nr. 62
TWEEDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ÖRGÜ C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 56
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel, eerste lid, onder g, komt te luiden:
g. beroepskracht: degene die werkzaam is bij een kindercentrum en is belast
met de verzorging en opvoeding van kinderen;.
II
Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid wordt na de bestaande tekst een volzin, ingevoegd,
luidende: Ter uitvoering van de eerste volzin voert de houder, naast het in
die volzin bedoelde pedagogisch beleid, een beleid, dat er in ieder geval
toe leidt dat aantoonbaar aandacht wordt besteed aan de accommodatie van het
gebouw en de daarin gelegen ruimten die specifiek bestemd zijn voor kinderopvang,
het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie,
de groepsgrootte, de opleidingseisen, waaraan de beroepskrachten voldoen en
de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen
worden belast met de verzorging en opvoeding van kinderen.
B. Het tweede lid komt te luiden:
2. De houder informeert de ouders wier kinderen in het kindercentrum worden
opgevangen over het beleid, bedoeld in het eerste lid, en de wijze waarop
daaraan uitvoering wordt gegeven.
III
Artikel 51, tweede lid, vervalt.
IV
Artikel 53 komt te luiden:
Artikel 53
Indien de kinderopvang in een kindercentrum plaatsvindt uitsluitend en
onbezoldigd geschiedt door ten minste een van de ouders van de in die voorziening
opgevangen kinderen worden voor de toepassing van artikel 48, eerste lid,
ouders gelijkgesteld met personeel.
V
In artikel 54, eerste lid, wordt «in een oudercommissie die tot
taak heeft hem te adviseren over de aangelegenheden, genoemd in artikel 56:
vervangen door: in een oudercommissie.
VI
Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid vervalt, onder verlettering van de onderdelen b tot
en met e tot a tot en met d, onderdeel a.
B. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot respectievelijk
derde en vierde lid wordt een tweede lid ingevoegd, luidende:
2. De houder behoeft de instemming van de oudercommissie voor elk voorgenomen
besluit met betrekking tot de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel
48, eerste lid, dan wel aan artikel 51, eerste lid.
C. In het (bestaande) tweede lid wordt «de onderwerpen, genoemd
in het eerste lid» vervangen door: de aangelegenheden en onderwerpen,
genoemd in het eerste en tweede lid.
VII
Artikel 83a wordt als volgt gewijzigd:
A. In de eerste volzin van het eerste lid, vervalt onderdeel a, onder
verlettering van de onderdelen b tot en met d tot a tot en met c.
B. Het eerste lid, onderdeel a komt te luiden:
a. het toezicht op de naleving van de kwaliteit van de aangewezen vormen
van kinderopvang;.
C. Het eerste lid, tweede volzin, wordt vervangen door: Bij die regels
kan worden afgeweken van artikel 1, eerste lid, onder c, d en e, van artikel
6, van hoofdstuk 3, paragraaf 1, met uitzondering van artikel 46, alsmede
van hoofdstuk 4, paragrafen 1 en 2, hoofdstuk 5, en van de artikelen 87a,
87b en 87c. Hoofdstuk 3, paragrafen 2 en 3, is niet van toepassing.
D. Onder vernummering van het derde lid tot vijfde lid wordt een derde
en een vierde lid ingevoegd, luidende:
3. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid draagt degene die
een aangewezen vorm van kinderopvang aanbiedt zorg voor verantwoorde kinderopvang,
waaronder wordt verstaan opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling
van het kind in een veilige en gezonde omgeving. Tevens draagt hij zorg voor
een adequate informatieverstrekking aan ouders over de wijze waarop hij uitvoering
aan de eerste volzin.
4. Personen werkzaam bij degene die kinderopvang biedt als bedoeld in
het derde lid zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven
volgens de Wet justitiële gegevens.
VIII
In artikel 101a vervalt «48, tweede lid, 51, tweede lid, 53, vierde
lid,».
IX
Artikel 103, tweede lid, vervalt.
Toelichting
De overheid draagt zorg voor een aantal basis kwaliteitseisen, die opgenomen
zijn in de Wbk zelf. Die basiseisen zijn van groot belang; met kinderopvang
kunnen ouders zich geen miskoop veroorloven. De opeenstapeling van gedetailleerde
kwaliteitsregels maakt kinderopvang voor ouders echter overbodig duur. Dit
amendement zorgt ervoor dat de Amvb kwaliteit wordt geschrapt, teneinde overbodige
regelgeving te voorkomen en het binnen de grenzen van de basiskwaliteit mogelijk
te maken voor ondernemers in de kinderopvang elkaar te beconcurreren op basis
van kwaliteit.
Tevens zorgt dit amendement ervoor dat in de wet wordt geregeld dat kinderopvanginstellingen
een pedagogisch beleid voeren waarin aantoonbaar aandacht wordt besteedt aan
de accommodatie van het gebouw en de daarin gelegen ruimten die specifiek
bestemd zijn voor kinderopvang, het aantal beroepskrachten in relatie tot
het aantal kinderen per leeftijdscategorie, de groepsgrootte, de opleidingseisen
waaraan de beroepskrachten voldoen en de voorwaarden waaronder en de mate
waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging
en opvoeding van kinderen.
De kinderopvanginstellingen worden verplicht om hun beleid op bovenstaande
punten voor te leggen aan de oudercommissie voor instemming.
Örgü
Smilde
Kraneveldt