28 463
Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische misdrijven)

nr. 11
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 23 september 2003

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 83, onderdeel 2°, «415a, 415b» vervangen door «415a en 415b», wordt voor Kernenergiewet ingevoegd «van de» en wordt aan het slot een puntkomma geplaatst.

B

In artikel I, onderdeel P, wordt in artikel 176b, eerste lid, «onderdeel 2° of 3°» vervangen door «onderdelen 2° en 3°, wordt «onderdeel 3° of 4°» steeds vervangen door «onderdelen 3° en 4°» en vervalt na «173a» de komma.

C

Artikel I, onderdeel Pa, komt te luiden:

Pa

In artikel 205 wordt «aanwerft» vervangen door «of gewapende strijd werft» en wordt «een jaar of geldboete van de vierde categorie» vervangen door: vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

D

In artikel IV, onderdeel Aa, wordt het voorgestelde derde lid als volgt gewijzigd:

1. In de eerste zin wordt de zinsnede «het in het vorige lid omschreven misdrijf» vervangen door: de in het eerste en tweede lid omschreven misdrijven.

2. In de eerste zin wordt na «terroristisch oogmerk» ingevoegd: als bedoeld in artikel 83a van het Wetboek van Strafrecht.

3. In de tweede zin wordt voor «Wetboek van Strafrecht» ingevoegd: van het.

Toelichting

In het nader verslag hebben de leden van de VVD-fractie gevraagd waarom de maximale geldboetecategorie in artikel 205 Sr niet eveneens wordt aangepast. In de nota naar aanleiding van het nader verslag is aangegeven dat en waarom in deze vraag aanleiding is gezien de onder C voorgestelde aanpassing voor te stellen; daar zij hier naar verwezen.

De wijziging onder D bevat enkele aanpassingen van de voorgestelde strafbaarstelling in artikel 80, derde lid, van de Kernenergiewet. De onder 2 en 3 opgenomen aanpassingen hebben een louter technisch karakter. De onder 1 voorgestelde aanpassing strekt ertoe een inconsequentie recht te zetten en de voorgestelde strafbaarstelling in lijn te brengen met de overige voorgestelde strafbaarstellingen inzake samenspanning (vgl. onder andere het voorgestelde artikel 176b Sr), door strafbaarheid niet enkel te koppelen aan het geval waarin het overeengekomen misdrijf daadwerkelijk de dood van personen ten gevolge heeft gehad.

Tenslotte bevatten de onderdelen A en B redactionele wijzigingen.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven