nr. 89
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN HUIZINGA-HERINGA EN HAMER
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 60
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid, onderdeel b, 2°, wordt «tweede lid»
vervangen door: vierde lid.
B. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot vierde
tot en met zevende lid, wordt een tweede en derde lid ingevoegd, luidende:
2. De hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk is voorts mede afhankelijk
van:
a. de bijdragen in de kosten van kinderopvang die de ouder en diens partner
per kind kunnen ontvangen in het kader van het al dan niet als werknemer verrichten
van tegenwoordige arbeid als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a of
b, met dien verstande dat die bijdragen slechts in aanmerking worden genomen,
voor zover het totaal ervan een derde deel van de kosten van kinderopvang,
bedoeld in het eerste lid, niet te boven gaat, of
b. de bijdragen in de kosten van kinderopvang die de ouder zonder partner
per kind kan ontvangen in het kader van het al dan niet als werknemer verrichten
van tegenwoordige arbeid als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a of
b, met dien verstande dat die bijdragen slechts in aanmerking wordt genomen,
voor zover het totaal ervan een zesde deel van de kosten van kinderopvang,
bedoeld in het eerste lid, niet te boven gaat.
3. Een ouder en, indien hij een partner heeft, diens partner met een toetsingsinkomen
boven een bij algemene maatregel van bestuur bepaalde inkomensgrens hebben
geen aanspraak op een tegemoetkoming als bedoeld in het tweede lid. Een ouder
en, indien hij een partner heeft, diens partner met een toetsingsinkomen vanaf
een bij die maatregel bepaalde inkomensgrens tot aan de in de eerste volzin
bedoelde inkomensgrens hebben aan de hand van een rekenregel, vast te leggen
bij de bij of krachtens het zevende lid te stellen nadere regels,
slechts aanspraak op een gedeeltelijke tegemoetkoming als bedoeld in het tweede
lid.
C. In het (bestaande) derde lid, tweede volzin, wordt «Het tweede
lid» vervangen door: Het vierde lid.
D. In het (bestaande) vierde lid wordt «De bedragen, bedoeld in
het tweede en derde lid,» vervangen door: De bedragen, bedoeld in het
derde, vierde en vijfde lid,.
II
In artikel 87a, eerste lid, wordt «gedurende drie jaar» vervangen
door: gedurende vier jaar.
III
In artikel 87b, eerste lid, wordt «gedurende drie jaar» vervangen
door: gedurende vier jaar.
IV
In artikel 101a wordt «artikel 6, tweede, vierde en vijfde lid»
vervangen door: artikel 6, vierde, zesde en zevende lid.
Toelichting
Het is te verwachten dat de toegankelijkheid van kinderopvang voor de
lagere inkomens een reëel probleem is, als de werkgever geen bijdrage
betaalt. Met dit amendement wordt beoogd de gezinnen met een inkomen tot een
niveau van anderhalf keer modaal blijvend te compenseren als de werkgeversbijdrage
uitblijft. Ondergetekenden stellen voor gezinnen met maximaal een modaal inkomen
nagenoeg geheel te compenseren en gezinnen met een inkomen tussen modaal en
anderhalf keer modaal in een aflopende schaal te compenseren. De uitwerking
van de compensatie zal vervolgens bij AmvB moeten worden vastgelegd. Hierin
wordt vastgelegd dat de compensatieregeling voor inkomensgroepen van 45 000
tot 60 000 euro in 2 jaar wordt afgebouwd (in 2007/2008) en de compensatieregeling
voor inkomensgroepen tussen 60 000 en 80 000 euro in 1 jaar (in
2007). In 2006 blijft de regeling voor alle groepen op het niveau van 2005
conform de wet. Vanaf 2008 bestaat er een structurele regeling voor inkomensgroepen
tot 45 000 euro. Dit amendement heeft tevens betrekking op zelfstandigen.
Huizinga-Heringa
Hamer