28 374
Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2003

Met uw brief van 16 april 2003 (kenmerk 203-049) verzocht u mij te voldoen aan het verzoek van het lid Vos (GroenLinks) om een reactie op de uitlatingen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op het vonnis inzake Volkert van der G. Middels deze brief voldoe ik aan dat verzoek.

De rechterlijke macht is onafhankelijk. In de zaak Volkert van der G. heeft de rechter zijn afweging gemaakt en dat is zijn verantwoordelijkheid. Het woord van de rechter is beslissend en de beslissing wordt genomen in onafhankelijkheid van de organen die zijn belast met de functies regelgeving en bestuur. De minister van Justitie is verantwoordelijk voor het beleid inzake de strafmaat in de wetgeving. Overigens heeft de minister van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties geen waardeoordeel gegeven over de uitspraak van de rechter.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven