nr. 86
AMENDEMENT VAN HET LID HAMER C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 56, eerste lid, wordt vervangen door:
1. De houder van een kindercentrum behoeft de instemming van de oudercommissie
voor elk voorgenomen besluit met betrekking tot:
a. het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie;
b. de groepsgrootte;
c. de opleidingseisen van de beroepskrachten;
d. de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding
kunnen worden belast met de verzorging en opvang van kinderen;
e. de risico-inventarisatie en -evaluatie;
f. voedingsaangelegenheden van algemene aard en het algemene beleid op
het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid;
g. openingstijden;
h. het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten
behoeve van de kinderen;
i. de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling
van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling
van klachten.
II
In artikel 56 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, dat luidt:
2. De houder van een kindercentrum stelt de oudercommissie in ieder geval
in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking
tot:
a. opheffing, fusie, verhuizing of een ingrijpende verbouwing;
b. plaatsingsprocedures, wachtlijstbeleid;
c. wijzigingen in de prijs van kinderopvang.
III
Artikel 56, derde lid, wordt vervangen door:
3. De oudercommissie is bevoegd de houder ook ongevraagd te adviseren
over de onderwerpen, genoemd in het eerste en tweede lid.
IV
Na artikel 56 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 57
1. De houder van een gastouderbureau behoeft de instemming van een oudercommissie
voor elk voorgenomen besluit met betrekking tot:
a. voedingsaangelegenheden van algemene aard en het algemene beleid op
het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid of hygiëne;
b. het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten
behoeve van kinderen;
c. de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling
van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling
van klachten;
d. de wijze en frequentie van informatie-uitwisseling na de plaatsing
van het kind bij de gastouder.
2. De houder van een gastouderbureau stelt de oudercommissie in ieder
geval in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit
met betrekking tot:
a. het bemiddelings- of plaatsingsbeleid;
b. de selectiecriteria voor gastouders;
c. de leveringsvoorwaarden.
3. De oudercommissie is bevoegd de houder van een gastouderbureau ook
ongevraagd advies uit te brengen over de onderwerpen genoemd in het eerste
en tweede lid.
4. De houder van een gastouderbureau verstrekt de oudercommissie tijdig
en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van
zijn taak redelijkerwijs nodig heeft.
Toelichting
Dit amendement heeft als doel de oudercommissie instemmingsrecht te geven;
het instemmingsrecht omvat mede het in amendement 79 geregelde. Het amendement
verstevigt de positie van de ouders en geeft hen een vergelijkbare positie
als die van cliënten in de zorgsector. Juist bij toename van marktwerking
en verminderde bemoeienis van de overheid is het van belang dat ouders een
sterke positie hebben.
Het amendement komt in plaats van amendement nr. 41 in stemming indien
amendement nr. 79 wordt aangenomen.
Hamer
Lambrechts
Gerkens
Tonkens