nr. 380a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 7 december
2001 en het nader rapport d.d. 28 februari 2002, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het advies van de Raad van State is cursief
afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 31 oktober 2001, no.01.005184, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, bij de Raad van State
ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de Republiek Suriname inzake de export en handhaving van socialeverzekeringsuitkeringen;
Paramaribo, 17 augustus 2001 (Trb.2001, 161), met toelichtende nota.
Het Verdrag tussen Nederland en Suriname inzake de export en handhaving
van socialeverzekeringsuitkeringen voorziet in een uitzondering op de Wet
beperking export uitkeringen en de Wijzigingswet beperking export uitkeringen.
Op grond van deze wetten heeft de verzekerde geen recht op een socialeverzekeringsuitkering
gedurende de periode dat hij, of degene ten behoeve van wie de uitkering wordt
verstrekt, niet in Nederland woont. De Raad van State maakt de volgende opmerking
bij het Verdrag en de toelichtende nota.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 31 oktober
2001, no. 01 005184, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit
advies, gedateerd 7 december 2001, nr. W12.01 0557/IV, bied ik U hierbij
aan.
1. Het uitwisselen van gegevens
Het Verdrag bevat in artikel 12 een bepaling voor de uitwisseling van
gegevens. Ingevolge deze bepaling wordt verwezen naar de «van toepassing
zijnde nationale wetgeving». Hierbij rijst de vraag, welk recht van
toepassing is bij de uitwisseling van gegevens: dat van Suriname of dat van
Nederland.
Gegevensverstrekking aan een derde land dient te voldoen aan de criteria
die zijn vermeld in artikel 25 van de Richtlijn betreffende persoonsgegevens
van natuurlijke personen.1 De Raad wijst in dit
verband op het advies van de Raad met betrekking tot het Verdrag inzake sociale
zekerheid met Zuid-Afrika.2
Gelet op het voorgaande dient in de toelichtende nota te worden ingegaan
op de vraag of met artikel 12 van het Verdrag wordt voldaan aan de criteria
van de hiervoor bedoelde richtlijn. De Raad doelt hierbij in het bijzonder
op de laatste mogelijkheid in artikel 12 van het Verdrag. Indien
niet voldaan wordt aan deze criteria, dan verdient het aanbeveling daar bij
de eerstvolgende gelegenheid alsnog zorg voor te dragen.
1. Conform het advies van de Raad van State is de toelichtende nota met
een passage aangevuld.
2. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij
het advies behorende bijlage.
2. Aan de redactionele kanttekening van de Raad zal gevolg worden gegeven.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag
wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande
aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.F. Hoogervorst, verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen
het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende
goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. van Aartsen
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 7 december 2001, no.
W12.01 0557/IV, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging
geeft.
– Artikel 7, tweede lid, «als» wijzigen in: dan.