nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 december 2005
Tijdens het Algemeen Overleg op 30 maart jl. (29 800 VI, nr.
142) inzake de legessystematiek zegde ik u op een vraag daarover van de heer
Visser toe om samen met de Minister van Justitie de totale kosten van internationale
adoptie inzichtelijk te maken.
Ik bericht u daarover, mede namens de Minister van Justitie, het volgende.
Zoals de heer Visser al aangaf dient voor het volgen van de verplichte
algemene voorlichting bij de opneming van een eerste buitenlands kind een
bedrag te worden betaald van € 900.
De kosten voor bemiddeling door een vergunninghouder kunnen sterk variëren
en liggen tussen de € 2500 en € 22 000. Het gaat
dan om bemiddelings- en procedurekosten. De reis- en verblijfkosten komen
daar dan nog bovenop. De bandbreedte van deze kosten wordt veroorzaakt door
het land van herkomst van het op te nemen kind en de kosten die de bemiddelende
instantie in rekening brengt. Daarbij bestaat ook onderscheid tussen vrijwilligersorganisaties
en organisaties die personeels- en bureaukosten moeten maken. Enkele voorbeelden
daarvan zijn:
– Bij bemiddeling via de stichting HOGAR van een kind uit een staatstehuis
in Colombia bedragen de bemiddelings- en procedurekosten ongeveer € 2500
– De bemiddelings- en procedurekosten bij de opneming van een kind
uit een particulier tehuis in Colombia via de vereniging Wereldkinderen komen
daarentegen uit op ongeveer € 14 000.
– De bemiddelings- en procedurekosten voor een kind uit China bedragen
bij dezelfde vereniging ongeveer € 10 500.
– De bemiddelings- en procedurekosten voor de opneming van een sibling
uit India via genoemde vereniging bedragen rond de € 22 000.
De door de heer Visser genoemde kosten voor adoptie naar Nederlands recht
hoeven in die gevallen waar sprake is van erkenning als gevolg van adoptie
uit een land dat is aangesloten bij het in 1993 gesloten Haags Verdrag inzake
de bescherming van kinderen en samenwerking op het gebied van interlandelijke
adoptie, niet meer te worden gemaakt.
In die gevallen echter waar geen adoptie uit een verdragsland heeft plaats
gevonden kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van erkenning van
de adoptie op grond van de Wet conflictenrecht adoptie. De adoptiefouders
kunnen daartoe direct na terugkeer in Nederland met het kind een verzoek indienen
bij de Rechtbank om een declaratoir van erkenning.
Het griffierecht dat hiervoor wordt geheven bedraagt € 192.
Naast de bovenstaande kosten moeten de ouders leges betalen. Voor kinderen
uit MVV-plichtige landen is het totaalbedrag € 519, te betalen voor
een machtiging tot voorlopig verblijf (€ 188) en eenmaal aangekomen
in Nederland een verblijfsvergunning (€ 331).
Voor kinderen uit niet MVV-plichtige landen wordt alleen een verblijfsvergunning
aangevraagd. De totale legeskosten hiervoor zijn € 331.
Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
M. C. F. Verdonk