28 370
Wijziging van de Beroepswet in verband met het openstellen van hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep tegen uitspraken omtrent besluiten van de Stichting Maror-gelden Overheid, de Stichting Joods Humanitair Fonds, de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma en de Stichtig Het Gebaar

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 12 juli 2002

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Deze leden juichen toe dat mogelijk wordt gemaakt dat tegen uitspraken van sectoren bestuursrecht van de rechtbanken inzake besluiten van de Stichting Maror-gelden overheid, de Stichting Joods Humanitair fonds en de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma, respectievelijk de Stichting Het Gebaar, hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep wordt opengesteld. Het is van het grootste belang dat belanghebbenden, gezien de delicate materie, een volwaardige rechtsgang tot hun beschikking hebben om hun recht te halen. Vanaf de oprichting van deze stichtingen is het uitgangspunt geweest dat de verdeling van gelden plaats dient te vinden in een publiekrechtelijk kader. Gevolg hiervan is dat de Algemene Wet Bestuursrecht van toepassing is op besluiten die door de stichtingen zijn genomen en dat derhalve de mogelijkheid van bezwaar, beroep en in beginsel hoger beroep openstaat bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Waarom is niet tegelijkertijd met het oprichten van de stichtingen het hoger beroep opengesteld bij de Centrale Raad van Beroep, aangezien het werkterrein van de Raad goed aansluit bij de onderhavige materie? Per wanneer kunnen de eerste hoger beroep zaken verwacht worden? De leden van de CDA-fractie willen nog benadrukken dat het van belang is dat deze zaken zo snel mogelijk goed afgewikkeld worden, gegeven de doelgroep van de regelingen en de lange tijdsduur van het totstandkomen van de regelingen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel dat de mogelijkheid schept om in hoger beroep te gaan tegen beschikkingen van organisaties die belast zijn met het toedelen van gelden aan slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Deze leden willen benadrukken dat ze een met volledige rechtswaarborgen omgeven procedure voorstaan waarlangs tegemoetkomingen, voor het grote leed dat vervolgingsslachtoffers in de Joodse en Indische gemeenschap en de gemeenschappen van Roma en Sinti hebben geleden, worden toegekend. De leden onderschrijven de opvatting dat het wenselijk is dat een appèlinstantie qua werkterrein moet aansluiten op de materie van de te beoordelen beschikkingen.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Dittrich

De griffier voor dit verslag,

Beuker


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), Kamp (VVD), Vos (GroenLinks), Rouvoet (ChristenUnie), B. M. De Vries (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), De Wit (SP), Nicolaï (VVD), Arib (PvdA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Cörüz (CDA), Janssen van Raaij (LPF), Teeven (LN), Wolfsen (PvdA), J. M. De Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Schonewille (LPF), Stuger (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA) en Varela (LPF).

Plv. leden: Ross-van Dorp (CDA), Vacature (PvdA), fng. voorzitter Th. C. De Graaf (D66), Vacature (VVD), Azough (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vacature (VVD), Vacature (VVD), Lazrak (SP), Vacature (VVD), Vacature (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Karimi (GroenLinks), Vacature (PvdA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Wiersma (LPF), Jense (LN), Vacature (PvdA), Vacature (CDA), Vacature (CDA), van As (LPF), Zeroual (LPF), Joldersma (CDA) en Eerdmans (LPF).

Naar boven