nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en de Wet op de economische
delicten in verband met het vervallen van de vergunningsplicht voor arbeidsbemiddeling.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
5 juli 2002
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten;
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in verband
met de ratificatie van IAO Verdrag 181 de vergunningsplicht voor arbeidsbemiddeling
te laten vervallen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt onderdeel a en worden de onderdelen b tot
en met e geletterd a tot en met d.
2. In het tweede lid wordt «onderdeel d» vervangen door: onderdeel
b.
3. In het derde lid wordt «onderdeel e» vervangen door: onderdeel
c.
4. Het vierde lid vervalt.
B
Artikel 2 vervalt.
C
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3. Verplichtingen arbeidsbemiddeling
1. Bij het verrichten van arbeidsbemiddeling wordt geen tegenprestatie
van de werkzoekende bedongen.
2. Degene die arbeidsbemiddeling verricht en bekend is of redelijkerwijs
bekend kan zijn, dat in een bedrijf of onderneming, of een gedeelte daarvan,
een werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting bestaat, bemiddelt niet
in het plaatsen van werkzoekenden in dat bedrijf of die onderneming, of het
gedeelte daarvan, waar de werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting heerst.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in afwijking van het eerste
lid regels gesteld worden met betrekking tot bepaalde categorieën werkzoekenden
of werkgevers.
D
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4. Regels voor bepaalde categorieën werkzoekenden
en werkgevers
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld
voor arbeidsbemiddeling van bepaalde categorieën van werkzoekenden of
werkgevers.
E
De artikelen 5, 6 en 7 vervallen.
F
Artikel 15 komt te luiden:
Artikel 15. Onderzoek op terrein van het ter beschikking
stellen van arbeidskrachten en arbeidsbemiddeling
Indien uit onderzoek naar de naleving van de hoofdstukken 2 of 3
blijkt, dat niet aan de daar genoemde artikelen wordt voldaan, doet Onze Minister
hiervan mededeling aan de betrokken arbeidskracht of werkzoekende, voor zover
het zijn aanspraken betreft, aan de betrokken werkgever, aan degene die de
arbeidsbemiddeling heeft verricht, aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging
en aan de daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende organisaties van
werkgevers en werknemers. De mededeling aan de ondernemingsraad
of personeelsvertegenwoordiging en aan organisaties van werkgevers en werknemers
bevat geen gegevens waaruit de identiteit van de in het onderzoek betrokken
werknemers of werkzoekenden kan worden afgeleid.
G
De artikelen 21, 22 en 25 vervallen.
ARTIKEL II
In artikel 1, onder 4o van de Wet op de economische delicten wordt «de
Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de artikelen 2, eerste lid,
3, 4, 5, tweede lid, en 12, tweede lid» vervangen door: de Wet allocatie
arbeidskrachten door intermediairs, de artikelen 3, 4 en 12, tweede lid.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,