten behoeve van toekomstige ontwikkelingen de
mogelijkheid te scheppen om met betrekking tot bepaalde categorieën werkzoekenden
of werkgevers af te wijken van het betaalverbod.