nr. 56
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ÖRGÜ C.S.
TER VERVANGING VAN DE AMENDEMENTEN GEDRUKT ONDER DE NRS. 50 EN 52
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel, eerste lid, onder g, komt te luiden:
g. beroepskracht: degene die werkzaam is bij een kindercentrum en is belast
met de verzorging en opvoeding van kinderen;.
II
Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid wordt na de bestaande tekst een volzin, ingevoegd,
luidende: Ter uitvoering van de eerste volzin voert de houder, naast het in
die volzin bedoelde pedagogisch beleid, een beleid, dat er in ieder geval
toe leidt dat aantoonbaar aandacht wordt besteed aan de accommodatie van het
gebouw en de daarin gelegen ruimten die specifiek bestemd zijn voor kinderopvang,
het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie,
de groepsgrootte, de opleidingseisen, waaraan de beroepskrachten voldoen en
de voorwaarden waaronder en de mate waarin beroepskrachten in opleiding kunnen
worden belast met de verzorging en opvoeding van kinderen.
B. Het tweede lid komt te luiden:
2. De houder informeert de ouders wier kinderen in het kindercentrum worden
opgevangen over het beleid, bedoeld in het eerste lid, en de wijze waarop
daaraan uitvoering wordt gegeven.
III
Artikel 51, tweede lid, vervalt.
IV
Artikel 53 komt te luiden:
Artikel 53
Indien de kinderopvang in een kindercentrum plaatsvindt uitsluitend en
onbezoldigd geschiedt door ten minste een van de ouders van de in die voorziening
opgevangen kinderen worden voor de toepassing van artikel 48, eerste lid,
ouders gelijkgesteld met personeel.
V
Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid vervalt, onder verlettering van de onderdelen b tot
en met e tot a tot en met d, onderdeel a.
B. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot respectievelijk
derde en vierde lid wordt een tweede lid ingevoegd, luidende:
2. De houder behoeft de instemming van de oudercommissie voor elk voorgenomen
besluit met betrekking tot de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel
48, eerste lid, dan wel aan artikel 51, eerste lid.
C. In het (bestaande) tweede lid wordt «de onderwerpen, genoemd
in het eerste lid» vervangen door: de aangelegenheden en onderwerpen,
genoemd in het eerste en tweede lid.
VI
Artikel 63 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid, onderdelen a en b, vervalt «en hoofdstuk 5a».
B. In het derde lid vervalt «en hoofdstuk 5a».
VII
Het opschrift «Hoofdstuk 5a. Experimenten» vervalt.
VIII
Artikelen 83a vervalt.
IX
Artikel 83b vervalt.
X
Artikel 83c vervalt.
XI
In artikel 96b vervalt «en hoofdstuk 5a».
XII
In artikel 101a vervalt «48, tweede lid, 51, tweede lid, 53, vierde
lid,».
XIII
Artikel 103, tweede lid, vervalt.
Toelichting
De overheid draagt zorg voor een aantal basis kwaliteitseisen, die opgenomen
zijn in de Wbk zelf. Die basiseisen zijn van groot belang; met kinderopvang
kunnen ouders zich geen miskoop veroorloven. De opeenstapeling van gedetailleerde
kwaliteitsregels maakt kinderopvang voor ouders echter overbodig duur. Dit
amendement zorgt ervoor dat de Amvb kwaliteit wordt geschrapt, teneinde overbodige
regelgeving te voorkomen en het binnen de grenzen van de basiskwaliteit mogelijk
te maken voor ondernemers in de kinderopvang elkaar te beconcurreren op basis
van kwaliteit.
Tevens zorgt dit amendement ervoor dat in de wet wordt geregeld dat kinderopvanginstellingen
een pedagogisch beleid voeren waarin aantoonbaar aandacht wordt besteedt aan
de accommodatie van het gebouw en de daarin gelegen ruimten die specifiek
bestemd zijn voor kinderopvang, het aantal beroepskrachten in relatie tot
het aantal kinderen per leeftijdscategorie, de groepsgrootte, de opleidingseisen
waaraan de beroepskrachten voldoen en de voorwaarden waaronder en de mate
waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast met de verzorging
en opvoeding van kinderen.
De kinderopvanginstellingen worden verplicht om hun beleid op bovenstaande
punten voor te leggen aan de oudercommissie voor instemming.
Örgü
Smilde
Kraneveldt