28 457
Regeling van het conflictenrecht inzake adoptie en de erkenning van buitenlandse adopties (Wet conflictenrecht adoptie)

nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2004

Ten vervolge op mijn brieven van 6 februari en 28 april 2004 en naar aanleiding van de brief van de Vaste Commissie voor Justitie van 24 mei 2004 bericht ik u hierbij nader over een aantal onderwerpen. Ik heb het voornemen u voor 1 januari 2005 een plan van aanpak voor te leggen ten aanzien van onder meer interlandelijke adoptie door een paar van hetzelfde geslacht, de evaluatie van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie, de adoptiecapaciteit en de vereenvoudiging van de adoptieprocedure (tot de beginseltoestemming). Ik zal uw Kamer dan tevens nader berichten omtrent het al dan niet invoeren van een wachtlijst. Tot die tijd wordt een aantal activiteiten verricht, waaronder het houden van een werkconferentie en een onderzoek naar de mogelijkheden om de voorlichting en het gezinsonderzoek te vereenvoudigen, waarop ik in het navolgende in ga. Tenslotte ga ik in op de stand van zaken van het overleg over de fiscale aftrekbaarheid van adoptiekosten en over de bereidheid van zorgverzekeraars een tegemoetkoming in de adoptiekosten te betalen.

Adoptie door paren van hetzelfde geslacht

In mijn brief van 6 februari 2004 en tijdens het algemeen overleg op 11 maart 2004 heb ik aan de Kamer laten weten dat een ambtelijke delegatie een bezoek zal brengen aan Zuid-Afrika om te onderzoeken of en, zo ja, onder welke voorwaarden, Zuid-Afrika bereid is om interlandelijke adoptie van een kind uit dat land door een homopaar in Nederland toe te staan. Toegezegd is dat indien een bilaterale overeenkomst tot stand kan worden gebracht, de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) zal worden aangepast. Tevens heb ik toegezegd dat de (tweede) enquête die in 2005 onder andere landen van herkomst zou worden gehouden, wordt vervroegd en uit zal gaan na afronding van het onderzoek inzake Zuid-Afrika.

Inmiddels heeft voornoemd bezoek aan Zuid-Afrika plaatsgevonden. Gebleken is dat in Zuid-Afrika onder bepaalde voorwaarden op basis van een uitspraak van het Constitutionele Hof interne homo-adoptie mogelijk is. De uitspraak betrof een stiefouderadoptie. Interlandelijke homo-adoptie vanuit Zuid-Afrika is vooralsnog niet mogelijk gebleken. Zuid-Afrika is namelijk alleen bereid om kinderen af te staan voor eenouderadoptie of adoptie door een gehuwd paar. Onder een gehuwd paar wordt in Zuid-Afrika niet begrepen een in Nederland gehuwd paar dat van hetzelfde geslacht is, omdat in Zuid-Afrika het Nederlandse homohuwelijk niet wordt erkend.

De enquêtebrieven naar de landen van herkomst, waaronder de Verenigde Staten, zijn inmiddels uitgegaan. Over de inhoud van de verschillende brieven (afhankelijk van het land van herkomst) heeft met vertegenwoordigers van het COC en de Belangenvereniging voor Zelfdoen in Adoptie overleg plaatsgevonden. Over het resultaat van de enquête en de eventueel daarmee samenhangende wetswijziging, zal ik u zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 1 januari 2005 berichten.

Evaluatie Wobka

In de loop van juli 2004 zal de evaluatie van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) door Adviesbureau Van Montfoort zijn afgerond. Zoals bekend betreft dit een evaluatieonderzoek naar een aantal aspecten van de toepassing van de Wobka en de daarmee samenhangende regelgeving, het gevoerde beleid en de uitvoeringspraktijk. Het gaat met name om onderwerpen als toezicht en sanctionering, het systeem van leeftijdsgrenzen en de deelbemiddeling. Een aantal van deze onderwerpen zal ook aan de orde komen tijdens de werkconferentie.

Onderzoek voorlichting, gezinsonderzoek/werkconferentie

In mijn brief van 28 april 2004 heb ik het voornemen kenbaar gemaakt om een werkconferentie te organiseren. Inmiddels is deze bepaald op 9 december 2004. Tijdens de werkconferentie zal een aantal onderwerpen worden besproken. Het betreft vooralsnog de vereenvoudiging van de adoptieprocedure (verplichte voorlichting door de Stichting Adoptievoorzieningen; gezinsonderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming), het toezicht, de adoptiecapaciteit, de plaatsing van oudere kinderen of kinderen met een handicap en het al dan niet invoeren van een wachtlijst. Tijdens de werkconferentie zullen de resultaten worden besproken van het overleg binnen een aantal werkgroepen. In het najaar zal voorts een extern onderzoeksbureau de mogelijkheden onderzoeken om de verplichte voorlichtingscursus en het gezinsonderzoek efficiënter in te richten en goedkoper te maken. Het resultaat van dit onderzoek wordt eveneens besproken tijdens voornoemde werkconferentie.

Fiscale aftrekbaarheid

In mijn brief van 28 april 2004 heb ik aangegeven dat inzake de aftrekbaarheid van bureaukosten die elke adoptiefouder dient te maken, ongeacht de aard van de bemiddeling (volledige bemiddeling of deelbemiddeling), nog informatie diende te worden ingewonnen, waarna het overleg tussen het ministerie van Financiën en het ministerie van Justitie zou kunnen worden afgerond. De benodigde informatie is momenteel echter nog niet compleet. Over het resultaat van voornoemd overleg zal ik u zo spoedig mogelijk doch uiterlijk voor 1 januari 2005 berichten.

Zorgverzekering

Tijdens het algemeen overleg met de Vaste Commissie voor Justitie op 11 december 2003 is in het kader van de hoge adoptiekosten gesproken over de mogelijkheid dat een zorgverzekeraar bereid is de kosten van een adoptie gelijk te stellen aan die van een bevalling en terzake een tegemoetkoming aan de adoptiefouders te betalen. Ik heb toegezegd dit voor te leggen aan de minister van VWS. Dit overleg heeft inmiddels plaatsgevonden. Van die zijde wordt opgemerkt dat adoptiekosten uit de aard der zaak niet kosten voor medische zorg betreffen. Van opname in het ziekenfondspakket of het standaardpakket op grond van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 kan om die reden geen sprake zijn. Verwacht wordt verder niet dat particuliere ziektekostenverzekeraars adoptie in hun ziektekostenpolissen zullen opnemen. Al met al concludeer ik dat een financiële tegemoetkoming in de adoptiekosten via een zorgverzekeraar, niet haalbaar is.

Ik vertrouw u met het voorgaande vooralsnog voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven