28 384
Wijziging van de Provinciewet en enige andere wetten tot dualisering van de inrichting, de bevoegdheden en de werkwijze van het provinciebestuur (Wet dualisering provinciebestuur)

nr. 17
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER HAM

Ontvangen 2 oktober 2002

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 13, eerste lid, worden na onderdeel i twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

ia. lid van het algemeen bestuur van een deelprovincie;

ib. lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie;.

B

Onderdeel N wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 35c, eerste lid, worden na onderdeel i twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

ia. lid van het algemeen bestuur van een deelprovincie;

ib. lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie;.

C

Onderdeel DD wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 67 worden na onderdeel i twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

ia. lid van het algemeen bestuur van een deelprovincie;

ib. lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie;.

D

Onderdeel JJ wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 79f, eerste lid, wordt na onderdeel i twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

ia. lid van het algemeen bestuur van een deelprovincie;

ib. lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie;.

E

Onderdeel OO komt te luiden:

OO

De artikelen 84 en 85 komen te luiden:

Artikel 84

1. Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning, ieder ten aanzien van stukken die zij aan een commissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel provinciale staten haar opheft.

3. Indien de commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot provinciale staten heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat provinciale staten haar opheffen.

Artikel 85

1. Provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning kunnen gezamenlijk één of meer deelprovincies instellen.

2. Provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning kunnen gezamenlijk bij verordening voor een deelprovincie een deelprovinciebestuur instellen, bestaande uit een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur, waaraan de behartiging van een aanzienlijk deel van de belangen van deze deelprovincie wordt opgedragen, en waarbij provinciale staten aan het algemeen bestuur de bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften ten aanzien van die deelprovincie geheel of gedeeltelijk overdragen.

3. In de verordening worden bevoegdheden van provinciale staten ten aanzien van de deelprovincie uitsluitend overgedragen aan het algemeen bestuur en worden bevoegdheden van gedeputeerde staten ten aanzien van de deelprovincie uitsluitend overgedragen aan het dagelijks bestuur. Bevoegdheden van de commissaris van de Koning ten aanzien van een deelprovincie kunnen in de verordening uitsluitend worden overgedragen aan de voorzitter van het dagelijks bestuur. In de verordening kan worden bepaald dat het algemeen bestuur aan hem toegekende bevoegdheden kan overdragen aan het dagelijks bestuur van de deelprovincie.

4. In de verordening kan worden bepaald dat het dagelijks bestuur van een deelprovincie bevoegd is de uitoefening van een of meer aan hem overgedragen bevoegdheden uit naam en onder verantwoordelijkheid van dit bestuur op te dragen aan een of meer leden van dit bestuur, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

5. De leden van het algemeen bestuur van de deelprovincie worden rechtstreeks gekozen door de ingezetenen van de betrokken deelprovincie die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van provinciale staten.

6. In de verordening wordt de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de deelprovincie zoveel mogelijk geregeld overeenkomstig de bepalingen van de Kieswet voor de verkiezing van de leden van provinciale staten. De artikelen Z 1 tot en met Z 11 van de Kieswet zijn op de verkiezing van overeenkomstige toepassing.

7. De artikelen 136, tweede lid, 137 en 138 zijn van overeenkomstige toepassing op de verordening.

F

Onderdeel KK wordt als volgt gewijzigd:

Het vijfde lid van artikel 80 komt te luiden:

5. De artikelen 19, tweede lid, 21, tweede lid, 22 en 23 zijn van overeenkomstige toepassing op een vergadering van een statencommissie, met dien verstande dat in artikel 19, tweede lid, voor «de commissaris» wordt gelezen «de voorzitter van een statencommissie», in artikel 21, tweede lid, voor «Een gedeputeerde» wordt gelezen «De commissaris of een gedeputeerde» en in artikel 23, vijfde lid voor «artikel 25» wordt gelezen «artikel 84».

G

Na onderdeel OO worden zeven nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

OOa

Na artikel 85 wordt een nieuw artikel 85a ingevoegd, luidende:

Artikel 85a

1. Provinciale staten, gedeputeerde staten of de commissaris van de Koning kunnen besluiten en andere, niet-schriftelijke, beslissingen gericht op enig rechtsgevolg van een algemeen bestuur van een deelgemeente, een dagelijks bestuur van een deelgemeente, onderscheidenlijk een voorzitter van het dagelijks bestuur, vernietigen. Provinciale staten kunnen hun bevoegdheid tot schorsing overdragen aan gedeputeerde staten. Ten aanzien van de vernietiging van niet-schriftelijke beslissingen van een algemeen bestuur of een dagelijks bestuur gericht op enig rechtsgevolg zijn de afdelingen 10.2.2. en 10.2.3. van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

2. De in artikel 85, tweede lid, bedoelde verordening bevat een regeling over het overig toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden door het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur van een deelprovincie. Dit overig toezicht kan de goedkeuring van provinciale staten of gedeputeerde staten bevatten van beslissingen van een algemeen bestuur, onderscheidenlijk dagelijks bestuur, van een deelprovincie. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Ten aanzien van de goedkeuring van andere beslissingen dan besluiten is afdeling 10.2.1 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

OOb

In artikel 86 wordt «een commissie als bedoeld in artikel 85» vervangen door: een algemeen bestuur van een deelprovincie.

OOc

Artikel 87 komt te luiden:

Artikel 87

1. Een lid van een algemeen bestuur van een deelprovincie is niet tevens:

a. minister;

b. staatssecretaris;

c. lid van de Raad van State;

d. lid van de Algemene Rekenkamer;

e. Nationale ombudsman;

f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman;

g. commissaris van de Koning;

h. lid van provinciale staten;

i. gedeputeerde;

j. lid van de rekenkamer;

k. lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie;

l. ambtenaar, door of vanwege het provinciebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt.

2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder l, kan een lid van het algemeen bestuur van een deelprovincie tevens zijn:

a. ambtenaar, aangesteld [door] of ondergeschikt aan het deelprovinciebestuur van een andere deelprovincie;

b. vrijwilliger of ander persoon die uit hoofde van een wettelijke verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht.

3. In de in artikel 85, tweede lid, bedoelde verordening kan worden bepaald dat in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder k, een lid van het algemeen bestuur van een deelprovincie tevens lid van het dagelijks bestuur van de betrokken deelprovincie kan zijn gedurende het tijdvak dat:

a. aanvangt op de dag van de stemming voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de deelprovincie en eindigt op het tijdstip waarop de leden van het dagelijks bestuur van de deelprovincie aftreden, of

b. aanvangt op de dag van zijn benoeming tot lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie en eindigt op de dag waarop zijn opvolger als lid van het algemeen bestuur van de deelprovincie de eed of verklaring en belofte heeft afgelegd of waarop vaststaat dat geen opvolger kan worden benoemd. In dat geval bepaalt de verordening tevens dat hij geacht wordt ontslag te nemen als lid van het algemeen bestuur van de deelprovincie met ingang van de dag waarop hij zijn benoeming tot lid van het dagelijks bestuur aanvaardt en dat artikel X 6 van de Kieswet van overeenkomstige toepassing is.

OOd

Artikel 88 komt te luiden:

Artikel 88

1. Een lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie is niet tevens:

a. minister;

b. staatssecretaris;

c. lid van de Raad van State;

d. lid van de Algemene Rekenkamer;

e. Nationale ombudsman;

f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman;

g. commissaris van de Koning;

h. lid van provinciale staten;

i. gedeputeerde;

j. lid van de rekenkamer;

k. lid van het algemeen bestuur van een deelprovincie;

l. lid van de raad van een gemeente;

m. burgemeester;

n. wethouder;

o. lid van een deelraad;

p. lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente;

q. lid van de rekenkamer van een in de betrokken provincie gelegen gemeente;

r. ambtenaar, door of vanwege het provinciebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;

s. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur van een in de provincie gelegen gemeente aangesteld of daaraan ondergeschikt;

t. voorzitter van of lid van het bestuur van of ambtenaar in dienst van een in de provincie gelegen waterschap;

u. ambtenaar in dienst van een bij gemeenschappelijke regeling ingesteld lichaam waarvan een orgaan aan toezicht van gedeputeerde staten is onderworpen;

v. ambtenaar, door of vanwege het Rijk aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op de provincie;

w. functionaris, krachtens wet of algemene maatregel van bestuur geroepen om het provinciebestuur van advies te dienen.

2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder r, kan een lid van het dagelijks bestuur tevens zijn:

a. ambtenaar, aangesteld [door] of ondergeschikt aan een deelprovinciebestuur van een andere deelprovincie;

b. vrijwilliger of ander persoon die uit hoofde van een wettelijke verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht.

3. In de in artikel 85, tweede lid, bedoelde verordening kan worden bepaald dat in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder k, een lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie tevens lid van het algemeen bestuur van de betrokken deelprovincie kan zijn gedurende het tijdvak dat:

a. aanvangt op de dag van de stemming voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de deelprovincie en eindigt op het tijdstip waarop de leden van het dagelijks bestuur van een deelprovincie aftreden, of

b. aanvangt op de dag van zijn benoeming tot lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie en eindigt op de dag waarop zijn opvolger als lid van het algemeen bestuur van de deelprovincie de eed of verklaring en belofte heeft afgelegd of waarop vaststaat dat geen opvolger kan worden benoemd. In dat geval bepaalt de verordening tevens dat hij geacht wordt ontslag te nemen als lid van het algemeen bestuur van de deelprovincie met ingang van de dag waarop hij zijn benoeming tot lid van het dagelijks bestuur aanvaardt en dat artikel X 6 van de Kieswet van overeenkomstige toepassing is.

4. Artikel 35a is van overeenkomstige toepassing op de leden van het dagelijks bestuur van een deelprovincie.

OOe

De artikelen 89 en 90 komen te luiden:

Artikel 89

De artikelen 14, 15, 49 en 50 zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van het deelprovinciebestuur.

Artikel 90

1. Een algemeen bestuur van een deelprovincie brengt dag, tijdstip en plaats van zijn vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen, met uitzondering van de in artikel 84, tweede lid, bedoelde stukken, worden gelijktijdig met de oproeping voor de vergadering en op een bij openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

2. De artikelen 23, 24 en 84 zijn van overeenkomstige toepassing op een vergadering van het algemeen bestuur van een deelprovincie.

OOf

De artikelen 91 en 92 vervallen.

OOg

Hoofdstuk V wordt onderverdeeld in paragrafen. Daartoe wordt boven artikel 80 het opschrift

«§ 1. Commissies» en boven artikel 85 het opschrift «§ 2. Deelprovincies» geplaatst.

H

Onderdeel JJJ wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 151a, vierde lid, komt te luiden:

4. De artikelen 22, 80, derde lid, en 84, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op een onderzoekscommissie.

II

Artikel V wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel A komt te luiden:

A

Artikel 13, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. gedeputeerde;.

2. Het eerste lid, onderdeel i, komt te luiden:

i. secretaris van de provincie;.

3. In het eerste lid wordt na onderdeel h, onder verlettering van de onderdelen i tot en met o tot j tot en met p een nieuwe onderdeel i ingevoegd, luidende:

i. lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie;.

4. In het eerste lid wordt na onderdeel j, onder verlettering van de onderdelen k tot en met p tot l tot en met q een nieuw onderdeel k ingevoegd, luidende:

k. griffier van de provincie;.

5. In het tweede lid wordt «eerste lid, aanhef en onder k» vervangen door: eerste lid, aanhef en onder m.

6. In het derde lid wordt «eerste lid, aanhef en onder o» vervangen door: eerste lid, aanhef en onder q.

B

Onderdeel B komt te luiden:

B

Artikel 36b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. gedeputeerde;.

2. Het eerste lid, onderdeel i, komt te luiden:

i. secretaris van de provincie;.

3. In het eerste lid wordt na onderdeel h, onder verlettering van de onderdelen i tot en met q tot j tot en met r, een nieuw onderdeel i ingevoegd, luidende:

i. lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie;.

4. In het eerste lid worden na onderdeel j, onder verlettering van de onderdelen k tot en met r tot m tot en met t, twee nieuwe onderdelen k en l ingevoegd, luidende:

k. griffier van de provincie;

l. lid van de rekenkamer van de provincie waarin de gemeente waar hij wethouder is, is gelegen;.

5. In het tweede lid wordt «eerste lid, aanhef en onder j» vervangen door: eerste lid, aanhef en onder m.

6. In het derde lid wordt «eerste lid, aanhef en onder o» vervangen door: eerste lid, aanhef en onder r.

C

Onderdeel C komt te luiden:

C

Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. gedeputeerde;.

2. Het eerste lid, onderdeel i, komt te luiden:

i. secretaris van de provincie;.

3. In het eerste lid wordt na onderdeel h, onder verlettering van de onderdelen i tot en met q tot j tot en met r een nieuw onderdeel i ingevoegd, luidende:

i. lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie;.

4. In het eerste lid worden na onderdeel j, onder verlettering van de onderdelen k tot en met r tot m tot en met t twee nieuwe onderdelen k en l ingevoegd, luidende:

k. griffier van de provincie;

l. lid van de rekenkamer van de provincie waarin de gemeente waar hij wethouder is, is gelegen;.

5. In het tweede lid wordt «eerste lid, aanhef en onder o» vervangen door: eerste lid, aanhef en onder r.

D

Onderdeel D komt te luiden:

D

Artikel 81f wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel g, komt te luiden:

g. commissaris van de Koning van de provincie waarin de gemeente waar hij lid van de rekenkamer is, is gelegen;.

2. Het eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. gedeputeerde van de provincie waarin de gemeente waar hij lid van de rekenkamer is, is gelegen;.

3. Het eerste lid, onderdeel i, komt te luiden:

i. secretaris van de provincie waarin de gemeente waar hij lid van de rekenkamer is, is gelegen;.

4. In het eerste lid wordt na onderdeel h, onder verlettering van de onderdelen i tot en met r tot j tot en met s een nieuw onderdeel i ingevoegd, luidende:

i. lid van het dagelijks bestuur van een deelprovincie waarin de gemeente waar hij lid van de rekenkamer is, is gelegen;.

5. In het eerste lid wordt na onderdeel j, onder verlettering van de onderdelen k tot en met s tot l tot en met t, een nieuw onderdeel k ingevoegd, luidende:

k. griffier van de provincie waarin de gemeente waar hij lid van de rekenkamer is, is gelegen;.

6. In het tweede lid wordt «eerste lid, aanhef en onder p» vervangen door: eerste lid, aanhef en onder r.

Toelichting

Het amendement beoogt een uitwerking van de deelprovincie volgens de dualistische structuur.

Van der Ham

Naar boven