nr. 97
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2007
UWV en de beroepsgroep van verzekeringsartsen NVVG starten initiatieven
die gericht zijn op de kwaliteit van de claimbeoordeling arbeidsongeschiktheid.
UWV zal de al bestaande casuïstiekbesprekingen van verzekeringsartsen
meer gestructureerd opzetten en de commentaren daarop systematischer bundelen.
Hiermee zal UWV het interne kwaliteitsbeleid verder ontwikkelen. De NVVG zal
een zogenaamde mediprudentiecommissie opzetten die op basis van deze en andere
verslagen deskundig becommentarieerde rapportages zal publiceren.
Op deze manier wordt het advies van de Gezondheidsraad over de mediprudentie
dat ik u hierbij opstuur, in praktijk gebracht.1
Ik verwacht dat hiervan een kwaliteitsimpuls uitgaat op het werk van UWV.
Advies Gezondheidsraad
Op 4 juni 2007 heeft de Gezondheidsraad het advies «Verzekeringsgeneeskundige
mediprudentie» uitgebracht. Hiermee bouwt de Gezondheidsraad voort op
zijn advies «Beoordelen, behandelen, begeleiden. Medisch handelen bij
ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid» van 22 juli 2005. De Gezondheidsraad
verstaat onder mediprudentie een algemeen toegankelijke en dynamische verzameling
van geanonimiseerde en deskundig becommentarieerde verzekeringsgeneeskundige
rapportages. Dit is een vorm van medische casuïstiek die onderdeel is
van een professioneel kwaliteitssysteem. Het gaat dan om het ontwikkelen van
consensus binnen de beroepsgroep van verzekeringsartsen over wat in een bepaald
geval een juiste beoordeling is. Door verzekeringsgeneeskundige mediprudentie
wordt de kwaliteit van de verzekeringsgeneeskundige beoordeling verhoogd,
wordt de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid van de beoordeelden bevorderd
en wordt de verzekeringsgeneeskundige beroepsuitoefening transparanter.
De Gezondheidsraad heeft een toetsingskader ontwikkeld waarmee een verzekeringsgeneeskundige
rapportage becommentarieerd kan worden. Ook heeft hij een voorstel gedaan
voor een procedure hoe mediprudentie tot stand zou kunnen komen.
De Gezondheidsraad denkt dat een op te richten commissie mediprudentie zinvol
zou kunnen zijn omdat in de beginfase een zekere mate van regie nodig is om
de kwaliteit te garanderen.
Standpunt
Ik vind dit een waardevol advies. Ik acht het een goede zaak dat verzekeringsartsen
met elkaar spreken over hoe zij de functionele mogelijkheden van iemand beoordelen.
De beoordeling van arbeidsmogelijkheden is immers geen mathematisch proces
maar een op het individu toegesneden beoordeling. Bij mediprudentie is zowel
het proces zelf als het resultaat zinvol: groepen van verzekeringsartsen bespreken
onderling elkaars verzekeringsgeneeskundige rapportages, en deze besprekingen
resulteren uiteindelijk in openbare en deskundig becommentarieerde beoordelingsrapportages.
Het gaat er nu primair om dat UWV als verantwoordelijke voor de claimbeoordeling
binnen de arbeidsongeschiktheidswetten mediprudentie opneemt als onderdeel
van het kwaliteitsbeleid van de eigen organisatie. UWV geeft dit vorm door
in regionaal verband verzekeringsgeneeskundige rapportages op gestructureerde
wijze te bespreken en van commentaar te voorzien conform het advies. De resultaten
daarvan worden landelijk beoordeeld op relevantie voor mediprudentie. Met
deze werkwijze bouwt UWV voort op al bestaande cauïstiekbesprekingen.
De beroepsgroep van verzekeringsartsen NVVG zal conform het advies van
de Gezondheidsraad een multidisciplinair samengestelde mediprudentiecommissie
in het leven roepen. In deze commissie kunnen leden van de beroepsgroep becommentarieerde
casussen inleveren. Ook UWV zal dit doen. De commissie beslist vervolgens
met het toetsingskader van de Gezondheidsraad welke casussen en welke commentaren
zij zal publiceren. Daarbij kan worden gedacht aan rapportages die relevant
zijn voor anderen omdat zij een dilemma schetsen of een lacune in wetenschappelijke
kennis signaleren.
Door deze procedure verwacht ik dat het belang van mediprudentie breed
gaat leven in de verzekeringsgeneeskundige beroepsgroep waardoor de kwaliteit
van de claimbeoordeling verder verbeterd wordt.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner