28 447
Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet basisvoorziening kinderopvang)

nr. 60
AMENDEMENT VAN HET LID HUIZINGA-HERINGA

Ontvangen 22 april 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het eerste lid, onderdeel b, 2°, wordt «tweede lid» vervangen door: vierde lid.

B. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zevende lid, wordt een tweede en derde lid ingevoegd, luidende:

2. De hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk is voorts mede afhankelijk van:

a. de bijdragen in de kosten van kinderopvang die de ouder en, indien hij een partner heeft, zijn partner per kind kunnen ontvangen in het kader van het verrichten van tegenwoordige arbeid als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a of b, met dien verstande dat die bijdragen slechts in aanmerking worden genomen, voor zover het totaal ervan een derde deel van de kosten van kinderopvang, bedoeld in het eerste lid, niet te boven gaat, of

b. de bijdragen in de kosten van kinderopvang die de ouder zonder partner per kind kan ontvangen in het kader van het verrichten van tegenwoordige arbeid als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a of b, met dien verstande dat die bijdragen slechts in aanmerking worden genomen, voor zover het totaal ervan een zesde deel van de kosten van kinderopvang, bedoeld in het eerste lid, niet te boven gaat.

3. Een ouder en, indien hij een partner heeft, diens partner met een toetsingsinkomen boven een bij algemene maatregel van bestuur bepaalde inkomensgrens hebben geen aanspraak op een tegemoetkoming als bedoeld in het tweede lid. Een ouder en, indien hij een partner heeft, diens partner met een toetsingsinkomen vanaf een bij die maatregel bepaalde inkomensgrens tot aan de in de eerste volzin bedoelde inkomensgrens hebben aan de hand van een rekenregel, vast te leggen bij de bij of krachtens het zevende lid te stellen nadere regels, slechts aanspraak op een gedeeltelijke tegemoetkoming als bedoeld in het tweede lid.

C. In het (bestaande) derde lid, tweede volzin, wordt «Het tweede lid» vervangen door: Het vierde lid.

D. In het (bestaande) vierde lid wordt «De bedragen, bedoeld in het tweede en derde lid,» vervangen door: De bedragen, bedoeld in het derde, vierde en vijfde lid,.

II

Artikel 87a vervalt.

III

Artikel 87b vervalt.

IV

Artikel 87c vervalt.

V

In artikel 101a wordt «artikel 6, tweede, vierde en vijfde lid» vervangen door: artikel 6, derde, vijfde en zesde lid.

Toelichting

Het is te verwachten dat de toegankelijkheid van kinderopvang voor de lagere inkomens een reëel probleem is, als de werkgever geen bijdrage betaalt. Met dit amendement wordt beoogd de gezinnen met een inkomen tot een niveau van anderhalf keer modaal te compenseren als de werkgeversbijdrage uitblijft. Ondergetekende stelt voor gezinnen met maximaal een modaal inkomen nagenoeg geheel te compenseren en gezinnen met een inkomen tussen modaal en anderhalf keer modaal in een aflopende schaal te compenseren. Deze uitwerking zal bij AmvB moeten worden geregeld.

Vanaf anderhalf keer modaal bestaat geen recht meer op compensatie. Op deze wijze wordt de toegankelijkheid van kinderopvang voor de lagere inkomens gewaarborgd. Bovendien blijft voor werkgevers een prikkel bestaan wél een bijdrage te leveren, omdat de hogere inkomens uiteraard baat blijven hebben bij een werkgeversbijdrage.

Huizinga-Heringa

Naar boven