nr. 16
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VOS EN ALBAYRAK
Ontvangen 25 november 2003
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel E, wordt aan artikel 114b een lid toegevoegd,
luidende:
3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat
lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt
dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge
van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
II
In artikel I, onderdeel F, wordt aan artikel 120b een lid toegevoegd,
luidende:
3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat
lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt
dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge
van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
III
In artikel I, onderdeel P, wordt aan artikel 176b een lid toegevoegd,
luidende:
3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat
lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt
dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge
van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
IV
In artikel I, onderdeel R, wordt aan artikel 282c een lid toegevoegd,
luidende:
3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat
lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten
gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
V
In artikel I, onderdeel Ta, wordt aan artikel 289a een lid toegevoegd,
luidende:
3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat
lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt
dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge
van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
VI
In artikel I, onderdeel U, wordt aan artikel 304b een lid toegevoegd,
luidende:
3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat
lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt
dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge
van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
VII
In artikel I, onderdeel Y, wordt aan artikel 415b een lid toegevoegd,
luidende:
3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat
lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt
dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge
van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
VIII
In artikel IV, onderdeel Aa, wordt aan artikel 80 een lid toegevoegd,
luidende:
4. Bij overtreding van het derde lid is strafvervolging tegen de in dat
lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt
dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge
van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe dat de officier van justitie niet tot vervolging
overgaat indien de uitvoering van het terroristisch misdrijf waartoe werd
samengespannen niet is gevolgd of zal volgen tengevolge van vrijwillig terugtreden
van de overtreder, hetgeen moet blijken uit controleerbare feiten of omstandigheden.
Het is gewenst dat, anders dan, doch aansluitend aan vrijwillige niet-voltooiing
van een poging of voorbereiding tot een (terroristisch) misdrijf, in dit geval
geen strafbare vervolging plaatsheeft.
Vos
Albayrak