nr. 6
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2003
Hierbij laten wij u, mede namens de staatssecretaris van Financiën
en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het volgende
weten.
Op 28 maart jl. heeft het kabinet besloten dat de beoogde invoeringsdatum
van de Wet basisvoorziening kinderopvang (Wbk) met een jaar wordt uitgesteld
tot 1 januari 2005. De prijsstijgingen en groei van de kinderopvang en het
achterblijven van de vrijwillige bijdragen van werkgevers aan de kinderopvang
zorgen voor een tekort van bijna € 400 miljoen in de financiering
in de wet. De achterblijvende werkgeversbijdragen zouden in 2004 tot € 132
mln extra kosten leiden en volume- en prijsontwikkeling en overige oorzaken
tot € 2601. Hoewel het kabinet zich
heeft ingespannen om invoering van de Wbk per 2004 mogelijk te maken, is dit
niet langer realistisch. Gezien de demissionaire status van het huidige kabinet,
kan het geen beslissing nemen over de manier waarop het tekort wordt aangevuld.
Een verantwoorde invoering van de wet per 1 januari 2004 is dan niet
meer mogelijk.
De Wbk beoogt de huidige lappendeken aan financiële regelingen op
het terrein van de kinderopvang te vervangen door één subsidieregeling,
gebaseerd op een systeem van vraagfinanciering waarbij de ouders centraal
staan. Daarnaast beoogt het wetsvoorstel door introductie van uniforme regels
op het terrein van kwaliteit en toezicht te komen tot deregulering en vermindering
van administratieve lasten. Deze doelstellingen blijven voor de toekomstige
ontwikkeling van de sector onverminderd van belang.
Het in werking treden van de wet is evenwel alleen mogelijk indien de
financiële problematiek wordt opgelost. Dit vergt ingrijpende maatregelen.
In de nota naar aanleiding van het verslag zullen de technische mogelijkheden
om de financiële problematiek rond de Wbk op te lossen worden geduid.
Zoals tijdens het vragenuurtje van 18 februari jl. is toegezegd, sturen
wij u volgende week de nota naar aanleiding van het verslag en een nota van
wijziging voor de Wbk.
Wij benadrukken dat het invoeringstraject van de nieuwe wet wordt voortgezet,
rekening houdend met de nieuwe invoeringsdatum. Ook het overleg met het veld
over de vormgeving van de kwaliteitsregels, deregulering en toezicht in de
nieuwe wet blijft doorgaan.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
K. L. Phoa