nr. 43
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID TONKENS TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 26
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
A. In het eerste lid, onderdeel b, 2°, wordt «tweede lid»
vervangen door: derde lid.
B. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot
en met zesde lid, wordt een tweede lid ingevoegd, luidende:
2. De hoogte van de tegemoetkoming van het Rijk is voorts mede afhankelijk
van:
a. de bijdragen in de kosten van kinderopvang die de ouder en, indien
hij een partner heeft, zijn partner per kind kunnen ontvangen in het kader
van het verrichten van tegenwoordige arbeid, met dien verstande dat die bijdragen
slechts in aanmerking worden genomen, voor zover het totaal ervan een derde
deel van de kosten van kinderopvang, bedoeld in het eerste lid, niet te boven
gaat, of
b. de bijdragen in de kosten van kinderopvang die de ouder zonder partner
per kind kan ontvangen in het kader van het verrichten van tegenwoordige arbeid,
met dien verstande dat die bijdragen slechts in aanmerking wordt genomen,
voor zover het totaal ervan een zesde deel van de kosten van kinderopvang,
bedoeld in het eerste lid, niet te boven gaat.
C. In het (bestaande) derde lid, tweede volzin, wordt «Het tweede
lid» vervangen door: Het derde lid.
D. In het (bestaande) vierde lid wordt «De bedragen, bedoeld in
het tweede lid» vervangen door: De bedragen, bedoeld in het derde lid.
II
Artikel 87a vervalt.
III
Artikel 87b, eerste lid, aanhef, komt te luiden:
1. Een ouder en, indien hij een partner heeft, zijn partner hebben in
aanvulling op de in Hoofdstuk 2, paragraaf 2, bedoelde tegemoetkoming
aanspraak op een extra tegemoetkoming van het Rijk gedurende drie jaar na
het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, voor zover de kinderopvang
in de maand voorafgaand aan dat tijdstip:.
IV
Artikel 87c komt te luiden:
Artikel 87c
Bij toepassing van artikel 87b zijn de artikelen 6 tot en met 18 van overeenkomstige
toepassing.
V
In artikel 101a wordt «artikel 6, tweede, vierde en vijfde lid»
vervangen door: artikel 6, derde, vijfde en zesde lid.
Toelichting
Dit amendement beoogt om de tijdelijke extra tegemoetkoming van het rijk
bij een onvolledige werkgeversbijdrage om te zetten in een structurele regeling.
Het probleem van onwelwillende werkgevers mag niet eenzijdig bij de ouders
worden neergelegd, want daarmee komt de toegankelijkheid van kinderopvang
in gevaar. Deze extra tegemoetkoming wordt ook wel de «compensatieregeling»
genoemd. Het tegengaan van de afbouw van deze compensatieregeling wordt per
motie geregeld. Als uitgangssituatie voor de hoogte van de regeling wordt
2005 gekozen, waardoor de situatie van voor de tweede nota van wijziging weer
werkelijkheid wordt. Ouders met een ontoereikende bijdrage in de kinderopvang
van de werkgever of opdrachtgever ontvangen blijvend een tegemoetkoming van
de rijksoverheid. Dit amendement geldt zolang het wetsvoorstel niet in verplichte
werkgeversbijdragen voorziet
Tonkens