nr. 11
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 23 september 2003
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 83, onderdeel 2°, «415a,
415b» vervangen door «415a en 415b», wordt voor Kernenergiewet
ingevoegd «van de» en wordt aan het slot een puntkomma geplaatst.
B
In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 176b, eerste lid, «onderdeel
2° of 3°» vervangen door «onderdelen 2° en 3°,
wordt «onderdeel 3° of 4°» steeds vervangen door
«onderdelen 3° en 4°» en vervalt na «173a»
de komma.
C
Artikel I, onderdeel Pa, komt te luiden:
Pa
In artikel 205 wordt «aanwerft» vervangen door «of gewapende
strijd werft» en wordt «een jaar of geldboete van de vierde categorie»
vervangen door: vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
D
In artikel IV, onderdeel Aa, wordt het voorgestelde derde lid als volgt
gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt de zinsnede «het in het vorige lid omschreven
misdrijf» vervangen door: de in het eerste en tweede lid omschreven
misdrijven.
2. In de eerste zin wordt na «terroristisch oogmerk» ingevoegd:
als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht.
3. In de tweede zin wordt voor «Wetboek van Strafrecht» ingevoegd:
van het.
Toelichting
In het nader verslag hebben de leden van de VVD-fractie gevraagd waarom
de maximale geldboetecategorie in artikel 205 Sr niet eveneens wordt aangepast.
In de nota naar aanleiding van het nader verslag is aangegeven dat en waarom
in deze vraag aanleiding is gezien de onder C voorgestelde aanpassing voor
te stellen; daar zij hier naar verwezen.
De wijziging onder D bevat enkele aanpassingen van de voorgestelde strafbaarstelling
in artikel 80, derde lid, van de Kernenergiewet. De onder 2 en 3 opgenomen
aanpassingen hebben een louter technisch karakter. De onder 1 voorgestelde
aanpassing strekt ertoe een inconsequentie recht te zetten en de voorgestelde
strafbaarstelling in lijn te brengen met de overige voorgestelde strafbaarstellingen
inzake samenspanning (vgl. onder andere het voorgestelde artikel 176b Sr),
door strafbaarheid niet enkel te koppelen aan het geval waarin het overeengekomen
misdrijf daadwerkelijk de dood van personen ten gevolge heeft gehad.
Tenslotte bevatten de onderdelen A en B redactionele wijzigingen.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner