28 463
Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische misdrijven)

nr. 16
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VOS EN ALBAYRAK

Ontvangen 25 november 2003

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel E, wordt aan artikel 114b een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.

II

In artikel I, onderdeel F, wordt aan artikel 120b een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.

III

In artikel I, onderdeel P, wordt aan artikel 176b een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.

IV

In artikel I, onderdeel R, wordt aan artikel 282c een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.

V

In artikel I, onderdeel Ta, wordt aan artikel 289a een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.

VI

In artikel I, onderdeel U, wordt aan artikel 304b een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.

VII

In artikel I, onderdeel Y, wordt aan artikel 415b een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij overtreding van het eerste lid is strafvervolging tegen de in dat lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.

VIII

In artikel IV, onderdeel Aa, wordt aan artikel 80 een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij overtreding van het derde lid is strafvervolging tegen de in dat lid bedoelde overtreder uitgesloten indien uit feiten of omstandigheden blijkt dat geen strafbare voorbereiding of poging is of zou zijn gevolgd ten gevolge van omstandigheden van de wil van de dader afhankelijk.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe dat de officier van justitie niet tot vervolging overgaat indien de uitvoering van het terroristisch misdrijf waartoe werd samengespannen niet is gevolgd of zal volgen tengevolge van vrijwillig terugtreden van de overtreder, hetgeen moet blijken uit controleerbare feiten of omstandigheden. Het is gewenst dat, anders dan, doch aansluitend aan vrijwillige niet-voltooiing van een poging of voorbereiding tot een (terroristisch) misdrijf, in dit geval geen strafbare vervolging plaatsheeft.

Vos

Albayrak

Naar boven