28 447
Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet basisvoorziening kinderopvang)

nr. 50
AMENDEMENT VAN HET LID KRANEVELDT

Ontvangen 16 april 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 103 wordt als volgt gewijzigd:

I

Aan het tweede lid wordt een volzin toegevoegd, die luidt:

Het tijdstip, bedoeld in de eerste volzin, is niet gelegen binnen drie jaar nadat de genoemde artikelleden in werking zijn getreden.

II

Toegevoegd wordt een lid, dat luidt:

5. Een besluit op grond van het tweede lid wordt niet eerder genomen dan vier weken nadat het voornemen daartoe in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, aan de beide kamers der Staten-Generaal is medegedeeld.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe dat de kwaliteits-amvb niet vervalt voordat er tenminste drie jaar is verstreken sedert de inwerkingtreding van de artikelleden waarop die amvb is gebaseerd.

Alle betrokkenen bij de kinderopvang hebben voldoende tijd nodig om zich in te stellen op de nieuwe situatie die ontstaat na inwerkingtreding van deze wet en de kwaliteits-amvb. Het is van groot belang dat de Staten-Generaal gedurende drie jaar na inwerkingtreding van deze wet middels de jaarlijkse evaluatie (artikel 102, eerste lid) inzicht wordt verschaft over de werking daarvan. Daardoor kan op verantwoorde wijze een afweging worden gemaakt over de vervaldatum van de amvb.

Het amendement bewerkstelligt verder dat het koninklijk besluit tot het doen vervallen van de artikelen 48, tweede lid, en 51, tweede lid, pas wordt genomen nadat de beide kamers der Staten-Generaal de gelegenheid is geboden zich hierover uit te spreken.

Kraneveldt

Naar boven