28 447
Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet basisvoorziening kinderopvang)

nr. 85
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 64

Ontvangen 26 april 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 4 wordt een artikel 4a ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

Een ouder met een kind jonger dan drie jaar heeft voor dat kind per tegemoetkomingsjaar voor ten hoogste 1248 uur kinderopvang aanspraak op een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 4, eerste lid. In het geval de aanspraak van een ouder in de loop van een tegemoetkomingsjaar ontstaat dan wel eindigt, wordt het aantal uren kinderopvang, bedoeld in de eerste volzin, door de inspecteur, het college van burgemeester en wethouders of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen naar de periode waarover hij in dat jaar ten hoogste aanspraak kan maken naar evenredigheid vastgesteld.

Toelichting

Uit meerdere onderzoeken (Verweij-Tijsterman, (1996) en NICHD, (2002b)) blijkt dat langdurige kinderopvang van kinderen van 0–2 jaar leidt tot een hogere mate van agressie of tot een mindere mate van gehechtheid. Het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek noemt in haar deelonderzoek dit «wel degelijk reden voor enige ongerustheid. Vooral bij opvang van dertig uur of meer per week, stijgt het aantal gedragsproblemen fors en bereikt dit eenzelfde niveau als in lagere sociaal-economische milieus te zien is.» Daarom wordt met dit amendement bepaald dat voor kinderen onder de drie jaar de tegemoetkoming in de kosten boven de 24 uur per week niet wordt vergoed (dit is 1248 uur per jaar).

Van der Vlies

Naar boven