nr. 43
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
De vaste commissie voor Financiën1 heeft over de financiële
verantwoording van het Ministerie van Financiën over het jaar 2001 (28 380,
nr. 19) de volgende vragen aan de minister van Financiën voorgelegd.
De vragen zijn bij brief van 13 juni 2002 beantwoord. Vragen en antwoorden
zijn hieronder afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Crone
De griffier van de commissie,
Berck
1
Hoeveel belastingderving was er in 2001 gemoeid met
de vrijstelling voor groene stroom in de Regulerende Energiebelasting (inclusief
en exclusief afdrachtskorting voor producenten)? Wat is de schatting van de
belastingderving die gemoeid is in de komende jaren tot en met 2010 met deze
vrijstelling?
Uit de voorlopige belastingaangiftes van 2001 kan worden geraamd dat de
belastingderving voor groene stroom in 2001 ongeveer 205 miljoen euro zal
bedragen (zie tabel 1).
Tabel 1 Belastingderving groene stroom 2001 (x € mln.)
| Nihiltarief groene elektriciteit | 23 |
|---|
| Producentenkorting | 182 |
| Totaal | 205 |
In de «Referentieraming Energie en CO2 2001–2010»
wordt aangenomen dat er in het jaar 2010 ongeveer 3 miljoen groene stroomklanten
zijn. Bij een gemiddeld verbruik van 3230 kWh per klant is het elektriciteitsverbruik
dat in aanmerking komt voor het verlaagde tarief 9,6 TWh. De maximale
belastingderving voor het nihiltarief, bij ongewijzigd tarief van de eerste
schijf REB, zou in 2010 dan 580 miljoen euro bedragen (9,6 mld. kWh x € 0,06).
De referentieraming schat de totale hoeveelheid elektriciteit afkomstig uit
duurzame bronnen in 2010 op 14 TWh. Het maximale budgettaire beslag van artikel
36o (producentenkorting) bij ongewijzigde tarieven bedraagt in 2010 dan 280
miljoen euro. (14 mld. kWh x € 0,02). De maximale belastingderving
in 2010 voor beide regelingen samen bedraagt in dat geval € 860
miljoen.
2
Kan ingegaan worden op de effectiviteit van de vrijstelling
voor groene stroom? Hoeveel procent groene stroom was er in 2001 in de totale
energievoorziening, hoeveel daarvan is buitenlandse groene stroom en hoeveel
van de buitenlandse groene stroom is nieuwe groene stroom?
De eerste officiële cijfers over duurzame energie van het CBS over
2001 komen pas in juli 2002. Het precieze aandeel groene stroom in de totale
Nederlandse energievoorziening is in zijn algemeenheid overigens lastig vast
te stellen aangezien niet alle groene stroom als zodanig wordt geregistreerd
door Tennet. Enerzijds komt dat omdat niet alle groene stroom (waterkracht)
in aanmerking komt voor het nihiltarief en anderzijds omdat er ook nog altijd
groene stroom aan de eindverbruikers als grijs wordt verkocht. Gegevens over
de vraag of de buitenlandse groene stroom afkomstig is uit nieuwe of oude
installaties zijn niet beschikbaar. Als gekeken wordt naar de stijging van
het aantal huishoudens dat sinds 2001 groene stroom afneemt, kan wel geconcludeerd
worden dat de vrijstelling van groene stroom in combinatie met de liberalisering
van de energiemarkt veel effect heeft gesorteerd.