nr. 7
TWEEDE NOTA WIJZIGING
Ontvangen 20 november 2002
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I worden in het voorgestelde artikel
25a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen de volgende wijzigingen aangebracht.
I
In het tweede lid, tweede volzin, wordt «zesde lid» en «tiende
lid» vervangen door «zevende lid» respectievelijk «elfde
lid». Aan het lid wordt toegevoegd: Onze Minister zendt een afschrift
van de aanwijzing aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
II
In het vierde lid wordt «zesde lid» vervangen door: zevende
lid.
III
Na het vierde lid wordt, onder vernummering van het vijfde tot en met
elfde lid in respectievelijk zesde tot en met twaalfde lid, een nieuw vijfde
lid ingevoegd, luidende:
5. De aanwijzing als massaal bezwaar treedt in werking vier weken na de
toezending van het afschrift ervan aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De aanwijzing vervalt indien binnen die vier weken de Tweede Kamer besluit
zich niet met de aanwijzing te kunnen verenigen. De inspecteur doet gedurende
die vier weken geen uitspraak op de bezwaren die Onze Minister als massaal
bezwaar heeft aangewezen. Indien de aanwijzing door een besluit van de Tweede
Kamer vervalt, wordt de termijn voor het doen van uitspraak op de desbetreffende
bezwaarschriften verlengd met vier weken.
Toelichting
In het wetgevingsoverleg van 18 november 2002 heb ik toegezegd aan de
regels voor het massaal bezwaar een voorhangprocedure toe te voegen. Deze
is opgenomen in het nieuwe vijfde lid en houdt in dat een aanwijzing
als massaal bezwaar pas in werking treedt vier weken na toezending ervan aan
de Tweede Kamer, met dien verstande dat de aanwijzing niet in werking treedt
indien de Kamer daar binnen vier weken bezwaar tegen maakt. In dat geval blijft
met betrekking tot de desbetreffende bezwaren alles bij het oude en moeten
deze alle individueel worden behandeld. Wel wordt dan de termijn voor het
doen van een uitspraak met de bedoelde vier weken verlengd. In de periode
van vier weken voordat de aanwijzing in werking treedt, mogen de inspecteurs
geen uitspraak doen.
De Staatssecretaris van Financiën,
S. R. A. van Eijck