28 447
Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

nr. 97
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 augustus 2004

Eén van de doelgroepen die op grond van de Wet kinderopvang in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming in de kosten van het kinderopvanggebruik zijn ouders en kinderen met een sociaal-medische indicatie. Ik heb u bij brief van 22 januari 20041, alsmede in (de toelichting op) de vierde nota van wijziging Wet kinderopvang2 geïnformeerd over de inhoud en planning van de voorgenomen algemene maatregel van bestuur sociaal-medische indicatie.

Mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Financiën informeer ik u hierbij over het besluit de artikelen van de Wet kinderopvang met betrekking tot sociaal-medisch geïndiceerden (artikel 6, eerste lid, onder k; artikel 6, eerste lid, onder l; artikel 23) in het jaar 2005 niet in werking te laten treden.

Dit besluit heeft te maken met de ontwikkelingen rond centralisering van de indicatiestelling AWBZ3.

Vanwege budgettaire en efficiency redenen wil ik één organisatie aanwijzen voor de indicatieadvisering voor sociaal-medische problematiek in relatie tot de Wet kinderopvang. RIO's komen hiervoor het meest in aanmerking, gezien het feit dat deze organisaties ook nu indicaties met betrekking tot sociaal-medische problematiek uitvoeren. Door de centralisering van de indicatiestelling AWBZ is het echter onzeker of de vormgeving van het landelijke Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) per 1 januari 2005 zover gevorderd is dat de extra taak van indicatieadvisering over sociaal-medische problematiek in relatie tot kinderopvang per die datum door het CIZ kan worden uitgevoerd.

Bovengenoemde ontwikkelingen hebben mij doen besluiten de artikelen over sociaal-medisch geïndiceerden uit de Wet kinderopvang niet per 1 januari a.s. van kracht te laten worden. In plaats daarvan wordt het budget dat gemoeid is met kinderopvang voor deze doelgroep voor het jaar 2005voorlopig eenmalig- aan de algemene middelen van het gemeentefonds toegevoegd. Dit betreft een bedrag van € 17,7 miljoen4. Opgeteld bij het bedrag van circa € 5 miljoen dat voor deze doelgroep reeds in het gemeentefonds was voorzien, is er in 2005 in totaal circa€ 22,7 miljoen opgenomen in het gemeentefonds voor de doelgroep sociaal-medisch geïndiceerden. Gemeenten worden hiermee naar eigen inzicht in de gelegenheid gesteld huishoudens met sociaal-medische problematiek financieel te ondersteunen voor het benodigde kinderopvanggebruik. Dit sluit aan bij de huidige situatie; sommige gemeenten financieren immers uit eigen middelen kinderopvanggebruik voor huishoudens met sociaal-medische problematiek. Indien een dergelijk huishouden thans gebruikt maakt van een gesubsidieerde plaats, kan met deze maatregel voor dit gezin ook in 2005 kinderopvang worden bekostigd.

De wijziging voor het beleid ten aanzien van de doelgroep sociaal-medisch geïndiceerden betreft voorlopig alleen het jaar 2005. In dat jaar zal worden bezien of de financiering van kinderopvanggebruik voor sociaal-medisch geïndiceerden alsnog onder de Wet kinderopvang gaat plaatsvinden. Voorwaarde hiervoor is – zoals hierboven aangegeven – dat er een indicatieorgaan voor advisering kan worden aangewezen. Daarnaast kunnen ook de resultaten van de discussie met uw Kamer over de voorstellen voor een Wet maatschappelijke ondersteuning in de besluitvorming worden betrokken. Ik zal uw Kamer te zijner tijd van mijn beleidsvoornemens terzake op de hoogte brengen.

Tenslotte deel ik u hierbij mee dat gemeenten over het voorgenomen beleid voor 2005 voor sociaal-medisch geïndiceerden zowel worden geïnformeerd in de septemberbrief van de VNG, als in de septembercirculaire over het gemeentefonds.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XNoot
1

Kamerstukken II, 2003–2004, 28 447, nr. 19.

XNoot
2

Kamerstukken II, 2003–2004, 28 447, nr. 30.

XNoot
3

Kamerstukken II, 2003–2004, 26 631, nr. 95.

XNoot
4

Dit betreft de kosten voor de inkomensafhankelijke tegemoetkoming van het Rijk voor de doelgroep sociaal-medisch geïndiceerden.

Naar boven