28 374
Aanslag op de heer W.S.P. Fortuijn

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 augustus 2002

Tijdens het algemeen overleg over het Instellingsbesluit Commissie Feitenonderzoek Beveiliging van de heer W.S.P. Fortuijn in de Tweede Kamer op 12 juni 2002 heb ik toegezegd te zullen nagaan of er bezwaren bestaan tegen toezending van het protocol, overeengekomen tussen de Commissie Feitenonderzoek en het College van procureurs-generaal.

Het protocol is op 22 juli 2002 getekend door de beide voorzitters en het protocol behelst de regeling betreffende de kennisneming door de Commissie Feitenonderzoek uit het strafrechtelijk onderzoek naar de moord op de heer W.S.P. Fortuijn en andere relevante strafzaken.

Uit navraag is gebleken dat zowel de voorzitter van het College als de voorzitter van de Commissie er de voorkeur aan geven dat, gezien de aard en inhoud hiervan, het protocol gelijk met het eindrapport van de Commissie naar de Tweede Kamer zal worden verzonden.

Mocht u desondanks op toezending op korte termijn van het protocol staan, dan stel ik voor het convenant vertrouwelijk toe te zenden.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven