28 388
Partiële herziening Tweede Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (BritNed interconnector)

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 31 mei 2002

Hierbij delen wij u mede, dat het kabinet voornemens is om op verzoek het Tweede Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV) partieel te herzien in verband met de opname van een onderzeese 400 tot 500 kV-hoogspanningsverbinding tussen de Britse en Nederlandse hoogspanningsnetten. Deze partiële herziening zal geschieden conform de in artikel 2a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) beschreven procedure van de planologische kernbeslissing (pkb-procedure).

Het project omvat een verbinding tussen de oostkust van Engeland en de Maasvlakte in Nederland, alsmede de aansluitingen op de Britse en Nederlandse koppelnetten (BritNed interconnector). De initiatiefnemer van het project alsmede de aanvrager van de herziening van het SEV is BritNed Development Limited (BritNed), een joint venture van een dochter van de Nederlandse elektriciteitsnetbeheerder (TenneT) en van een dochter van de Britse elektriciteitsnetbeheerder (NGG).

Het Nederlandse koppelnet is op vijf plaatsen verbonden met Duitsland en België. Er zijn nog géén verbindingen met Groot-Brittannië. De BritNed kabelverbinding zal een onderdeel vormen van de Europese en dus ook Nederlandse infrastructuur op het gebied van elektriciteitstransport. Hierdoor wordt de mogelijkheid van directe uitwisseling van elektriciteit tussen Groot-Brittannië en Nederland mogelijk gemaakt. Daardoor nemen de efficiency van de productie-eenheden en de zekerheid van leveringen toe. De BritNed kabelverbinding betekent een verdere stap naar een open Europese energiemarkt. Het EU-TEN (Trans European Networks) – programma heeft besloten bij te dragen aan de ontwikkelingskosten van het project.

Het ligt in het voornemen van het kabinet in de partiële herziening van de pkb concrete beleidsbeslissingen, dat wil zeggen besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), op te nemen.

Ten behoeve van de partiële herziening wijziging van het SEV zal een procedure van milieu-effectrapportage (m.e.r.-procedure) doorlopen worden.

Een gelijkluidende brief zenden wij aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Een afschrift van deze brief is door de tweede ondergetekende verzonden aan de VROM-Raad.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk

Naar boven