nr. 60
AMENDEMENT VAN HET LID HUIZINGA-HERINGA
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid, onderdeel b, 2°, wordt «tweede lid»
vervangen door: vierde lid.
B. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot vierde
tot en met zevende lid, wordt een tweede en derde lid ingevoegd, luidende:
2. De hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk is voorts mede afhankelijk
van:
a. de bijdragen in de kosten van kinderopvang die de ouder en, indien
hij een partner heeft, zijn partner per kind kunnen ontvangen in het kader
van het verrichten van tegenwoordige arbeid als bedoeld in artikel 5, eerste
lid, onder a of b, met dien verstande dat die bijdragen slechts in aanmerking
worden genomen, voor zover het totaal ervan een derde deel van de kosten van
kinderopvang, bedoeld in het eerste lid, niet te boven gaat, of
b. de bijdragen in de kosten van kinderopvang die de ouder zonder partner
per kind kan ontvangen in het kader van het verrichten van tegenwoordige arbeid
als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a of b, met dien verstande dat
die bijdragen slechts in aanmerking worden genomen, voor zover het totaal
ervan een zesde deel van de kosten van kinderopvang, bedoeld in het eerste
lid, niet te boven gaat.
3. Een ouder en, indien hij een partner heeft, diens partner met een toetsingsinkomen
boven een bij algemene maatregel van bestuur bepaalde inkomensgrens hebben
geen aanspraak op een tegemoetkoming als bedoeld in het tweede lid. Een ouder
en, indien hij een partner heeft, diens partner met een toetsingsinkomen vanaf
een bij die maatregel bepaalde inkomensgrens tot aan de in de eerste volzin
bedoelde inkomensgrens hebben aan de hand van een rekenregel, vast te leggen
bij de bij of krachtens het zevende lid te stellen nadere regels, slechts aanspraak op een gedeeltelijke tegemoetkoming als bedoeld in het tweede
lid.
C. In het (bestaande) derde lid, tweede volzin, wordt «Het tweede
lid» vervangen door: Het vierde lid.
D. In het (bestaande) vierde lid wordt «De bedragen, bedoeld in
het tweede en derde lid,» vervangen door: De bedragen, bedoeld in het
derde, vierde en vijfde lid,.
II
Artikel 87a vervalt.
III
Artikel 87b vervalt.
IV
Artikel 87c vervalt.
V
In artikel 101a wordt «artikel 6, tweede, vierde en vijfde lid»
vervangen door: artikel 6, derde, vijfde en zesde lid.
Toelichting
Het is te verwachten dat de toegankelijkheid van kinderopvang voor de
lagere inkomens een reëel probleem is, als de werkgever geen bijdrage
betaalt. Met dit amendement wordt beoogd de gezinnen met een inkomen tot een
niveau van anderhalf keer modaal te compenseren als de werkgeversbijdrage
uitblijft. Ondergetekende stelt voor gezinnen met maximaal een modaal inkomen
nagenoeg geheel te compenseren en gezinnen met een inkomen tussen modaal en
anderhalf keer modaal in een aflopende schaal te compenseren. Deze uitwerking
zal bij AmvB moeten worden geregeld.
Vanaf anderhalf keer modaal bestaat geen recht meer op compensatie. Op
deze wijze wordt de toegankelijkheid van kinderopvang voor de lagere inkomens
gewaarborgd. Bovendien blijft voor werkgevers een prikkel bestaan wél
een bijdrage te leveren, omdat de hogere inkomens uiteraard baat blijven hebben
bij een werkgeversbijdrage.
Huizinga-Heringa